Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Nijboer over bancaire investeringen in fossiele energie
Vragen van de leden Van den Hul en Nijboer (beiden PvdA) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Financiën over bancaire investeringen in fossiele energie (ingezonden 28 november 2018).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 5 februari 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1071.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Banken investeren veel meer in fossiele dan in duurzame
energie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Vindt u dat het tempo van banken om meer in groene energie te investeren omhoog moet,
ook gezien het feit dat bij de ING het aantal afgegeven leningen met betrekking tot
fossiele brandstoffen met slechts vier procent is afgenomen?
Op welke wijze monitort u, ook in het licht van het Klimaatakkoord, de mate waarin
banken investeren in fossiele versus hernieuwbare energie?
Antwoord 2 en 3
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft in kaart gebracht wat de uitzettingen van financiële
instellingen zijn op CO2-intensieve sectoren. DNB heeft daarbij gekeken naar uitzettingen op sectoren die,
tezamen met het vastgoed, de bulk van de uitstoot van CO2 veroorzaken. Dit zijn achtereenvolgens de sectoren fossiele brandstof, inclusief
toeleveranciers, energieopwekking, zware industrie (chemie, staalproductie, mijnbouw,
papier- en cementindustrie), transport en landbouw. Dit is dus breder dan fossiele
energie alleen. Deze uitzettingen zijn het grootst voor pensioenfondsen (12,4 procent
van het balanstotaal) en banken (11 procent). Bij verzekeraars zijn deze uitzettingen
een stuk lager (4,5 procent). Ik heb, mede naar aanleiding van een motie van de leden
Snels en Sneller2, DNB gevraagd de uitzettingen van de Nederlandse financiële sector op CO2-intensieve sectoren te blijven monitoren.
Het kabinet onderschrijft het belang van de betrokkenheid bij en aansluiting van de
financiële sector op de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. De financiële sector
zal de financiële middelen moeten leveren om de transitie mogelijk te maken. Daarom
heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de sector eerder uitgenodigd
om actief deel te nemen aan het Klimaatakkoord, in het bijzonder aan de taakgroep
financiering. Deze taakgroep werkt met de sectortafels voorstellen uit om de energietransitie
te financieren en hindernissen weg te nemen. De resultaten hiervan zijn op 21 december
2018 gepubliceerd. De Nederlandse financiële sector heeft daarnaast het initiatief
genomen om zich te verbinden aan de doelstellingen uit het Akkoord van Parijs en het
Klimaatakkoord. Ik heb dit initiatief samen met de Minister van EZK verwelkomd. De
sector heeft in dat kader afgesproken om het CO2-gehalte van relevante financieringen en beleggingen te meten. Vanaf het boekjaar
2020 rapporteren zij daarover publiekelijk. Uiterlijk in 2022 maken de partijen hun
actieplannen inclusief reductiedoelstellingen voor 2030 bekend, voor al hun relevante
financieringen en beleggingen. Het is uniek dat de gehele Nederlandse financiële sector
voornemens is om klimaatdoelstellingen te gaan stellen. De financiële sector kan hiermee
een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie. Ik ga dit Nederlandse initiatief
ook in Europees verband op de kaart zetten. Daarmee is tevens opvolging gegeven aan
de motie-Dik-Faber/Van Veldhoven.3
Vraag 4 en 5
Hoe staat het met de ketenanalyse van de olie- en gassector binnen het convenant in
het kader van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO-convenant)
van de bankensector?
Kunt u aangeven of naar aanleiding van eerdere verdenkingen van een aantal Nederlandse
banken ten aanzien van mensenrechten4, er inmiddels een klacht is ingediend bij het Nationaal Contactpunt van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)? Zo nee, acht u het wenselijk
dat hier alsnog een klacht wordt ingediend en op welke wijze is opvolging gegeven
aan deze verdenkingen binnen het IMVO-convenant?
Antwoord 4 en 5
Nee, er is naar aanleiding van het onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer geen klacht
ingediend bij het Nationaal Contact Punt (NCP) voor de OESO-richtlijnen voor multinationale
ondernemingen. Wanneer maatschappelijke organisaties van mening zijn dat banken hun
gepaste zorgvuldigheid bij financiering van bedrijven niet op orde hebben kunnen zij
dit via het klachtenmechanisme van de desbetreffende bank kenbaar maken, of een melding
doen bij het NCP indien sprake is van een mogelijke schending van de OESO-richtlijnen.
De overheid is samen met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), vakbonden en
maatschappelijke organisaties partij bij het IMVO-convenant voor de bancaire sector.
Binnen het convenant hebben banken zich gecommitteerd aan het verder in lijn brengen
van hun gepaste zorgvuldigheid met de OESO-richtlijnen en UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGPs) en is afgesproken dat partijen elkaar kunnen aanspreken wanneer er onvoldoende
stappen worden gezet in het behalen van de vastgestelde doelen. De aangekondigde analyse
van de olie- en gaswaardeketen binnen dit IMVO-convenant is in voorbereiding. De overheid
zal de bevindingen van het Eerlijke Bankwijzer onderzoek over de leningen aan olie-
en gasbedrijven en mensenrechten betrekken bij de voorbereiding van deze analyse.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.