Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Den Boer en Groothuizen over gouden paspoorten en visa
Vragen van de leden Den Boer en Groothuizen (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over Gouden paspoorten en visa (ingezonden 24 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(ontvangen 5 februari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Brussel: «gouden» paspoort speelt criminelen in de kaart»?1 Kent u tevens het rapport van de Europese Commissie waarin wordt gewaarschuwd voor
toenemende criminaliteit nu EU-lidstaten steeds vaker paspoorten verkopen aan vermogende
«investeerders»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u dat deze zogenaamde «gouden paspoorten» en «gouden visa» een probleem kunnen
vormen voor de hele Europese Unie (EU), dan wel de Schengenzone, omdat dit het makkelijker
maakt voor criminelen en terroristen zich in de gehele EU te vestigen?
Antwoord 2
Het kan een probleem zijn wanneer bij de afgifte van «gouden paspoorten» en «gouden
visa» door lidstaten onvoldoende wordt getoetst op openbare orde en nationale veiligheid.
Vraag 3
Erkent u dat ook in Nederland, het verkrijgen van een verblijfsvergunning in ruil
voor investeringen, mogelijk is net als in 19 andere EU-Lidstaten, zoals de Europese
Commissie beweert? Zo ja, vindt u dit wenselijk gelet op de risico’s op toenemende
criminaliteit? Zo nee, wat is dan de oorzaak van de bewering van de Europese Commissie?
Antwoord 3
Nederland kent sinds 2013 een toelatingsregeling voor buitenlandse investeerders;
de aanvraag om een verblijfsvergunning wordt echter strikt getoetst, onder meer door
voorlegging aan de Financial Intelligence Unit in zowel Nederland als in het land
van herkomst van de investeerder. Dit verkleint het risico op witwassen en belastingontwijking
aanzienlijk
Vraag 4
Klopt het dat aan personen die een verblijfsvergunning bemachtigen in ruil voor investeringen
geen of nauwelijks eisen worden gesteld met betrekking tot de inburgering in Nederland?
Vindt u dit eerlijk en in verhouding met de eisen die worden gesteld aan migranten
en vluchtelingen die op een andere manier legaal verblijf in Nederland krijgen toegekend?
Antwoord 4
Net als bij andere categorieën derdelanders die worden toegelaten vanwege hun toegevoegde
waarde voor de Nederlandse economie en/of samenleving, zoals arbeidsmigranten, kennismigranten
en zelfstandigen geldt er voor buitenlandse investeerders geen inburgeringsplicht
voor buitenlandse investeerders. Bovengenoemde migranten komen op grond van andere
redenen naar Nederland dan andere migranten en vluchtelingen en het is dan ook niet
oneerlijk om andere eisen te stellen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het verkrijgen van een EU-paspoort of verblijfsvergunning door
een flinke investering te doen in een EU-lidstaat, niet thuishoort in de EU? Zo ja,
wat voor stappen gaat u ondernemen teneinde dit aan te pakken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik wil in dit antwoord onderscheid maken tussen het verkrijgen van de nationaliteit
en van een verblijfsvergunning.
Op grond van internationaal recht en met inachtneming van de daarin gegeven beperkingen
bepaalt elke Staat ingevolge zijn eigen wetgeving wie zijn onderdanen zijn. Deze nationale
wetgeving wordt door andere Staten geaccepteerd voor zover zij overeenstemt met internationaal
recht. Het is aan het land om vast te stellen of aan nationale (wettelijke) voorwaarden
voor verstrekking van een paspoort is voldaan. In Nederland wordt het verkrijgen van
een nationaliteit niet gezien als een goed dat gekocht kan worden.
Wat betreft het verstrekken van een verblijfsvergunning is het kabinet van mening
dat die kan worden verstrekt aan vreemdelingen die een toegevoegde waarde hebben voor
de Nederlandse samenleving. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld economische, culturele
of sportieve waarde. Een investering kan een voldoende toegevoegde economische waarde
vertegenwoordigen, die het afgeven van een verblijfsvergunning rechtvaardigt.
Vraag 6
Overweegt het kabinet, of een van de bewindspersonen, het uitgeven van een verblijfsvergunning
af te schaffen waarmee personen in ruil voor een investering zich tijdelijk kunnen
vestigen in Nederland of een andere EU-lidstaat? Zo ja, wanneer verwacht u de Kamer
hierover in kennis te stellen? Zo nee, bent u bereid dit gezamenlijk, eventueel met
een aantal bewindspersonen aan te pakken?
Antwoord 6
De evaluatie van de Wet modern migratiebeleid wordt naar verwachting in het tweede
kwartaal van 2019 afgerond. Op basis van deze evaluatie kan te zijner tijd worden
beoordeeld of het wenselijk is dat toelatingsregelingen worden aangepast. De toelatingsregeling
voor buitenlandse investeerders is een van die regelingen.
Vraag 7
Bent u tevens bereid met uw Europese collega’s in gesprek te gaan om gezamenlijk af
te spreken te stoppen met het verstrekken van «gouden visa» en «gouden paspoorten»?
Antwoord 7
De Europese Commissie heeft aangegeven dit onderwerp nauwgezet te monitoren op mogelijke
risico’s en op verenigbaarheid met het EU-recht. Hiervoor zal onder meer een expertgroep
worden opgezet. In dat kader zal Nederland deelnemen aan de discussie op EU-niveau
over dit onderwerp.
Vraag 8
Kunt u de Kamer de beantwoording van deze schriftelijke vragen doen toekomen voorafgaand
aan het algemeen overleg eID/paspoorten op 31 januari 2019?
Antwoord 8
De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.