Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Groot, Schonis, Bromet en Kröger over het bericht dat er 277 containers overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden, waarvan drie met benzoylperoxide
Vragen van de leden De Groot, Schonis (beiden D66), Bromet en Kröger (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat er 277 containers overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden, waarvan drie met benzoylperoxide (ingezonden 7 januari 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 5 februari
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over 277 containers die overboord zijn
geslagen bij de Waddeneilanden, waarvan drie met benzoylperoxide?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten wie er verantwoordelijk is voor de bescherming van natuur en milieu
in het Waddengebied? Mede gelet op de verplichtingen inzake de Trilaterale Waddenzeesamenwerking,
Natura 2000, UNESCO Werelderfgoed en de Waddenzee als grootste «Transboundary Ramsar
Site»?2
Antwoord 2
De regeringen van de drie Waddenzeelanden Denemarken, Duitsland en Nederland werken
samen aan de bescherming van de Waddenzee conform de vastgestelde «2010 Gezamenlijke
Verklaring over de bescherming van de Waddenzee». De drie landen geven hier invulling
aan door het ondertekenen van periodieke, 4-jaarlijkse trilaterale Verklaringen inzake
de bescherming van de Waddenzee. Voor Nederland tekent de hiervoor verantwoordelijke
Minister van LNV deze verklaringen.
Voor de uitvoering van deze afspraken die opgenomen zijn in de trilaterale Verklaringen
en die mede invulling geven aan genoemde verplichtingen, wordt nauw samengewerkt met
de direct betrokken partijen vanuit de bestaande gezamenlijke verantwoordelijkheid.
De delegatie vanuit Nederland in het trilaterale Waddenzeebestuur kent derhalve ook
vertegenwoordigers vanuit deze partijen, namelijk de ministeries van LNV en IenW,
de Waddenprovincies en de Waddengemeenten.
Op grond van de Waterwet en de Wet Natuurbescherming is Rijkswaterstaat verantwoordelijk
voor de ecologische en chemische waterkwaliteit, respectievelijk het natuurbeheer
(Natura 2000) van de Waddenzee. Met de Waddenzee wordt het groot oppervlaktewater
(inclusief droogvallende platen, Rottums, kwelders en Eems-Dollard) als begrensd in
de Waterregeling bedoeld. De Wet natuurbescherming kent daarnaast verantwoordelijkheden
toe aan het Ministerie van LNV en de provincies die gelden in het Waddengebied. Tenslotte
ligt er nog een verantwoordelijkheid bij de diverse terrein beherende organisaties
die actief zijn in het Waddengebied, zoals Natuurmonumenten en de provinciale landschappen.
Vraag 3
Kunt u toezeggen dat negatieve gevolgen voor natuur en milieu in de Waddengebied maximaal
tegengegaan worden? Zo ja, op welke wijze gaat u deze toezegging bewerkstelligen?
Antwoord 3
Mijn prioriteit ligt nu bij het bergen van de containers. Ik wil voorkomen dat er
nog meer materiaal vrijkomt in dit UNESCO werelderfgoed en daarmee dat de negatieve
gevolgen voor natuur en milieu toenemen. Verder doet Rijkswaterstaat samen met onder
andere de Waddenacademie, onderzoek naar de effecten (vogels, natuur, waterkwaliteit)
maar ook naar eventuele maatregelen voor het behoud van de natuur in het Natura 2000-gebied,
zowel voor de Waddenzee als de Noordzee. Wageningen Marine Research is gevraagd om
een eerste inschatting te geven van de mogelijke ecologische effecten en eventuele
aanpassing in de monitoring.
Vraag 4
Hoe waarschijnlijk acht u de kans dat containers, die nu nog op zee zijn, in botsing
komen met bijvoorbeeld visserijschepen en een tweede ecologische ramp veroorzaken?
Antwoord 4
Om deze kans zo klein mogelijk te houden zijn en worden de containers gelokaliseerd
en is een bergingsplan opgesteld. Om te voorkomen dat er nog meer materiaal in dit
UNESCO werelderfgoed komt en daarmee de gevolgen voor natuur en milieu toenemen, ligt
mijn prioriteit bij het bergen van de containers. Hierbij geldt dat de bergers voor
een veilige berging afhankelijk zijn van de weersomstandigheden.
Via berichtgeving aan de scheepvaart informeert de Kustwacht de vaarweggebruikers
over de locatie van containers in de vaarwegen.
Op drukke plekken met veel vaarbewegingen en waar veel containers liggen, worden schepen
ingezet die overige gebruikers informeren.
Vraag 5
Is het mogelijk om containers traceerbaar te maken, zodat ze snel geborgen kunnen
worden? Zo ja, waarom gebeurt dat nog niet?
Antwoord 5
In mijn brief van 15 januari heb ik aangegeven dat ik mij er voor zal inspannen dat
containers bij incidenten gemakkelijker kunnen worden opgespoord. Dit zou bijvoorbeeld
kunnen door het chippen van containers. Ik zal daartoe de mogelijkheden verkennen.
Daartoe strekkende afspraken zijn echter alleen te realiseren in internationaal verband.
Vraag 6
Kunt u aangeven wie er wettelijk aansprakelijk is voor de negatieve gevolgen voor
natuur en milieu in het Waddengebied?
Antwoord 6
De reder is namens de Staat direct aansprakelijk gesteld en door Rijkswaterstaat tot
opruiming verplicht op basis van de Wet bestrijding maritieme ongevallen. De reder
heeft laten weten zich verantwoordelijk te voelen en alle opruimkosten te zullen betalen.
Ook wil het bedrijf alles in het werk stellen om schade te beperken.
Vraag 7
Op welke wijze worden de gevolgen van de overboord geslagen containers voor natuur
en milieu inzichtelijk gemaakt inclusief de negatieve effecten op dieren door het
eten van kleine plastic deeltjes op de korte, midden en lange termijn, aangezien het
Waddengebied en de Noordzeekustzone unieke natuurgebieden zijn?
Antwoord 7
Rijkswaterstaat is in samenwerking met onder andere de Waddenacademie gestart met
een onderzoek naar de (middel)lange termijneffecten van de plastic verontreiniging
op de fauna van de Waddenzee als gevolg van de overboord geslagen containers. Daarnaast
moet dit onderzoek inzichtelijk maken of maatregelen moeten worden genomen om de waarden
van de Waddenzee te behouden en ontwikkelen. In de opzet en uitvoering van het onderzoek
zoeken de Waddenacademie en Rijkswaterstaat aansluiting bij het bestaande Trilaterale
Onderzoeks en Monitoringsprogramma (TMAP).
Op de Noordzee, inclusief de Noordzeekustzone, loopt reeds een meerjarig monitoringsprogramma
zwerfvuil, dat in het kader van de Kaderrichtlijn Marien wordt uitgevoerd. Binnen
dit reguliere monitoringsprogramma zal ook de mogelijke impact van de overboord geslagen
containers zichtbaar zijn.
Vraag 8
Het verpakkingsmateriaal, zoals piepschuim en plastic korrels, is klein, lastig op
te ruimen en dreigt onder de oppervlakte op wadplaten en kwelders te accumuleren;
op welke wijze voorkomt u, in de dynamische gebieden Waddengebied en de Noordzeekustzone
deze vervuiling? Op welke wijze voorkomt u dat vervuiling onder de oppervlakte verdwijnt?
Op welke wijze wordt vervuiling onder de oppervlakte opgeruimd?
Antwoord 8
Door de opsporing en berging van de containers wordt zoveel mogelijk voorkomen dat
verdere vervuiling van stranden en aangrenzende gebieden door aangespoelde lading
optreedt. Het grovere afval op de stranden is, mede dankzij de inzet van vele vrijwilligers
en militairen vrijwel opgeruimd, maar het strand is niet schoon. Bijzondere aandacht
gaat daarbij uit naar kleine stukjes plastic (korreltjes piepschuim) die moeilijk
te vinden en te verwijderen zijn. Er wordt bij het opruimen daarvan zoveel als mogelijk
gebruik gemaakt van technische hulpmiddelen, zoals beach cleaners, waarmee ook wat
kleiner afval kan worden verwijderd.
Vraag 9
Welk aanvullend onderzoek – bijvoorbeeld in het kader van het onderzoeksprogramma
Trilaterale Waddenzeesamenwerking/Trilateral Monitoring and Assessment Programme (TMAP)
– gaat u doen om aanvullende maatregelen en eventuele aanpassingen van toekomstig
beleid te kunnen formuleren?
Antwoord 9
Bij het onderzoek naar de effecten van plasticverontreiniging op de fauna in de Waddenzee
wordt aansluiting gezocht bij het Trilaterale Onderzoeks en Monitoringsprogramma (TMAP).
Het onderzoek moet tevens maatregelen benoemen die genomen kunnen worden om de nadelige
effecten op de fauna aan te pakken.
Ook wordt samenwerking gezocht met Wageningen Marine Research, de Coalitie Wadden
Natuurlijk, Rijksuniversiteit Groningen en andere partijen zoals SOVON Vogelonderzoek
Nederland en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ).
Vraag 10
Op welke wijze zullen de gevolgen voor natuur en milieu van deze ramp op de midden
en lange termijn opgelost worden?
Antwoord 10
Zie de antwoorden op vragen 7 en 9.
Vraag 11
Heeft u kennisgenomen van de vele vrijwillige opruimacties die worden georganiseerd?
Antwoord 11
Ja. Het is fantastisch om te zien dat zo veel vrijwilligers, instanties en organisaties
zich hebben ingezet om te helpen met het opruimen.
Vraag 12
Kunt u aangeven welke centrale coördinatie vanuit overheden plaatsvindt omtrent deze
opruimacties en hoe dit door de verantwoordelijke overheden wordt gefaciliteerd?
Antwoord 12
Het wettelijk kader voor de coördinatie bij een bovenregionale crisis is de Wet op
de veiligheidsregio’s. In dit geval ligt de coördinatie bij de veiligheidsregio Fryslân.
Vraag 13
Zijn de vrijwilligers voldoende toegerust, bijvoorbeeld in de vorm van een centraal
aanspreekpunt, materieel, informatievoorziening en veiligheidsinformatie?
Antwoord 13
Veel mensen hebben geholpen met het opruimen van het aangespoelde afval. Op dit moment
zijn de stranden, dijken en kwelders zo goed mogelijk opgeruimd en zijn er geen vrijwilligers
meer nodig. Via onder andere de website van de veiligheidsregio wordt gecommuniceerd
over actuele opruimacties. De opruimacties worden niet centraal gecoördineerd, maar
vinden vooral plaats op basis van lokale initiatieven en door de Friese Waddengemeenten.
Rommel op zee, op de Afsluitdijk en in de kwelders is en wordt opgeruimd door professionele
bedrijven.
Vraag 14
Bent u bereid om zo snel mogelijk zorg te dragen voor een gedegen en veilige (informatie)voorziening
omtrent (vrijwillige) opruimacties op de Wadden? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 14
Zie het antwoord op vraag 13.
Vraag 15
Zal het leger, dat nu is ingezet om het afval op te ruimen, ook zorgdragen voor het
opruimen van oud legermateriaal tussen paal 2 en 5 van het Terschellingstrand?
Antwoord 15
De Veiligheidsregio Fryslân is verantwoordelijk voor de coördinatie van de opruimacties.
De opruimacties zijn nu gericht op het voorkomen van vervolgschade voortkomend uit
het overboord slaan van containers van de MSC Zoë.
Vraag 16
Onderschrijft u een rol voor de toekomstige Waddenautoriteit in de organisatie en
informatievoorziening bij dergelijke calamiteiten?
Antwoord 16
In het Regeerakkoord is opgenomen dat er één beheerautoriteit komt voor de Waddenzee,
die een integraal beheerplan uitvoert. De verkenning die in opdracht van de ministers
van LNV en IenW wordt uitgevoerd, is vrijwel afgerond. Binnenkort bespreek ik samen
met de Minister van LNV hoe de Beheerautoriteit kan worden ingevuld. Of de beheerautoriteit
een coördinerende rol kan krijgen bij de calamiteitenbestrijding is daarbij relevant.
Vraag 17
Kunt u toezeggen dat u een rol en een taak ziet weggelegd voor de Waddenautoriteit
om de ecologische gevolgen van deze ramp op korte, midden en lange termijn inzichtelijk
te maken?
Antwoord 17
In het antwoord op vraag 7 heb ik gemeld hoe de gevolgen van de overboord geslagen
containers in kaart worden gebracht. Een eventuele rol voor de beheerautoriteit is
mede afhankelijk van de nog te maken keuze over de invulling van de beheerautoriteit
(zie antwoord 16).
Vraag 18
Bent u op de hoogte dat de vissers in het Waddengebied hulp hebben aangeboden bij
het opruimen van de rommel? Op welke wijze gaat u dit faciliteren of hierin bemiddelen?
Antwoord 18
Vissers hebben in de afgelopen dagen in de zeegaten veel drijvend afval opgevist uit
de Waddenzee en Noordzeekustzone. De rederij heeft inmiddels ook laten weten vissers
in te willen zetten bij de verdere bergingswerkzaamheden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.