Schriftelijke vragen : Het bestaan van zogenaamde “spookburgers”
Vragen van de leden Peters en Van der Molen (beiden CDA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bestaan van zogenaamde «spookburgers» (ingezonden 28 januari 2019).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de uitzending van het onderzoeksprogramma «De Monitor», waarin
wordt aangetoond dat aanvragen voor briefadressen van dak- en thuislozen door gemeenten
nog steeds met grote regelmaat worden afgewezen?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat dak- en thuislozen zich niet kunnen inschrijven bij een gemeente
als zij geen identificatiedocumenten kunnen tonen, maar dat zij deze identificatiedocumenten
ook niet kunnen aanvragen omdat ze niet ingeschreven zijn, waardoor zij zich in een
vicieuze cirkel bevinden? Wat vindt u van deze Kafkaëske situatie, waarin dak- en
thuislozen zich bevinden?
Vraag 3
Kunt u tevens bevestigen dat het zonder inschrijving in de Basisregistratie Personen
(BRP) door middel van een brief- of woonadres niet mogelijk is om, onder andere, een
sociale uitkering, toeslagen, zoals voor huur en zorg, of zorgverzekering te krijgen?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat dak- en thuislozen, die sowieso kwetsbaar zijn, geen dak boven
hun hoofd hebben en zonder enige middelen van bestaan aan hun lot worden overgelaten
en feitelijk tot «spookburgers» verworden?
Vraag 5
Deelt u de mening dat dak- en thuislozen die geen briefadres kunnen krijgen, hierdoor
in een neerwaartse spiraal terecht komen en de kans groot is dat zij noodgedwongen
op het verkeerde pad terecht komen en daardoor in onder andere de criminaliteit en
prostitutie belanden?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat eenieder die rechtmatig in Nederland verblijft, verplicht is
zich in te schrijven bij een gemeente?
Vraag 7
Zijn gemeenten op hun beurt niet (wettelijk) verplicht om dak- en thuislozen, die
zich daartoe (verplicht) melden, in te schrijven in de BRP?
Vraag 8
Hoe verklaart u deze discrepantie, waar de desbetreffende burger wel de wettelijke
verplichting heeft zich in te schrijven, maar gemeenten vervolgens die daadwerkelijke
inschrijving kunnen weigeren?
Vraag 9
Kunt u tevens bevestigen dat het kabinet in 2016 met de VNG/gemeenten afspraken heeft
gemaakt om aan dak- en thuislozen briefadressen te geven? Moet vastgesteld worden
dat door sommige gemeenten deze afspraken niet worden nagekomen?
Vraag 10
Op grond van welke overwegingen wordt die inschrijving door gemeenten geweigerd? Wat
vindt u van die overwegingen? Welke gemeenten betreft dat?
Vraag 11
Indien die gemeenten niet bekend zijn, wilt u daar dan onderzoek naar doen en de lijst
met namen van die gemeenten aan de Tweede Kamer overleggen en publiceren? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 12
Wat vindt u van de houding van de gemeenten waar deze kwetsbare groep mensen, zoals
dak- en thuislozen, zich melden voor inschrijving, maar zij, in strijd met de in 2016
gemaakte afspraken, worden geweigerd en zonder inschrijving het gemeentehuis weer
verlaten?
Vraag 13
Welke concrete maatregelen heeft u, al dan niet samen met de VNG, tot op dit moment
genomen om er voor te zorgen dat de gemeenten dak- en thuislozen inschrijven en zich
houden aan de in 2016 gemaakte afspraken? Indien u geen maatregelen heeft genomen,
waarom is dat niet gebeurd?
Vraag 14
Wat vindt u ervan dat de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken een beleidsregel
briefadres heeft gemaakt en een aanvraagformulier waarin eisen zijn opgenomen die
niet in de Wet BRP staan, zoals een maximum termijn en de adressen waar de aanvrager
de komende zes maanden slaapt?2 Wat is de precieze status van deze beleidsregel briefadres, mede in het licht van
de Wet BRP?
Vraag 15
Kunt u aangeven welke voorwaarden wel of niet aan het verlenen van een briefadres
gesteld mogen worden volgens de Wet BRP, zoals bijvoorbeeld het verplicht slapen op
een locatie voor nachtopvang, ook als die daarvoor geen plaats heeft?
Vraag 16
Welke (wettelijke) bevoegdheden en instrumenten heeft u om gemeenten, waar inschrijving
van dak- en thuislozen wordt geweigerd, zo nodig te dwingen dat wel te doen?
Vraag 17
Bent u bereid om deze (wettelijke) bevoegdheden en instrumenten ook direct in te zetten
tegen weerspannige gemeenten die dak- en thuislozen weigeren in te schrijven en ook
geen briefadres verstrekken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Indien u tegenover weigerachtige gemeenten geen (wettelijke) bevoegdheden en instrumenten
heeft, bent u bereid om daarin op korte termijn te voorzien en wanneer kan de Tweede
Kamer uw voorstellen daarvoor tegemoet zien? Welke mogelijkheden staan u in afwachting
daarvan ten dienste om aan deze problematiek van dak- en thuislozen tegemoet te komen?
Vraag 19
Bent u bereid om tegelijkertijd in de wet op te nemen dat gemeenten verplicht worden
om mensen, zoals dak- en thuislozen, in te schrijven (kortom, de spiegelbeeldige plicht
voor gemeenten) zoals die nu op de burger rust die wel de verplichting heeft om zich
in te schrijven? Zo nee, waarom niet en op welke (andere) wijze zult u dan tegemoet
komen aan de in vraag 8 bedoelde discrepantie? Zo ja, zult u gemeenten tevens opdracht
geven om een aanvraag voor een briefadres bij dakloosheid integraal in behandeling
te nemen bij de afdelingen Burgerzaken en Sociaal Domein, zodat de achterliggende
problematiek van de dakloosheid en (problematische) schulden, integraal in kaart gebracht
en aangepakt worden? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. van der Molen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.