Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over de gruwelijke wereld achter de handel in cavia’s
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de gruwelijke wereld achter de handel in cavia’s (ingezonden 11 december 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 30 januari
2019).
Vraag 1
Kent u de uitzending van Kassa van zaterdag 24 november 2018 over de ernstige misstanden
in de fokkerij van- en handel in cavia’s?1
Antwoord 1
Ja, deze uitzending is mij bekend.
Vraag 2
Was u op de hoogte van de manier waarop cavia’s worden gehuisvest, behandeld en getransporteerd
in groothandels? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik betreur het dat cavia’s bij de op TV getoonde handelaar op deze manier gehuisvest
en behandeld zijn. Op basis van beelden bij één handelaar zijn echter geen conclusies
te trekken. In Nederland is sprake van specifieke dierenwelzijnswetgeving voor dieren
die bedrijfsmatig gehouden worden. Indien overtredingen worden geconstateerd dan kan
hier tegen opgetreden worden.
Vraag 3
Hoeveel cavia’s worden er jaarlijks verkocht in Nederland?
Antwoord 3
ik houd geen cijfers bij over de verkoop van cavia’s. In het rapport «Feiten en cijfers
gezelschapsdierensector 2015» wordt geschat dat er in Nederland in 2014 zo’n 500.000
knaagdieren werden gehouden, waaronder cavia’s.
Vraag 4
Welk toezicht is er in Nederland op de (tussen)handel in cavia’s?
Antwoord 4
De NVWA en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) zijn aangewezen als
toezichthouders voor de naleving van de regelgeving op het terrein van dierenwelzijn,
waarbij de LID het voortouw heeft voor de welzijnscontroles bij handelaren in gezelschapsdieren
(niet zijnde honden). Zij voeren toezichtcontroles uit bij bedrijfsmatige houders
van dieren. Indien overtredingen van de dierenwelzijnsregelgeving door particulieren
gesignaleerd worden, dan kunnen die gemeld worden bij het meldnummer 144. De LID en
de politie nemen deze meldingen in behandeling.
Vraag 5
Hoe vaak is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in de afgelopen vier
jaar op inspectie geweest bij tussenpartijen die handelen in cavia’s, welke overtredingen
van de Wet dieren en het Besluit Houders van dieren zijn daarbij geconstateerd en
welke bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke maatregelen zijn er in die periode
opgelegd?
Antwoord 5
De LID heeft sinds 1 januari 2015 47 inspecties ter plaatse uitgevoerd bij handelaren.
Dit betrof niet enkel de inspecties van handelaren in cavia’s, maar omvatte ook handelaren
in andere diersoorten. Naar aanleiding van vier van deze inspecties is een proces-verbaal
opgemaakt en zijn meerdere bestuursrechtelijke sancties opgelegd (last onder dwangsom
en boete).
De LID zal de controles in 2019 meer gaan richten op inspecties van toeleveranciers
van dieren die voor de verkoop worden aangeboden in tuincentra en dierenspeciaalzaken.
Vraag 6
Is de door Kassa bezochte groothandel in cavia’s bij u bekend?
Antwoord 6
De bezochte groothandel is mij bekend.
Vraag 7
Zijn er bij de door Kassa bezochte handelaar recentelijk inspecties uitgevoerd door
de NVWA en/of andere toezichthoudende instanties? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat
kwam er uit de inspectie(s) naar voren en welke maatregelen zijn genomen tegen de
handelaar?
Antwoord 7
De NVWA noch de LID hebben recentelijk inspecties uitgevoerd bij de door Kassa bezochte
groothandel. Er wordt risicogericht toezicht gehouden. Dit betekent dat er met name
daar inspecties plaatsvinden waar het risico op niet naleving het hoogst is.
Vraag 8
Wat is uw reactie op het verhaal van een oud-medewerker van de groothandel, die vertelt
hoe in de handel zieke dieren in de praktijk niet naar een dierenarts worden gebracht,
maar worden doodgeslagen?
Antwoord 8
Volgens het Besluit houders van dieren moet een gewond of een ziek dier direct passende
zorg ontvangen. Bij het doden van dieren en daarmee verband houdende activiteiten
moet elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden worden bespaard. Indien deze
nodige zorg niet wordt verleend, of indien het doden niet volgens de regels gebeurt,
is er sprake van een overtreding en kan hier tegen opgetreden worden.
Vraag 9
Klopt het dat het doodslaan van (zieke) dieren een strafbaar feit is?
Antwoord 9
Ja, het doodslaan van dieren kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden
aangepakt.
Vraag 10
Wordt hier door de NVWA op gecontroleerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke schaal
gebeurt het dat zieke dieren door de houder zelf worden gedood?
Antwoord 10
Indien de NVWA of de LID op een bedrijf komen en kunnen vaststellen dat dieren worden
gedood in strijd met de regelgeving dan kan hier tegen opgetreden worden. De schaal
waarop kleine knaagdieren zelf worden gedood door handelaren is lastig in te schatten.
De doodsoorzaken van cavia’s worden niet landelijk bijgehouden.
Vraag 11
Weet u hoe vaak er in Nederland bij de caviafokkerij en de caviahandel en -tussenhandel
«culling» voorkomt (het doden van gezonde dieren door de houder, omdat het dier bijvoorbeeld
een ongewenste kleur heeft, of omdat het dier te oud is om nog een goede prijs op
te brengen)? Zo nee, waarom niet, waarom ontbreekt dat overzicht en bent u bereid
dit te laten onderzoeken?
Antwoord 11
Nee, over dit overzicht beschik ik niet. Zoals hiervoor aangegeven worden de doodsoorzaken
van cavia’s niet landelijk bijgehouden. Bij de evaluatie van de Wet Dieren zal er
ook gekeken worden naar de bepalingen betreffende het doden van dieren, waaronder
de situaties waarin dieren mogen worden gedood.
Vraag 12
Werkt het feit dat cavia’s voor de wet productiedieren zijn en ook op die wijze gefokt
en verhandeld mogen worden, waarbij iedere extra uitgave aan bijvoorbeeld dierenarts
of medicijnen er een is die de prijs van het «product» omhoog stuwt, dit soort praktijken
in de hand? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ook in dieren die niet voor de productie mogen worden gehouden kan worden gehandeld.
Cavia’s zijn voor de wet ook gezelschapsdieren. Om deze dieren te beschermen zijn
speciaal voor bedrijfsmatig gehouden gezelschapsdieren welzijnseisen opgenomen in
het Besluit houders van dieren.
Vraag 13
Wat is uw reactie op het feit dat de betreffende groothandel cavia’s verkoopt met
een ontsteking van het oogslijmvlies (Chlamydia caviae)?
Antwoord 13
Ik betreur het dat er zieke dieren worden verkocht, maar dieren kunnen nu eenmaal
ziek worden. Zij moeten dan wel passend worden verzorgd zoals aangegeven in mijn antwoord
op vraag 8. Op basis van de getoonde beelden kan ik geen oordeel vellen over de gezondheid
van de cavia’s.
Vraag 14
Bent u ervan op de hoogte dat de bacterie (Chlamydia caviae) die deze ziekte bij cavia’s
veroorzaakt bij mensen oogontsteking en longontsteking kan veroorzaken?2
Antwoord 14
Ja, chlamydia is een zoönose die verschillende klinische klachten bij de mens kan
veroorzaken.
Vraag 15
Klopt het dat het verkopen van zieke dieren strafbaar is?
Antwoord 15
In beginsel is dit niet verboden. Volgens het Besluit houders van dieren dient de
verkoper van het dier de koper te voorzien van juiste informatie betreffende de gezondheidsstatus
van het dier. Ook dient een dier op een passende wijze te worden verzorgd. Indien
aan beide voorwaarden wordt voldaan kan een koper een dier overnemen. De nieuwe eigenaar
heeft daarbij ook de plicht om het dier op een passende wijze te verzorgen.
Vraag 16
Welke actie gaat u samen met de Minister van Justitie en Veiligheid ondernemen tegen
de verkoper van de zieke cavia’s?
Antwoord 16
Het toezicht op de handel ligt bij de LID en de NVWA en niet bij de politie. Deze
diensten treden op indien zij misstanden controleren.
Vraag 17
Welk effect van voorlichting voor de potentiële koper van een huisdier verwacht u,
wanneer deze koper niet kan controleren wat de dierenwelzijnsomstandigheden zijn bij
de groothandel, aangezien deze vrijwel altijd gesloten zijn voor particulieren en
dierenwinkels?
Antwoord 17
Een verantwoorde aanschaf van een huisdier en de borging van het welzijn van huisdieren
in Nederland is mijns inziens alleen mogelijk indien alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid
nemen. Fokkers en handelaren zijn primair verantwoordelijk voor een goede en gezonde
fokkerij en de verkoop van dieren. De landelijke overheid stelt met welzijnsregels
de ondergrens vast en controleert hierop. Een kritische, goed geïnformeerde consument
kan mogelijke misstanden signaleren en proberen een juiste fokker of winkelier te
kiezen op basis van de door voorlichting beschikbaar gestelde informatie. Ik verwacht
dus niet dat een koper alle misstanden weet te voorkomen, wel dat hij kritisch blijft
bij de aanschaf en eventuele misstanden meldt.
Vraag 18
Wat is uw reactie op de beelden waarin een verkoper van de dierenwinkel onjuiste informatie
aan een mogelijke koper geeft over zorg die nodig is voor een cavia door te stellen
dat een cavia best solitair gehouden kan worden en dat het dier voldoende heeft aan
«genoeg knuffelen»?
Antwoord 18
Een dierenwinkel heeft de verantwoordelijkheid correcte informatie te laten verstrekken
over het houden en verzorgen van dieren. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld de bijsluiters
van het LICG gebruikt worden. Hierin wordt afgeraden cavia’s alleen te houden. Om
juiste informatie aan de koper te borgen dient in elke dierenwinkel een beheerder
aanwezig te zijn met een bewijs van vakbekwaamheid. Voor dierenwinkels die reeds op
1 juli 2014 bedrijfsmatig handelden in dieren geldt een overgangstermijn tot 1 januari
2020 in verband met het halen van het bewijs van vakbekwaamheid.
Vraag 19
Klopt het dat het verstrekken van onjuiste informatie aan een mogelijke koper strafbaar
is?
Antwoord 19
Op basis van het Besluit houders van dieren dient inderdaad informatie verstrekt te
worden aan de koper met betrekking op de verzorging, huisvesting en het gedrag van
het gezelschapsdier en de kosten die gemoeid gaan met het houden van het gezelschapsdier.
Wanneer de verkoper zich hier niet aan houdt kan hiertegen opgetreden worden.
Vraag 20
Deelt u de mening van de dierenarts die in de uitzending zegt dat de manier waarop
cavia’s in glazen bakken of «diereilanden» tentoongesteld worden aan potentiële kopers
slecht is voor het welzijn van de cavia’s?
Antwoord 20
Op grond van het Besluit houders van dieren mag een dier geen onnodige stress ervaren.
Dit houdt in dat in een verblijf van de dieren voldoende schuilplekken aanwezig dienen
te zijn zodat een dier zich aan het zicht van de mensen kan onttrekken. Het beschrijft
ook dat dier zijn eigen fysiologische en etiologische gedrag moet kunnen uitvoeren.
Wanneer er schuilplekken zijn kan een cavia zelf kiezen waar hij zich bevindt.
Vraag 21
Bent u bereid een verbod in te stellen op het tentoonstellen van dieren voor de verkoop
in zogenaamde diereilanden, analoog aan het verbod op het tentoonstellen van dieren
in etalages?
Antwoord 21
Op grond van Besluit houders van dieren dienen er schuilmogelijkheden te zijn in de
verblijven van cavia’s. Als dit goed geregeld is dan is er voor mij geen reden om
een verbod verder uit te breiden.
Vraag 22
Vormen de misstanden die in bovengenoemde uitzending aan bod komen aanleiding om uw
beleid op het tegengaan van broodfok, impulsaankopen en de verkoop van huisdieren
via dierenwinkels en tussenpartijen aan te scherpen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 22
Ik heb mijn beleid voor de komende jaren uitgezet. Dit kunt u terugvinden in de beleidsbrief
dierenwelzijn van 4 oktober (Kamerstuk 28 286, nr. 991). De in uw vragen opgesomde misstanden betreffen veelal overtredingen van bestaande
regelgeving die nu al bestraft kunnen worden als zij kunnen worden aangetoond.
Vraag 23
Bent u bereid een einde te maken aan zelfregulering door de sector, nu blijkt dat
misstanden zich blijven voordoen, consumenten en dierenwinkels niet goed op de hoogte
zijn van de omstandigheden waarin de dieren gefokt en gehouden voor ze bij hen terecht
komen, en de ernst van de situatie gebagatelliseerd wordt door de brancheorganisatie?
Antwoord 23
Zoals in mijn antwoord op vraag 17 aangegeven is het voor de borging van het welzijn
essentieel dat alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen. De landelijke overheid
heeft dierenwelzijnsregels opgesteld waaraan de fokkers zich dienen te houden. Consumenten
dienen zich goed te informeren alvorens een dier aan te schaffen. Initiatieven van
zelfregulering juich ik daarom juist toe en stimuleer ik ook. Een mooi voorbeeld vind
ik «Happy Konijn» waarbij de Dierenbescherming en Dibevo samenwerken aan een verantwoorde
aanschaf van dieren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.