Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Arno Rutte en Van Gent over het bericht ‘Wantrouwen: het verkeerde uitgangspunt’
Vragen van de leden ArnoRutte en Van Gent (beiden VVD) aan de Minister voor Medische Zorg en de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Wantrouwen: het verkeerde uitgangspunt» (ingezonden 13 december 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 30 januari 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1066.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de blog «Wantrouwen: het verkeerde uitgangspunt»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2 en 3
Wat vindt u van het feit dat een patiënt vier toestemmingsformulieren moet invullen
zodat al zijn behandelend artsen toegang hebben tot de noodzakelijke gegevens? Deelt
u de mening van de auteur dat dit toestemmingscircus in de weg staat van het snel
en adequaat uitwisselen van medische gegevens ten behoeve van de behandeling van de
patiënt?
Deelt u de mening dat het snel en volledig delen van medische gegevens tussen alle
Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)-geregistreerde zorgverleners in het
belang is van de patiënt?
Antwoord 2 en 3
Voor het verlenen en verkrijgen van goede zorg is het van groot belang om de juiste
medische informatie op het juiste moment bij de juiste zorgverlener beschikbaar te
hebben.
Vanwege de gevoelige aard van de gegevens zijn goede waarborgen voor de toegang tot
en de beveiliging van de medische informatie essentieel. Deze waarborgen kunnen inhouden
dat een patiënt meerdere keren toestemming zal moeten geven bij het uitwisselen van
informatie (ook om zo mee te kunnen bepalen wat juiste zorg op de juiste plek is).
De uitdaging daarbij is hoe die toestemming op eenvoudige wijze vorm kan worden gegeven
en daarmee uitvoerbaar te houden, voor zowel de patiënt als de zorgaanbieder. Zie
ook het antwoord op de vragen 4 en 5.
Vraag 4
Waarom wordt een behandelend arts niet per definitie vertrouwd met medische gegevens
wanneer dit in het belang van de patiënt is?
Antwoord 4
De noodzakelijke toestemming door de patiënt voor het delen van gegevens heeft te
maken met het medisch beroepsgeheim. Het medisch beroepsgeheim (vastgelegd in de WGBO)
garandeert dat iedereen vrijelijk voor hulp bij een zorgverlener kan aankloppen en
dat patiënten volledig open naar hun behandelaar kunnen zijn omdat hen de zekerheid
wordt geboden dat de informatie vertrouwelijk blijft. Bij schending van het beroepsgeheim
loopt de behandelaar het risico voor de tuchtrechter te komen. Toestemming tot het
delen van informatie is daarom een noodzakelijke voorwaarde.
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) stelt onder meer eisen rondom het
geven van een dergelijke toestemming. Medische gegevens zijn bijzondere persoonsgegevens
waaraan door de AVG extra eisen worden gesteld, zoals de uitdrukkelijke toestemming
voor het verwerken van de medische gegevens buiten de behandelrelatie. Eenmalige brede
toestemming is daardoor niet mogelijk. Zie verder ook het antwoord op vraag 6.
Vraag 5
Waarom is voor het uitwisselen van noodzakelijke medische gegevens tussen BIG-geregistreerde
zorgverleners voor iedere zorgverlener een aparte door de patiënt getekende toestemming
nodig? Is het mogelijk te kiezen voor een eenmalige brede toestemming?
Antwoord 5
Zoals bij vraag 4 aangegeven is een eenmalige brede toestemming niet mogelijk. Wel
wordt binnen het programma Gespecificeerde Toestemming Structureel (GTS), waarover
ik uw Kamer onlangs per brief (d.d. 20 december, Kamerstuk 27 529, nr. 167) heb geïnformeerd, nagedacht over het elektronisch registreren van toestemming op
voorhand zodat het elke keer invullen van een formulier niet nodig is. Er is een oplossing
uitgewerkt hoe de patiënt toestemming kan registreren waarbij geprobeerd is recht
te doen aan de wettekst en daarbij rekening te houden met zowel de privacy als de
uitvoerbaarheid. De uitwerking voorziet in 160 toestemmingsmogelijkheden waar de patiënt
zich over moet uitspreken. Dit lijkt voor veel patiënten niet te overzien, en voor
zorgverleners heel lastig om mee te werken. Zoals uit het artikel waar u naar verwijst
(https://www.vektis.nl/blog/wantrouwen-het-verkeerde-uitgangspunt) ook al blijkt: niet elke burger wil veel moeite doen om de benodigde toestemming
te geven.
De vraag is dan ook hoe we enerzijds recht kunnen doen aan de behoefte van de patiënt
om zelf regie te kunnen voeren over zijn gegevens en vertrouwen te kunnen hebben in
de geheimhouding van de zorgverlener en anderzijds voor iedereen goede zorg wordt
verleend waarbij goede informatie over de medische situatie van de patiënt heel belangrijk
is. Graag ga ik, zoals ook aangekondigd in de hiervoor genoemde voortgangsrapportage,
met uw Kamer in gesprek over het voorstel van de stuurgroep GTS om na te denken over
een scenario, waarbij de bedoeling van het wetsartikel t.a.v. gespecificeerde toestemming
als uitgangspunt wordt genomen en waarbij een burger bepaalt hoe gespecificeerd hij
zijn toestemmingsprofiel wil vastleggen.
Vraag 6
Is het mogelijk in plaats te kiezen voor een opt-in (de patiënt geeft uitdrukkelijk
toestemming voor het uitwisselen van de medische gegevens) te kiezen voor een opt-out
systeem (gegevens mogen worden uitgewisseld, tenzij de patiënt heeft aangegeven dat
dit niet mag)?
Antwoord 6
De AVG staat niet toe om te kiezen voor een opt-out. Het delen van gegevens buiten
de behandelrelatie waarbinnen de gegevens worden verwerkt, kan alleen op basis van
uitdrukkelijke toestemming (artikel 9, tweede lid, onderdeel a, AVG). Met uitdrukkelijke
toestemming wordt gedoeld op toestemming die wordt gegeven door middel van een duidelijke
actieve handeling, bijvoorbeeld een schriftelijke (eventueel elektronische) verklaring
of een mondelinge verklaring, waaruit blijkt dat de betrokkene vrijelijk, specifiek,
geïnformeerd en ondubbelzinnig met de verwerking van zijn persoonsgegevens instemt.
Een opt-out regeling voldoet daar niet aan.
Vraag 7 en 8
Welke wet- en regelgeving staat in de weg om te realiseren dat medische gegevens snel
en volledig gedeeld kunnen worden in het belang van de patiënt?
Bent u bereid om maatregelen te nemen om deze wet- en regelgeving, in het belang van
goede patiëntenzorg, aan te passen? Zo ja, wanneer kunnen we deze aanpassingen verwachten?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7 en 8
Zie het juridische kader bij de beantwoording op de vragen 4 en 5. De AVG en de regelgeving
rondom het medisch beroepsgeheim zijn voor mij heldere en belangrijke uitgangspunten,
die de rechten en privacy van de burger waarborgen en beschermen. Wel is een aandachtspunt
hoe deze belangen kunnen worden gewaarborgd, maar tegelijk ook uitvoerbaar blijven.
Dit speelt zoals hierboven geschetst in het bijzonder bij de uitwerking van de gespecificeerde
toestemming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.