Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over verstrekking van Nederlandse visa in landen waar geen Nederlands consulaat gevestigd is
Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over verstrekking van Nederlandse visa in landen waar geen Nederlands consulaat gevestigd is (ingezonden 18 januari 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 februari 2019).
Vraag 1
Kunt u toelichten welke bilaterale regeling Nederland als vertegenwoordigde lidstaat
op grond van art. 84) van de Visumcode heeft getroffen met de vertegenwoordigende
lidstaat België inzake visumbehandelingen in Kameroen?1 Kunt u daarbij expliciet ingaan op de beschikbaarstelling van ruimte, medewerkers
en financiële middelen door Nederland als de vertegenwoordigde lidstaat? Kunt u tevens
aangeven in hoeverre aanvragen van bepaalde categorieën onderdanen van derde landen
conform artikel 22 door de vertegenwoordigende lidstaat voor voorafgaande raadpleging
worden doorgezonden naar de centrale autoriteiten van Nederland als vertegenwoordigde
lidstaat – zowel in algemene zin als in de context van Kameroen?
Antwoord 1
Zoals eerder in mijn brief van 4 januari 2019 aangegeven, is de bilaterale Schengenvisumvertegenwoordigingsregeling
die Nederland heeft gesloten met België gebaseerd op de Visumcode (Europese regelgeving),
art. 8.lid 4. d. Dit is in de desbetreffende regeling vastgelegd. Daarnaast zijn in
de regeling afspraken gemaakt op hoofdlijnen, die gelden voor de in de regeling vermelde
locaties voor wederzijdse visumvertegenwoordiging. Deze zien er o.m. op dat visumaanvragen
moeten worden beoordeeld en visa moeten worden verstrekt op basis van de condities
en procedures van de Visumcode.
Afspraken over elke locatie afzonderlijk worden hierbij niet gemaakt.
De aard van Schengenvisumvertegenwoordiging is dat deze plaats vindt met «gesloten
beurzen». Visumvertegenwoordigingsregelingen kunnen worden gemaakt wanneer er voldoende
personele capaciteit en bestaande infrastructuur aanwezig is om de extra aanvragen
van een daartoe verzoekende lidstaat adequaat in behandeling te kunnen nemen. Als
dat niet het geval is, zal het verzoek door die lidstaat worden afgewezen.
Nederland is in staat (geweest) verzoeken van andere lidstaten tot visumvertegenwoordiging
op een aanzienlijk aantal locaties wereldwijd in te willigen. Andere lidstaten kunnen
(konden) weer verzoeken van Nederland tot visumvertegenwoordiging op bepaalde locaties
honoreren. In Kameroen heeft Nederland geen eigen ambassade en vertegenwoordigt België
al sedert geruime tijd Nederland voor Schengenvisa.
Sommige Schengenlanden hebben ten aanzien van bepaalde visumplichtige nationaliteiten
of bepaalde categorieën aanvragers van die nationaliteit, aangegeven dat zij (overeenkomstig
artikel 22 van de Visumcode) voorafgaand aan visumverlening geraadpleegd dienen te
worden in de vorm van electronische toezending van de aanvraaggegevens. Deze raadpleging
kan plaatsvinden bij zowel aanvragen die niet in het kader van vertegenwoordiging
worden gedaan, als bij aanvragen die wel in het kader van vertegenwoordiging wordt
gedaan. Visumvertegenwoordiging staat hier los van.
Voor Nederland geldt dat er geen voorafgaande raadpleging is van een bepaalde visumplichtige
nationaliteit of van categorieën aanvragers van die nationaliteit.
Vraag 2
Op welke gronden rust de Nederlandse interpretatie van de Visumcode, namelijk dat
Nederland zich niet dient te mengen in bezwaren inzake afwijzing van individuele aanvragen?
Antwoord 2
Artikel 32.3 van de Visumcode bepaalt dat aanvragers aan wie een visum is geweigerd
in beroep kunnen gaan. Het beroep wordt ingesteld tegen de lidstaat die de definitieve
beslissing over de aanvraag heeft genomen.
De visumvertegenwoordigingsregeling gebaseerd op art. 8.lid 4.d, van de Visumcode,
is inclusief de mogelijkheid tot het nemen van een weigeringsbeslissing op een visumaanvraag.
Alle definitieve beslissingen -positief en negatief- worden dan genomen door de vertegenwoordigende
lidstaat.
In dit licht moet tegen een weigeringsbeslissing beroep worden ingesteld in de vertegenwoordigende
lidstaat. De behandeling van het bezwaar/beroep vindt dan geheel zelfstandig plaats
door de vertegenwoordigende lidstaat volgens het nationale recht van die lidstaat.
Vraag 3
Waarom wordt het reguliere overleg over knelpunten niet ook benut voor het afdoening
van bezwaren tegen afwijzingen van visumaanvragen?
Antwoord 3
In het Nederlandse Schengenvisumproces zijn vastgestelde procedures voor de behandeling
van bezwaar-en beroepszaken bij visumaanvragen. Aan visumaanvragers wordt bij de weigeringsbeschikking
op een aanvraag aangegeven hoe, bij welke instantie en binnen welke termijn een bezwaarschrift
kan worden ingediend. In Nederland worden bezwaarschriften behandeld door medewerkers/juristen
van de IND/Visadienst. Beroep kan worden ingesteld bij een rechtbank.
Het regulier overleg met België is een ambtelijk overleg waarbij, zoals ik in mijn
reactie van 4 januari 2019 heb toegelicht, eventuele knelpunten -op hoofdlijnen- in
de wederzijdse visumvertegenwoordiging worden besproken. Voor afhandeling van individuele
bezwaarzaken is het regulier overleg niet het geëigende kanaal en is het evenmin de
bevoegde instantie.
Vraag 4
In hoeverre deelt u de vrees van de indieners dat het feit dat een aanvrager gedwongen
wordt in een ander land te procederen dan het land van bestemming, de procedure ineffectief
maakt, wat in strijd zou zijn met bepalingen in het Handvest van de Europese Unie
inzake het recht op een effectieve procedure?
Antwoord 4
De Visumcode voorziet sinds 2011 expliciet in waarborgen voor een behoorlijke rechtsgang
voor visumaanvragers, zoals destijds beoogd door de EU-landen, wat visumvertegenwoordiging
op basis van art. 8. lid 4, onder d van de Visumcode ook mogelijk maakt.
Met het arrest El Hassani (C-403/16) van 13 december 2017, werd bevestigd dat lidstaten
bij Schengenvisumaanvragen gehouden zijn, op grond van artikel 32, lid 3 van de Visumcode,
een effectief beroepsmiddel te bieden in de zin van artikel 13 EVRM en artikel 47
van het Handvest.
Met in achtneming van deze voorziene waarborgen bij visumvertegenwoordiging, ben ik
van mening dat verschillen in de nationale beroepsprocedures bij de Schengen lidstaten
bij visumzaken een effectieve rechtsbescherming niet in de weg staan.
De vraag of een uitleg van artikel 8, lid 4, onder d en artikel 32, lid 3 van de Visumcode,
die inhoudt dat de aanvragers het beroep tegen de weigering om aan hen een visum te
verlenen uitsluitend in de vertegenwoordigende lidstaat kunnen instellen, in overeenstemming
is met het recht op effectieve rechtsbescherming als bedoeld in artikel 47, is onderwerp
van prejudiciële vragen gesteld door de Rechtbank Utrecht aan het Hof van Justitie.
Ik wil niet op de uitkomsten van die procedure vooruitlopen.
Vraag 5
Hoe duidt u de visie van lidstaat Italië dat het vertegenwoordigde land verantwoordelijk
is voor behandeling van een bezwaarschrift/herzieningsverzoek?
Antwoord 5
Nederland heeft met Italië een bilaterale visumvertegenwoordigingsregeling gesloten.
Deze afspraak is in een Note Verbale (NV) vastgelegd.
In de NV staan de voorwaarden voor visumvertegenwoordiging tussen Nederland en Italië
vermeld. De afspraak met Italië is gebaseerd op art. 8, lid 4, onder d), van de Visumcode
en behelst aldus volledige vertegenwoordiging. Dat betekent dat in landen waar Italië
de vertegenwoordigende lidstaat is van Nederland, Italië ook beslissingen neemt tot
weigering van een visumaanvraag. Beroep tegen deze weigeringen dient te worden ingesteld
in Italië.
Vraag 6
Hoe is gewaarborgd en hoe wordt erop toegezien dat de visumbehandeling door België
namens Nederland in Kameroen niet alleen op papier, maar ook in de praktijk, op correcte,
efficiënte en effectieve wijze geschiedt?
Antwoord 6
Schengenvisumverlening leent zich bij uitstek voor samenwerking tussen de Schengenlanden.
De regelgeving is geharmoniseerd (Visumcode) evenals de voorwaarden en procedures
voor de visumverlening.
Tijdens het regulier overleg met België staan naast actuele ontwikkelingen,eventuele
aandachtpunten of bijzonderheden over de locaties van wederzijdse visumvertegenwoordiging
op de agenda. Indicator hierbij is o.m. het aantal klachten dat Nederland bereikt
met betrekking tot visumvertegenwoordiging door België. Op het departement zijn met
betrekking tot visumvertegenwoordiging door België in Kameroen over de afgelopen 4
jaar slechts 2 klachten ontvangen. Er zijn daarnaast geen andere signalen dat de visumvertegenwoordiging
door België voor Nederland in Kameroen niet adequaat verloopt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.