Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over gestapelde mijnbouw naar aanleiding van het bericht 'Expertmeeting' moet oplossingen bieden rond zoutwinning Nouryon en Nedmag’
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over gestapelde mijnbouw naar aanleiding van het bericht «Expertmeeting» moet oplossingen bieden rond zoutwinning Nouryon en Nedmag» (ingezonden 16 november 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 24 januari
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 989.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ««Expertmeeting» moet oplossingen bieden rond zoutwinning
Nouryon en Nedmag»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u, gelet op de op 9 oktober 2018 door u gepubliceerde brief aangaande uw plannen
voor een landelijke regeling voor de afhandeling van mijnbouwschade, toelichten wat
dit gaat betekenen voor mensen met schade waarvan niet duidelijk is of deze door gaswinning
uit het Groningenveld of door andere mijnbouw is veroorzaakt?
Antwoord 2
Wanneer het Wetsvoorstel Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) wordt aangenomen
en in werking treedt, is het IMG bevoegd tot de afhandeling van schade als gevolg
van bodembeweging door aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van
de gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag bij Norg (hierna: gaswinning uit
het Groningenveld). De behandeling van schade door bodembeweging als gevolg van overige
mijnbouwactiviteiten wordt belegd bij de Commissie Mijnbouwschade (in oprichting).
Zodra beide instanties operationeel zijn, kunnen mensen met schade, op basis van een
eigen inschatting over of de schade is veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van
gaswinning uit het Groningenveld of een andere mijnbouwactiviteit, hun claim indienen
bij het IMG of bij de Commissie Mijnbouwschade. Zo nodig zal de ontvangende instantie
de schadeclaim geheel of gedeeltelijk overdragen aan de bevoegde instantie. In alle
gevallen zal dit leiden tot een inhoudelijke beoordeling van de ingediende schadeclaim.
Vraag 3
Per wanneer moet deze commissie mijnbouwschade operationeel moet zijn?
Antwoord 3
Zo snel mogelijk. Ik streef ernaar nog dit jaar een hiertoe strekkend wetsvoorstel
in procedure te brengen.
Ik verwacht dat het landelijk schadeprotocol voor de gaswinning uit de kleine velden
al wel in maart 2019 beschikbaar zal zijn. Vanaf dat moment zal dit, in combinatie
met de huidige procedure voor schadeafhandeling via de Technische commissie bodembeweging
(Tcbb), vooruitlopend op genoemde Mijnbouwwetwijziging al bijdragen aan een verbeterde
schadeafhandeling.
Vraag 4 en 5
Klopt het dat voor de schade door gaswinning uit het Groningenveld een omgekeerde
bewijslast geldt, maar dat voor schade op dezelfde plek door andere mijnbouw dit principe
niet geldt?
Wat vindt u van de stellingname van het provinciebestuur van Groningen dat ook bij
schade door zoutwinning de omkering van de bewijslast moet gelden?2
Antwoord 4 en 5
Het klopt dat voor schade door gaswinning uit het Groningenveld het wettelijk bewijsvermoeden
geldt, maar dat dit voor schade op dezelfde plek door een andere mijnbouwactiviteit
niet geldt. Het wettelijke bewijsvermoeden dat geldt voor fysieke schade aan gebouwen
en werken door bodembeweging als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld, is
gerechtvaardigd omdat deze gaswinning in korte tijd heeft geleid tot een groot aantal
relatief gelijksoortige gevallen van schade, waarbij het aannemelijk is dat in verreweg
de meeste gevallen de bodembeweging als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld
de schadeoorzaak is. Gezien de ernst en omvang van de situatie is deze van een geheel
andere orde en daarom niet vergelijkbaar met de gevolgen van andere mijnbouwactiviteiten
in Nederland. Dat geldt ook voor andere mijnbouwactiviteiten in Groningen. Voor deze
andere mijnbouwactiviteiten zal, ook in Groningen, van geval tot geval een onafhankelijke
deskundige instantie moeten beoordelen of de schade door bodembeweging (mede) het
gevolg is van een specifieke mijnbouwactiviteit.
Ik vind het niet te rechtvaardigen om in Groningen voor schade door bodembeweging
als gevolg van een andere activiteit dan de gaswinning uit het Groningenveld het wettelijk
bewijsvermoeden te laten gelden. Overigens laat dit onverlet dat eventuele schade
als gevolg van bodembeweging door de zoutwinning in Groningen ook vergoed dient te
worden.
Vraag 6
Klopt het dat deze mensen alsnog te maken krijgen met meerdere loketten?
Wat vindt u van de stellingname van het provinciebestuur van Groningen dat er geen
sprake zou moeten zijn van meerdere loketten voor het afhandelen van schade door mijnbouw?
Antwoord 6
Er komen straks twee loketten, het Instituut Mijnbouwschade Groningen en de Commissie
Mijnbouwschade. De schadeproblematiek rond de gaswinning uit het Groningenveld is,
zoals nader toegelicht in het antwoord 4 en 5, zo specifiek dat deze – in tegenstelling
tot de andere mijnbouwactiviteiten – een apart loket rechtvaardigt. Bij het inrichten
heb ik oog voor goede afstemming/samenwerking zodat gedupeerden hier geen hinder van
ondervinden.
Vraag 7
Krijgt de provincie een formele rol in de besluitvorming hierover?3
Antwoord 7
De provincie heeft geen formele rol gehad in de besluitvorming binnen het kabinet
over het Instituut Mijnbouwschade Groningen en de Commissie Mijnbouwschade. Wel is
er doorlopend overleg met de provincie Groningen. Ook is bij de voorbereiding van
de besluitvorming en wetgeving de zienswijze van de provincie betrokken en heeft de
provincie, evenals andere betrokken partijen, de gelegenheid om te reageren op voornemens
voor wetgeving in het kader van de consultatie van nieuwe wetsvoorstellen.
Vraag 8
Is het geografisch af te bakenen op welke plekken schade zowel door gaswinning uit
het Groningenveld als door andere mijnbouw kan ontstaan? Zo ja, om welk gebied of
om welke gebieden gaat het? Zo nee, waar moeten mensen met schade waarvan niet duidelijk
is door welke mijnbouw dit is ontstaan zich straks melden? Wie zal vaststellen welke
mijnbouwer verantwoordelijk is?
Antwoord 8
Nee, dit is in het grensgebied van het Groningenveld niet precies geografisch af te
bakenen. Deze beoordeling vindt plaats door het Instituut Mijnbouwschade Groningen.
Zie verder het antwoord op vraag 2.
Vraag 9
Hoe wordt voorkomen dat verschillende mijnbouwers, die onder verschillende schaderegelingen
vallen, naar elkaar gaan wijzen?
Antwoord 9
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 6 zal ik bij het inrichten van beide loketten
oog hebben voor de samenwerking tussen beide zodat gedupeerden hier geen hinder van
ondervinden. Juist door de instelling van het Instituut Mijnbouwschade Groningen en
de Commissie mijnbouwschade wordt voorkomen dat mijnbouwondernemingen naar elkaar
gaan wijzen. Deze loketten beoordelen de schadeclaim en het recht op en de hoogte
van de schadevergoeding onafhankelijk van de betrokken mijnbouwonderneming, die daar
dus geen invloed op heeft.
Vraag 10
Hoe wilt u garanderen dat de schadeafhandeling in gebieden met gestapelde mijnbouw,
waarbij het Groningenveld betrokken is, snel en rechtvaardig verloopt?
Antwoord 10
Bij het inrichten van beide loketten zal ik oog hebben voor de samenwerking tussen
beide zodat de schadeafhandeling snel en rechtvaardig zal verlopen.
Vraag 11
Hoe lang mag de afhandeling van schade door mijnbouw duren? Wilt u daar een maximumtermijn
aan verbinden? Vindt u het redelijk om te verplichten dat schade binnen zes maanden
na melding afgehandeld moet zijn?
Antwoord 11
Het streven is om schadeclaims zo snel mogelijk af te handelen. Of dit lukt binnen
een termijn van zes maanden is mede afhankelijk van de complexiteit van de desbetreffende
schadeclaim en het totaal aantal schadeclaims dat op enig moment afgehandeld moet
worden. De afhandeling van een schadeclaim dient in alle gevallen zorgvuldig te gebeuren.
Vraag 12
Welke juridische mogelijkheden staan open voor inwoners met schade door gestapelde
mijnbouw?
Antwoord 12
Zodra beide instanties operationeel zijn kunnen mensen met schade, op basis van een
eigen inschatting over of de schade is veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van
gaswinning uit het Groningenveld of door een andere mijnbouwactiviteit, hun claim
indienen bij het IMG of bij de Commissie Mijnbouwschade. Dit geldt ook voor bewoners
die het vermoeden hebben dat er sprake is van schade door bodembeweging als gevolg
van gestapelde mijnbouw. Indien nodig zal de ontvangende instantie na behandeling
de resterende schadeclaim overdragen aan de bevoegde instantie. Dit leidt in alle
gevallen tot een inhoudelijke beoordeling van de ingediende schadeclaim. Als de schademelder
het oneens is met het besluit dan staat tegen beslissingen van beide loketten rechtsbescherming
open.
Vraag 13
Kunt u per plaats waar gestapelde mijnbouw plaatsvindt aangeven hoeveel schadegevallen
door zoutwinning in het verleden zijn gemeld?
Antwoord 13
Uit gegevens van de TCBB blijkt dat in de afgelopen 10 jaar er alleen in het jaar
2011 rond de zoutwinning Borgercompagnie en Tripscompagnie 20 schademeldingen bij
de TCBB zijn gedaan.
Vraag 14
Kunt u per plaats waar gestapelde mijnbouw plaatsvindt aangeven hoeveel schadegevallen
door gaswinning in het verleden zijn gemeld?
Antwoord 14
De Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG), en wanneer het wetsvoorstel
IMG is aangenomen en in werking treedt het IMG, behandelt schadeaanvragen die gerelateerd
zijn aan beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of de exploitatie van het
Groningenveld of als gevolg van de gasopslag Norg. Daarbij is geen specifiek gebied
afgebakend. Dit betekent dat er ook niet te zeggen valt in welke plaatsen gestapelde
mijnbouw plaatsvindt. Het overzicht van schademeldingen als gevolg van bodembeweging
door gaswinning kunt u in antwoord op vraag 15 vinden.
Vraag 15
Kunt u voor elke gemeente in Groningen aangeven hoeveel schademeldingen door de bevingen
er reeds hebben plaatsgevonden sinds de beving bij Huizinge op 16 augustus 2012?
Antwoord 15
De TCMG behandelt aanvragen voor schadevergoeding die zijn gemeld sinds 31 maart 2017
door gaswinning uit het Groningenveld en gasopslag Norg. Daarvoor handelde de NAM
schademeldingen voor meldingen uit het Groningenveld af.
gemeente
Aantal bij NAM
Aantal bij TCMG
Stand van zaken op 9 januari
Totaal
Appingedam
4.861
1.029
5.890
Delfzijl
9.187
1.702
10.889
Groningen
16.155
6.421
22.576
Het Hogeland
17.711
3.676
21.387
Loppersum
5.773
1.878
7.651
Midden-Groningen
21.204
3.390
24.594
Oldambt
1.251
565
1.816
Pekela
59
56
115
Stadskanaal
15
8
23
Veendam
509
419
928
Westerkwartier
1.328
407
1.735
Westerwolde
46
31
77
Totaal
78.099
19.582
97.681
Vraag 16
Hoeveel schademeldingen zijn er, meer specifiek, geweest in het dorp Kiel Winneweer
sinds 2012 na een beving, en sinds de beving bij Huizinge voor de toenmalige gemeenten
Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren, die per 1 janauri 2018 zijn gefuseerd
tot de gemeente Midden-Groningen?
Antwoord 16
Informatie over meldingen op gemeenteniveau kunt u in antwoord op vraag 15 vinden.
Actuele informatie over meldingen op gemeenteniveau bij de TCMG kunt u ook op haar
website vinden. Sinds 2012 zijn er vanuit Kiel-Windeweer 289 aanvragen voor schadevergoeding
gedaan.
Vraag 17
Wat is het bedrag dat sinds 2012 aan mijnbouwschadevergoeding is uitgekeerd door de
NAM en aanverwante partijen als het Centrum Veilig Wonen aan inwoners van plaatsen
met gestapelde mijnbouw en alleen betreffende de gaswinning in de voormalige gemeenten
Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren?
Antwoord 17
Dat geldbedrag is mij niet bekend.
Vraag 18
Kunt u, gezien het antwoord op Kamervragen waarbij de toenmalige Minister van Economische
Zaken aangaf dat wanneer bij inspectie het vermoeden naar voren komt dat sprake is
van een samenloop van schade door beweging van de bodem door gaswinning met andere
schadeoorzaken, de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) een bemiddelende rol vervult
bij de afhandeling, aangeven welke onderhandelingen er zijn geweest vanuit de NCG
met Nedmag ten aanzien van de indringende situatie in en rondom Kiel Winneweer en
wat daarvan het resultaat is geweest?4
Antwoord 18
Tot de instelling van de TCMG op 31 januari 2018 vervulde de NCG een bemiddelde rol
bij complexe schade. In 2016 is NCG gestart met gesprekken met bij mijnbouw betrokken
organisaties over de afhandeling van schademeldingen waarbij sprake is van meerdere
schadeoorzaken, de zogenoemde complexe schadegevallen.
In 2016 en 2017 zijn diverse gesprekken gevoerd tussen NCG en Nedmag over de afhandeling
van complexe schadegevallen. De afstemming over de werkwijze is als gevolg van de
instelling van de TCMG niet geformaliseerd. Wel zijn er werkafspraken gemaakt. Vooruitlopend
op de uiteindelijke werkwijze is afgesproken dat bij een complexe schadebehandeling
door NCG waarbij Nedmag mogelijk wordt genoemd, NCG hierover contact opneemt met Nedmag.
Een dergelijke situatie heeft zich tot op heden niet voorgedaan.
Nedmag wint overigens zout in Borgercompagnie en in Tripscompagnie. Er wordt geen
zout gewonnen in Kiel-Windeweer. Nedmag is voornemens om op termijn in het gebied
tussen Kiel-Windeweer en Zuidlaarderveen een nieuwe zoutwinningslocatie aan te leggen,
maar het vergunningentraject hiervoor is nog niet gestart.
Vraag 19
Deelt u de mening dat het voorkomen van schade beter is dan schade «genezen» (repareren)?
Is het gelet hierop zinvol de gestapelde mijnbouw zo snel mogelijk te staken en (ook)
een afbouwplan te maken voor de zoutwinning in Groningen?
Antwoord 19
Zoals uiteengezet in antwoorden op de vragen 6 en 13 is de omvang van schade door
gestapelde mijnbouw beperkt. Daarom acht ik het niet nodig om gestapelde mijnbouw
te staken of een afbouwplan te maken voor de zoutwinning in Groningen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.