Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Akerboom, Van Raan, Teunissen, Ouwehand en Wassenberg over de speech van Greta Thunberg tijdens de VN-klimaattop COP24 in Katowice, Polen
Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice (ingezonden 19 december 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) mede namens de Minister-President
en de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Defensie, Justitie en Veiligheid,
Financiën, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en Buitenlandse Zaken, en de Ministers voor Rechtsbescherming, Basis en Voortgezet
Onderwijs en Media en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 28 januari 2019) Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1119.
Vraag 1
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid,
aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Vraag 2
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg
heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Vraag 3
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is,
en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent
om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de
krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor
wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt
u deze uitspraken van Thunberg?
Vraag 8
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert,
is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u
een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg?
Vraag 9
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid
voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme
hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als
de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe
van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Vraag 13
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een
crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Vraag 14
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten,
en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Antwoord 1, 2, 3, 8, 9, 13 en 14
De speech van Greta Thunberg tijdens de VN-klimaattop in Katowice afgelopen december
heeft velen aan het denken gezet. Het is erg indrukwekkend dat de acties van één persoon
zoveel teweeg kunnen brengen. Het kabinet deelt de opvatting over de urgentie en de
wereldwijde impact van het klimaatprobleem die uit het verhaal van Thunberg naar voren
komen. Het kabinetsbeleid is dan ook gericht op het halen van de doelen van Parijs.
Voor dit beleid draagt het gehele kabinet de verantwoordelijkheid. De uitstoot van
broeikasgassen houdt zich echter niet aan landsgrenzen. Het is een wereldwijd vraagstuk
dat we gezamenlijk moeten aanpakken. Bijna 200 landen hebben zich met het ondertekenen
van de Overeenkomst van Parijs hieraan gecommitteerd. Deze landen zullen op weg naar
2030 en daarna maatregelen moeten gaan nemen om de doelstellingen te halen, zo ook
Nederland.
Het klopt dat de armste mensen op de wereld onevenredig hard getroffen worden door
de gevolgen van klimaatverandering. Hun armoede wordt veroorzaakt door een complex
aan factoren en juist de Overeenkomst van Parijs ziet er op toe dat rijke landen arme
landen helpen bij het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en bij het
maken van een transitie naar- en toegang tot – duurzame bronnen van energie. De Overeenkomst
draagt daarmee bij aan zowel de klimaatdoelen als aan duurzame ontwikkeling.
Op mondiaal niveau behoren Zweden en Nederland tot de kleine(re) landen, maar we kunnen
wel degelijk een verschil maken. Nederland kan zijn kennis en diplomatieke kwaliteiten
op vele fronten inzetten. De Nederlandse adaptatie- en waterkennis wordt in veel landen
ingezet, en in Europees verband zetten we volop in op een ambitieuzer broeikasgasreductiedoel
voor 2030. En met ons ambitieuze nationale doel behoren we tot de kopgroep. Uiteraard
betekent dit onder meer dat we ervoor moeten zorgen dat we ons gebruik van fossiele
brandstoffen zo snel en veel mogelijk beperken.
Vraag 4
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht
hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke
en heldere communicatie geboden is?
Vraag 5
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische
groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg
op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd,
en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds
overbelaste) planeet onmogelijk is?
Vraag 12
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats
van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van
Thunberg?
Antwoord 4, 5 en 12
Een ambitieus klimaatbeleid kan gepaard gaan met economische groei en kansen bieden
voor onze economie, onze welvaart en ons duurzame verdienvermogen. Door een ambitieus
klimaatbeleid bouwen we een voorsprong op ten opzichte van andere landen en kunnen
we nieuwe ideeën en technologieën ontwikkelen om die vervolgens te exporteren. Daarmee
werken we tegelijkertijd aan een aantrekkelijker vestigingsklimaat voor duurzame,
innovatieve activiteiten. Juist Nederland kan er als welvarend en innovatief land
in slagen om de welvaart te laten groeien en tegelijkertijd uitstoot van broeikasgassen
te verlagen.
In dit kader wordt samen met maatschappelijke organisaties, bedrijven en regionale
overheden uit het hele land gebouwd aan een ambitieus Klimaatakkoord. Het ontwerp-Klimaatakkoord
bevat maatregelen vanuit alle sectoren en de daarbij betrokken departementen. Eindresultaat
moet dan ook zijn: een Klimaatakkoord waarmee het politiek vastgestelde reductiedoel
wordt gehaald en dat de steun heeft van bijdragende partijen en de mensen in de samenleving.
Deze transitie kan namelijk niet zonder maatschappelijk draagvlak. Daarom is het zo
belangrijk dat we mensen bij de uitvoering van het Klimaatakkoord goed informeren.
Heldere en eerlijke communicatie is hierbij inderdaad geboden.
Vraag 6 (aan alle Ministers)
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde
slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige
zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op
dit punt?
Zo ja, op welke manier laat u de stem van de groene, jonge generatie direct aanwezig
zijn in de besluitvorming over maatregelen die dienen de temperatuurstijging van de
aarde tot 1,5 graad Celsius te beperken en wanneer zal uw begroting niet langer een
3-gradenbegroting maar daadwerkelijk een 1,5-gradenbegroting zijn?
Antwoord 6
Het kabinetsbeleid en bijhorende begroting is gericht op het halen van de doelen van
Parijs. Hierin klinkt ook de stem van jongeren op vele manieren door. Allereerst door
de diverse samenstelling van onze eigen teams, met veel jonge medewerkers. Daarnaast
door actieve betrokkenheid van de Nederlandse VN-jongerenvertegenwoordiger voor duurzame
ontwikkeling (delegatielid bij internationale klimaatonderhandelingen), jongeren die
aan verschillende klimaattafels van het nationale Klimaatakkoord meepraten (onder
andere via de Klimaat en Energie Koepel en de Jonge Klimaatbeweging), en steun aan
initiatieven als de Kinderklimaattop.
Vraag 6 (aan Minister-President)
Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, bijvoorbeeld
door effectief klimaatbeleid te ontwikkelen en te stoppen met polderen met het bedrijfsleven?
Vraag 15
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet
te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u
deze uitspraak van Thunberg?
Antwoord 6 en 15
Om effectief te zijn moet klimaatbeleid technisch uitvoerbaar zijn en op voldoende
draagvlak kunnen rekenen in de samenleving. Overleg met het bedrijfsleven is nodig
om technische uitvoerbaarheid te toetsen en zicht te krijgen op mogelijke (neven)effecten
van de maatregelen. Overleg met maatschappelijke partijen is nodig om te zorgen dat
het beleid op draagvlak kan rekenen. Het kabinet ziet geen reden om met deze praktijk
te breken. Integendeel, om de bedreigingen van klimaatverandering het hoofd te bieden
is een daadkrachtig, maatschappelijk gedragen klimaatbeleid nodig. Zowel nationaal
als internationaal. En daar gaat het kabinet mee door.
Vraag 6 (aan Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit)
Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen zoals
het fokken en doden van dieren voor vlees, zuivel en eieren, door in te zetten op
een verschuiving naar een plantaardig eetpatroon en een forse krimp van de veestapel?
Antwoord 6
Zoals u kunt lezen in het ontwerp-Klimaatakkoord, ziet de sectortafel Landbouw en
Landgebruik ruim voldoende mogelijkheden om de gevraagde bijdrage aan de 49% emissiereductie
in 2030 te realiseren. In het pakket maatregelen van het ontwerp-Klimaatakkoord zitten
maatregelen die zowel gericht zijn op de veehouderij als op de consumptie. Vanuit
de doelen voor een meer houdbaar en duurzaam voedselsysteem kan het resultaat een
kleinere veestapel zijn. Dit is geen doel op zich, maar een mogelijk gevolg van het
integrale verduurzamingsbeleid voor de veehouderij. Verder heeft de tafel ook voorstellen
geformuleerd om kennis en innovatie sterker te richten op het stimuleren van kringlooplandbouw
en vermindering van broeikasgasemissies.
Vraag 6 (aan Minister van Infrastructuur en Waterstaat)
Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en om de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals
door het terugdraaien van de snelheidsverhoging naar 130 km/u, de invoering van rekeningrijden,
de verlaging van het btw-tarief op tickets voor het openbaar vervoer en door eraan
mee te werken om de omvang van de luchtvaart in Nederland terug te brengen door het
aantal vliegbewegingen terug te brengen tot 300.000 in 2030, en daarmee de CO2-uitstoot van mobiliteit snel terug te dringen?
Antwoord 6
De sectortafel Mobiliteit van het Klimaatakkoord heeft een veelheid aan maatregelen
aangekondigd om de CO2 uitstoot te beperken. Zo wordt 27 PJ aan duurzame, geavanceerde biobrandstoffen extra
bijgemengd, de uitbreiding van het elektrisch wagenpark gestimuleerd, de logistiek
verduurzaamd en reduceren bedrijven de uitstoot van mobiliteit met 50% in 2030. Daarnaast
wordt gewerkt aan een duurzaamheidskader voor het gebruik van biomassa en wordt nog
meer aandacht besteed aan circulaire grond-, weg- en waterbouw. Ook dit kunt u terugvinden
in het ontwerp-Klimaatakkoord.
Vraag 6 (aan Minister van Sociale Zaken en Werk
Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals
het bevorderen van (type) banen die er voor zorgen dat de temperatuurstijging van
de aarde tot 1,5 graad Celsius beperkt blijft en (type) banen te ontmoedigen die bevorderen
dat de temperatuurstijging van de aarde boven de 1,5 graad Celsius komt?
Antwoord 6
De strijd tegen klimaatverandering en de daarbij komende energietransitie hebben impact
op de arbeidsmarkt. Om het Klimaatakkoord uit te voeren zijn in de maakindustrie,
bij netbeheerders en energiebedrijven, in de installatie- en onderhoudsbranche, chemische
industrie en bij bouwbedrijven vele tienduizenden extra werknemers nodig. De taakgroep
Arbeidsmarkt en Scholing van het Klimaatakkoord adviseert de verschillende sectortafels
en het Klimaatberaad over de wisselwerking met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Volgens de taakgroep kan gericht, gezamenlijk beleid de energietransitie aantrekkelijker
maken om aan te werken en in te investeren, hetgeen kan uitmonden in een innovatieve
economie met toekomstgerichte, schone en zekere banen waar meer mensen van kunnen
profiteren. Voortbouwend op het SER-advies Energietransitie en Werkgelegenheid (2018)2, heeft de taakgroep een aanpak uiteengezet om de uitdagingen en impact op het terrein
van arbeidsmarkt en scholing aan te pakken. Daarbij stelt de taakgroep een aanpak
voor om te komen tot integrale onderwijs- en arbeidsagenda’s voor alle sectoren in
het Klimaatakkoord. In lijn met de kabinetsappreciatie, wordt met deze aanpak aangesloten
bij bestaande uitvoeringsagenda’s en regionaal-economische agenda’s.
Vraag 6 (aan Minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media)
Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, door
eraan mee te werken om in de onderwijsprogramma's te benoemen dat het noodzakelijk
is de temperatuurstijging van de aarde tot 1,5 graad Celsius te beperken?
Antwoord 6
De primaire taak van het onderwijs is kinderen en jongeren tot bloei te laten komen
en voor te bereiden op de verantwoordelijkheden die ze in de toekomst zullen dragen.
Hiervoor zijn de Minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media en de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gezamenlijk verantwoordelijk. In de huidige kerndoelen
van het primair en voortgezet onderwijs leren leerlingen met zorg om te gaan met het
milieu en leren zij over het bevorderen van duurzaamheid. Momenteel zijn onder aanvoering
van leraren negen ontwikkelteams aan het werk om de kerndoelen in het funderend onderwijs
integraal te herzien in het traject curriculum.nu. Zij zullen in 2019 bouwstenen opleveren
voor nieuwe kerndoelen en eindtermen.
In het mbo is er op dit moment in het kader van het burgerschapsonderwijs aandacht
voor duurzaamheid als politiek- en maatschappelijk issue en voor kenmerken van duurzame
consumptie en productie. Alle mbo-studenten volgen burgerschapsonderwijs (als afzonderlijk
vak of geïntegreerd in beroepsgerichte onderdelen van de opleiding), aangezien dit
verplicht is voor het behalen van het diploma.
Daarnaast heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de Samenwerkingsorganisatie
Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, die de wettelijke taak heeft om de kwalificatiedossiers
voor alle mbo-opleidingen samen te stellen, de opdracht gegeven om alle kwalificaties
door te lichten om te zien of er voldoende aandacht is voor aspecten van circulaire
economie en duurzaamheid binnen het betreffende vakgebied.
Met grote uitdagingen zoals de energietransitie is het van belang dat meer studenten
voor een technische opleiding kiezen (indicatoren over techniek). Beide Ministers
zetten zich, samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, hiervoor
in binnen het onlangs vernieuwde Techniekpact samen met het bedrijfsleven en het onderwijs.
Vraag 6 (aan Minister van Financiën)
Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals
het aanpassen van de schijven van de energiebelasting zodanig dat de grootste vervuiler
gemiddeld meer betaalt dan de kleine vervuiler en zoals het aanpassen van de energiebelasting
zodanig dat de mate van vervuiling bepalend is voor de hoogte van het tarief?
Antwoord 6
Het kabinet kent een ambitieuze fiscale vergroeningsagenda. In het Belastingplan 2019
zijn meerdere vergroeningsmaatregelen opgenomen in onder meer de autobelastingen,
energiebelasting en afvalstoffenbelasting. Daarnaast introduceert het kabinet een
belasting op luchtvaart en een minimum CO2-prijs voor elektriciteitsopwekking. In het ontwerp-Klimaatakkoord staat daarnaast
dat er een malus komt voor bedrijven in de industrie die zich niet voldoende inspannen
om CO2-reductie te behalen. Ten aanzien van de energiebelasting is het uitgangspunt dat
de vervuiler betaalt. Bij de tariefstelling spelen verder de gevolgen voor huishoudens
en bedrijven een rol. Het degressieve tarief voorkomt een concurrentienadeel voor
de energie-intensieve industrie in Nederland ten opzichte van deze industrie in het
buitenland. In het buitenland gelden immers vergelijkbare verlaagde tarieven voor
grootverbruik. Het hanteren van een progressief tarief in de energiebelasting zou
een substantiële lastenverzwaring betekenen voor een beperkte groep bedrijven. Bij
het unilateraal doorvoeren van een dergelijke forse lastenverzwaring is de kans reëel
dat deze internationaal opererende bedrijven hun activiteiten verplaatsen naar het
buitenland. Dat zou kunnen leiden tot een verlies van werkgelegenheid in Nederland
zonder dat broeikasgasemissies verminderen.
Vraag 6 (aan Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, door
gezond en duurzaam eten te stimuleren door de btw op groente en fruit niet te verhogen
naar 9%, maar te verlagen naar 0%?
Antwoord 6
Per 1 januari 2019 is het verlaagde btw-tarief verhoogd van 6% naar 9%. Aangezien
dit verlaagde btw-tarief toepasbaar is op alle voedingsmiddelen, vallen ook groente
en fruit onder dit verlaagde btw-tarief. Dit is een maatregel uit het regeerakkoord
die samenhangt met andere financiële besluiten zoals bijvoorbeeld het verlagen van
de inkomstenbelasting. Er is niet gekozen voor een nultarief voor groente en fruit.
Dit is ook niet toegestaan op basis van de btw-richtlijn 2006. Het kabinet stimuleert,
onder andere via het recent gepresenteerde Nationaal Preventieakkoord, dat mensen
meer volgens de Schijf van Vijf gaan eten. Dit moet leiden tot een zowel gezonder
als duurzamer eetpatroon.
Vraag 6 (aan Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Zo nee, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals
door te stoppen met het destructieve Nederlandse handelsbeleid en de invoer van palmolie
aan banden te leggen?
Antwoord 6
Nederland werkt aan het zo spoedig mogelijk bereiken van volledig duurzame en ontbossingsvrije
import van agrarische grondstoffen uit handelsketens die ontbossing kunnen veroorzaken,
zoals palmolie. Een Europese aanpak is effectiever dan een Nederlandse aanpak. Mede
op verzoek van Nederland komt de Europese Commissie voor de zomer met een Mededeling
over EU-actie tegen ontbossing. Nederland wacht daar echter niet op en intensiveert
in de eerste helft van 2019 de samenwerking op dit terrein met een koplopergroep van
Europese landen via zijn voorzitterschap van het Amsterdam Verklaringen Partnerschap.
Daarnaast versterkt Nederland de bestaande inzet op samenwerking met productielanden
en bedrijven om de productie te verduurzamen en ontbossingsvrij te maken. Daarbij
is het ook van belang om in het oog te houden dat palmolie de meest efficiënte plantaardige
olie is, die relatief gezien het minste areaal in beslag neemt en waarvan veel kleine
boeren in arme productielanden afhankelijk zijn voor hun inkomen.
Verder steunt Nederland de Europese Commissie in het versterken van de implementatie
van duurzaamheidsafspraken op het gebied van arbeid en milieu in handelsakkoorden.
Van bedrijven verwacht het kabinet dat zij de richtlijnen van de Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationale ondernemingen
naleven. Bedrijven die verbonden zijn met de palmolie waardeketen behoren internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) risico’s in kaart te brengen en hun
invloed aan te wenden om deze risico’s aan te pakken.
Vraag 6 (aan Minister van Buitenlandse Zaken)
Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde
van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual»
en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals
door de relaties met Saoedi-Arabië af te bouwen, omdat Saoedi-Arabië een van de landen
is die rechtstreeks lijkt te handelen tegen het belang van volgende generaties door
de energietransitie te frustreren?
Antwoord 6
Het kabinet kiest ervoor diplomatieke banden te gebruiken om wereldwijd te kunnen
inzetten op duurzame ontwikkeling en om de energietransitie in andere landen actief
te kunnen ondersteunen. Dit gebeurt door Nederlandse kennis en expertise aan te bieden
op gebieden zoals windenergie, watermanagement en afvalbeheer via het Nederlandse
bedrijfsleven en Nederlandse kennisinstellingen. In het geval van Saoedi-Arabië biedt
hun Vision 2030 een aangrijpingspunt, waarin diversificatie van hun economie een centrale
rol inneemt.
Vraag 20
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van
het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Vraag 21
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in
de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm
te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en
de gemeente Utrecht al doen?
Antwoord 20 en 21
Ook in de eigen organisaties werkt het kabinet aan verduurzaming. Deze ambitie komt
onder meer naar voren in het programma Nederland Circulair en de Kabinetsreactie op
de transitieagenda’s circulaire economie3, het Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen Rijksinkoopstelsel4 en de Transitieagenda Biomassa en Voedsel5. Duurzame catering draagt ook bij aan het rijksbrede programma duurzame bedrijfsvoering,
gericht op een klimaatneutrale en duurzame bedrijfsvoering in 2030. Er is aandacht
voor de milieubelasting en het dierenwelzijn van de producten die in onze bedrijfsrestaurants
verkrijgbaar zijn. Het voornemen is om in de bedrijfsrestaurants de transitie naar
meer plantaardig voedsel te stimuleren.
Vraag 7
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het
op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling
van Thunberg?
Vraag 10
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren.
Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen
ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben,
toen er nog tijd was om te handelen»? Welke antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen
geven wat u betreft?
Vraag 11
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere.
Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Vraag 16
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken
of ze zich om ons willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en
jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de
conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Vraag 17
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze
tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt,
of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt
u deze uitspraken van Thunberg?
Vraag 18
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen teneinde ervoor te zorgen dat u kinderen
zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Vraag 19
Bent u bereid zich in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid
dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Antwoord 7, 10, 11, 16, 17, 18 en 19
Het kabinet heeft in het regeerakkoord een ambitieuze klimaatagenda geformuleerd.
We zien het als onze plicht bij te dragen aan de mondiale klimaatopgave om zo een
leefbare toekomst voor onze kinderen veilig te stellen. Zowel nationaal als internationaal
zet het kabinet daarom in op versnelde actie om de uitstoot van broeikasgassen te
verminderen. In Europa neemt het kabinet het voortouw om de Europese reductiedoelstelling
voor 2030 te verhogen. Ondertussen nemen we in Nederland maatregelen die ons voorbereiden
op een reductie in 2030 van 49% ten opzichte van 1990. Hierover zijn in het ontwerp-Klimaatakkoord
maatregelen opgesteld met veel betrokken partijen, zoals medeoverheden, bedrijven
en andere maatschappelijke partijen.
Het kabinet is namelijk van mening dat voor effectief klimaatbeleid maatregelen kosteneffectief
en technisch uitvoerbaar moeten zijn en tegelijkertijd op voldoende draagvlak moeten
kunnen rekenen in de samenleving. Een wezenlijk perspectief daarbij is dat de transitie
uiteindelijk uitzicht biedt op vele merkbare voordelen voor iedereen. De inzet van
het kabinet is om economische kansen te creëren en te benutten – nationaal en internationaal,
om mensen mee te nemen, stap voor stap, in de transitie. Eerder door te verleiden
dan te dwingen. Door duidelijk te zijn over wat er wanneer moet gebeuren, en daar
ook bij te helpen. En al brengt de transitie onzekerheid met zich mee en zal deze
niet rimpelloos gaan, is het verheugend dat inmiddels een meerderheid van Nederland
steun geeft aan de aanpak van klimaatverandering.
De maatregelen die ik in deze brief noem zijn een greep uit de selectie van maatregelen
die dit kabinet treft en gaat treffen om klimaatverandering en de daarbij horende
negatieve gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Op deze manier werkt het kabinet voor
de volgende generatie – de generatie van Greta Thunberg – en de daaropvolgende generaties
aan een veilige en leefbare toekomst.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede ondertekenaar
M. (Mark) Rutte, minister van Algemene Zaken -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.