Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de uitspraak van de premier dat de Europese Commissie niet voldoende optreedt tegen Italië
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Minister-President over de uitspraak van de premier dat de Europese Commissie niet voldoende optreedt tegen Italië (ingezonden 31 januari 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister-President (ontvangen
11 februari 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u in Davos publiekelijk uithaalde naar de Europese Commissie
over de lakse houding ten opzichte van Italië?1
Antwoord 1
De Minister-President heeft aangegeven dat het van belang is dat EU-lidstaten hun
eigen huis op orde brengen, met verstandig begrotingsbeleid, en dat het nakomen en
het handhaven van de begrotingsregels hiertoe van belang is.
Vraag 2
Klopt het dat u in Davos gezegd heeft: «De Europese Commissie treedt niet voldoende
op tegen Italië en legt het land geen boetes op, zei Rutte tijdens een debat. Het
is niet goed als landen als Italië en in het verleden Frankrijk ermee wegkomen als
zij hun eigen huis niet op orde brengen»?
Antwoord 2
Ja. Volgens het kabinet vergt een sterke Economische en Monetaire Unie gezonde en
veerkrachtige nationale economieën, met houdbare overheidsfinanciën. Om de houdbaarheid
van overheidsfinanciën te bevorderen zijn de lidstaten begrotingsregels overeengekomen,
die zijn vastgelegd in het Stabiliteits- en Groei Pact (SGP). Met het Fiscal Compact is de rol van de Commissie als arbiter versterkt. In lijn met het Regeerakkoord zet
het kabinet zich in voor consequente en strikte handhaving van de begrotingsregels
door de Commissie. Dit vergroot in de ogen van het kabinet het onderlinge vertrouwen
tussen lidstaten. Bovendien is het naleven van de begrotingsregels op de lange termijn
in het belang van lidstaten zelf, als ook in het belang van de Unie als geheel.
Vraag 3
Heeft u dit ook formeel per brief meegedeeld aan de Europese Commissie en de Commissie
om een formele reactie gevraagd?
Antwoord 3
Tijdens de Eurogroep van 1 oktober 2018 heeft Nederland zijn zorgen geuit over de
Italiaanse begroting en het belang van het naleven van de begrotingsregels onderstreept.2 Daarnaast heeft de Nederland tijdens de Eurotop op 18 oktober 2018 richting Italië
aangegeven zeer bezorgd te zijn over de Italiaanse begroting.3 In de Eurogroep van 15 november 2018 heeft Nederland opnieuw benadrukt zich zorgen
te maken over de begroting van Italië, mede vanwege grensoverschrijdende gevolgen
van kwetsbare overheidsfinanciën. Ook sprak Nederland daar steun uit voor een kritische
houding van de Europese Commissie en onderstreepte dat naleving en handhaving van
de Europese begrotingsregels, zoals vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP),
cruciaal is.4 Uiteindelijk kwam de Eurogroep een Terms of Reference overeen waarin het belang van schuldreductie en het pad naar MTO (middellangetermijndoelstelling)
wordt benadrukt en waar Italië wordt opgeroepen om zijn begroting aan te passen en
deze in lijn te brengen met het SGP.5 In de beantwoording van Kamervragen over de Italiaanse begroting van 2 november 2018
heeft de Minister van Financiën tevens aangegeven dat de bal bij de Europese Commissie
ligt voor wat betreft het handhaven van de Europese begrotingsregels, en dat het Commissiebesluit
rond Italië zou worden afgewacht.6
Uiteindelijk heeft de Europese Commissie op 19 december 2018 besloten geen buitensporigtekortprocedure
te openen. Naar aanleiding hiervan heeft Nederland tijdens de Eurogroep van 21 januari
jl. expliciet gevraagd om een schriftelijke uitleg van de Commissie ten aanzien van
het besluit van 19 december 2018 om geen voorstel te doen voor het openen van een
buitensporigtekortprocedure voor Italië.7 Later heeft Nederland op 1 februari 2019 in een voorportaal van de Ecofinraad, naar
aanleiding van een presentatie van de Europese Commissie, nogmaals om een schriftelijke
uitleg aan de Europese Commissie gevraagd, waarbij Nederland werd gesteund door een
aantal andere lidstaten. Vervolgens heeft de Europese Commissie toegezegd met een
schriftelijke uitleg te zullen komen. Deze uitleg wachten wij nu af.
Vraag 4
Herinnert u zich dat elke EU-lidstaat elk jaar een middellange termijn doelstelling
(medium term budgettary objective) op het structurele tekort op het begrotingsbeleid
moet inleveren?
Antwoord 4
Lidstaten updaten hun landenspecifieke middellange termijn doelstelling (medium term budgettary objective, MTO) voor het structurele tekort in principe iedere drie jaar. De MTO wordt op drie
verschillende manieren berekend, waarbij onder meer aandacht is voor de relatieve
hoogte van de publieke schuld, vergrijzing, volatiliteit van de economie en de begrotingselastisticiteit.
Vervolgens moeten lidstaten op middellange termijn hun doelstelling bereiken op basis
van een jaarlijkse vereiste structurele begrotingsinspanning. Deze vereiste inspanning
is gebaseerd op de zogeheten flexibiliteitsmatrix, die door de Europese Commissie
en de Raad is overeengekomen.8
Vraag 5
Heeft Italië ooit de middellange termijn doelstelling gehaald? Zo ja, wanneer? Zo
nee, hoe vaak heeft Italië het dus niet gehaald?
Antwoord 5
De middellange termijn doelstelling is pas geoperationaliseerd sinds 2005. Sindsdien
heeft Italië, net zoals een aantal andere lidstaten, nooit een structurele balans
gerealiseerd die gelijk of hoger lag dan zijn middellange termijn doelstelling.
Vraag 6
Welke banken heeft Italië de afgelopen vier jaar geherkapitaliseerd en/of gered? Kunt
u bij elk van de banken aangeven of er compensatie was voor de obligatiehouders of
de aandeelhouders?
Antwoord 6
Indien een bank problemen kent, wordt eerst gezocht naar private oplossingen. In de
afgelopen vier jaar is in een aantal gevallen geïntervenieerd door de Italiaanse overheid
of een ander publiek lichaam. Indien daarbij sprake is geweest van staatssteun worden
beslissingen daarover gepubliceerd op de website van de Europese Commissie.9 Het is ook aan de Europese Commissie om te beoordelen of er bij maatregelen sprake
is van staatssteun en zo ja of deze geoorloofd is.
De casuïstiek is in veel gevallen ook met uw Kamer besproken. Daarbij is onderscheid
gemaakt tussen enerzijds liquiditeitssteun en anderzijds kapitaalsteun.10 Bij liquiditeitssteun vanuit overheden aan banken eist de Europese Commissie onder
andere dat banken solvabel zijn, dat een marktconforme vergoeding wordt betaald en
dat banken die er op grote schaal gebruik van maken een herstructureringsplan indienen.
Tot nu toe is een Italiaanse liquiditeitsfaciliteit gebruikt voor Banca Monte dei Paschi di Siena, Banca Popolare di Vicenza, Veneto Banca en Carige.
In gevallen waar een overheid staatssteun geeft in de vorm van kapitaal wordt op last
van de staatssteunregels lastendeling vereist. Dit wordt ook wel een «bail-in tot en met junior» genoemd. In lijn hiermee heeft de Italiaanse overheid in 2017
een preventieve herkapitalisatie gedaan bij Banca Monte dei Paschi di Siena.11 Ook zijn Veneto Banca en Banca Popolare di Vicenza geliquideerd onder nationaal insolventierecht, met steun door de Italiaanse overheid.11 Daarnaast is een aantal kleinere banken geliquideerd, waaronder Banca Marche, Etruria, Carifeen Carichieti met gebruik van het Italiaanse depositogarantiestelsel.
Er kan sprake zijn van compensatie van investeerders in gevallen waar sprake is geweest
van misleidende verkoop (misselling) van obligaties. Uiteraard is de partij die schuldig is aan een misleidende verkoop
ook verantwoordelijk voor eventuele compensatie. Het kan echter voorkomen dat de bank
die verantwoordelijk is voor de misleidende verkoop is opgehouden te bestaan. Een
overheid kan dan een compensatie treffen voor gedupeerde particuliere investeerders.
Een dergelijke compensatieregeling is eind 2015 toegepast bij de vier kleine Italiaanse
banken (Banca Marche, Etruria, Carifeen Carichieti). Ook is bij Veneto Banca en Banca Popolare di Vicenza een deel van de junior obligatiehouders, namelijk kleine retail investeerders gecompenseerd.12
Vraag 7
Bij welke van de reddingen van Italiaanse banken heeft Italië zich netjes gehouden
aan de Europese regels en afspraken (bankenunie, staatssteun)?
Antwoord 7
De regels voor de bankenunie bevatten gemeenschappelijke regels voor toezicht en resolutie,
alsmede voor kapitaaleisen en depositogarantiestelsels. Ook binnen de regels van de
bankenunie zijn er mogelijkheden om als overheid zelf orde op zaken te stellen. Het
is aan de Europese Commissie om te beoordelen of er bij eventuele maatregelen voor
de bankensector sprake is van staatssteun en zo ja of het geoorloofde steun is. Het
kabinet heeft geen aanwijzingen dat Italië zich in de voornoemde casuïstiek niet aan
de regels heeft gehouden.13
Vraag 8
Heeft u kennisgenomen dat Italië een begroting gepresenteerd heeft, waarin 1,5 miljard
euro gereserveerd is om zowel obligatiehouders als aandeelhouders van banken te compenseren
voor hun verliezen?
Antwoord 8
In het ontwerpbegrotingsplan wordt gesproken over een compensatieregeling voor spaarders.14 Zoals uitgelegd in antwoord op vraag 6 kan een overheid compensatie treffen voor
particuliere investeerders die gedupeerde zijn van een misleidende verkoop van junior
obligaties door een bank die niet meer bestaat.
Vraag 9
Vindt u het acceptabel dat Italië een begroting presenteert met een te groot tekort,
waarin het obligatiehouders en aandeelhouders van banken compenseert?
Antwoord 9
Zie de antwoorden op vragen 6 en 8. Dit is een nationale bevoegdheid die lijkt te
passen binnen de Europese regels. Over deze individuele maatregel heeft het kabinet
geen zelfstandig oordeel.
Vraag 10
Heeft u kennisgenomen dat in Italië een prepensioenregeling is afgekondigd waarmee
mensen die 62 jaar oud zijn en 38 dienstjaren hebben, vervroegd met pensioen kunnen
in 2019?
Antwoord 10
Ja.
Vraag 11
Heeft u kennisgenomen van het feit dat grote groepen mensen dienstjaren kunnen kopen
bijvoorbeeld voor de jaren dat zij aan de universiteit gestudeerd hebben?15
Antwoord 11
Ja. In de Italiaanse plannen kunnen opleidingsjaren alsnog geteld worden als dienstjaren,
mits de gemiste premiebetalingen alsnog worden betaald.
Vraag 12
Wat vindt u van het feit dat Italië, dat een excessieve schuld heeft, zo’n royale
prepensioen regeling afkondigt, die waarschijnlijk de komende zeven jaar 40 miljard
euro gaat kosten?16
Antwoord 12
Voor het aantreden van de huidige regering was er een wet die de pensioenleeftijd
koppelde aan leeftijdsverwachting. Deze regering heeft besloten deze wet deels terug
te draaien, en daarmee de pensioenleeftijd te verlagen. Dit kan nadelig uitpakken
voor het niveau van de Italiaanse overheidsschuld. Nederland heeft vanzelfsprekend
geen zeggenschap over welke maatregelen de Italiaanse regering doorvoert en het is
derhalve niet aan het kabinet dit te beoordelen. Wel bepleit Nederland dat Italië
moet voldoen aan de Europese begrotingsregels. Het invoeren van een prepensioen is
echter niet tegen de Europese regels an sich.
Vraag 13
Heeft u gezien dat er in Italië op woensdag 30 januari 2019 forse rijen stonden bij
INPS (de Italiaanse Sociale Verzekeringsbank) om dat prepensioen aan te vragen?17
Antwoord 13
De Minister van Financiën heeft begrepen dat er rijen stonden bij de Italiaanse Sociale
Verzekeringsbank om een aanvraag te doen voor het ontvangen van het prepensioen.
Vraag 14
Loopt Nederland het risico de komende jaren steun aan Italië te moeten verlenen via
bijvoorbeeld het Europees Stabilisatiemechanisme?
Antwoord 14
Zie het antwoord op vraag 15.
Vraag 15
Indien het antwoord op de vorige vraag meer dan drie letters lang was, kunt u aangeven
of Nederland in dat geval leningen zou verschaffen aan Italië om daar honderdduizenden
mensen met vroegpensioen te laten gaan?
Antwoord 15
Op dit moment is er geen sprake van een situatie waarin Italië steunt ontvangt via
het Europees Stabilisatiemechanisme (ESM). Daarnaast bestaat er geen direct verband
tussen het invoeren van bijvoorbeeld een prepensioen maatregel en het op enig moment
ontvangen van steun via Europees Stabilisatiemechanisme door een lidstaat.
Vraag 16
Vindt u dat de begroting van Italië voldoet aan de regels van het Stabiliteits-en
Groeipact?
Antwoord 16
De implementatie van het Stabiliteits- en Groei Pact (SGP) wordt voor het grootste
gedeelte uitgevoerd door de Europese Commissie zoals is vastgelegd in het Verdrag
betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Het is dus in eerste instantie
aan de Europese Commissie om vast te stellen of Italië voldoet aan de regels van het
SGP.
In het algemeen leidt de aangenomen Italiaanse begroting niet tot een substantiële
verbetering van de gezondheid van de overheidsfinanciën, terwijl dit wel het uitgangspunt
is van het SGP. Zo wordt het hoge publieke schuldenniveau niet substantieel omlaag
gebracht en treedt er geen verbetering op in het structureel saldo. Naar oordeel van
het kabinet houdt Italië zich daarmee niet aan de regels van het SGP. Dit punt heeft
de Minister van Financiën ook meerdere keren aan de orde gebracht tijdens de afgelopen
vergaderingen van de Eurogroep en Ecofinraad.
Vraag 17
Hoe vaak en wanneer heeft u de afgelopen vijf jaar formeel bezwaar gemaakt bij de
Europese Commissie of in de Europese Raad dat Italië zich niet aan de begrotingsregels
houdt, niet aan de regels van de bankenunie of andere Europese regels?
Antwoord 17
De Kamer is rondom de verschillende individuele besluiten in het kader van het SGP
en de regels van de bankenunie op de hoogte gesteld door het kabinet. Het gaat het
kabinet niet om individuele lidstaten, maar om consequente naleving en handhaving
van de regels.
Vraag 18
Kunt u de bewijzen van die formele bezwaren (brief aan de Europese Commissie, notulen
van de Europese Raad) aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 18
Het kabinet is, in lijn met het Regeerakkoord, voor een strikte naleving en handhaving
van het Stabiliteits- en Groeit Pact. In verschillende fora, in binnen- en buitenland,
hebben de Minister-President en de Minister van Financiën het belang hiervan onderstreept,
zowel richting de Europese Commissie als andere EU-lidstaten. Zie ook het antwoord
op vraag 3.
Voor wat betreft de regels van de bankenunie wordt verwezen naar het antwoord op vraag
7.
Vraag 19
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden en uiterlijk de dag voor de het debat
over de Staat van de Unie aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 19
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister-president
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.