Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Gijs van Dijk over uitbuiting van Roemenen in Nederland
Vragen van de leden Jasper vanDijk (SP) en Gijs vanDijk (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitbuiting van Roemenen in Nederland (ingezonden 7 december 2018).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 23 januari 2019).
Vraag 1
Kent u de uitzending van Nieuwsuur «Mogelijk duizenden gevallen van arbeidsuitbuiting
van Roemenen in Nederland»?1 wat is uw oordeel daarover?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend. Elk mogelijk geval van arbeidsuitbuiting of een situatie
van ernstige benadeling van de werknemer door de werkgever, is er één te veel. Arbeidsuitbuiting
tast niet alleen het inkomen van iemand aan, maar ook de menselijke waardigheid.
Vraag 2, 3
Wat vindt u van het aantal klachten van 94 dat Fairwork de afgelopen drie jaar kreeg,
waarbij in totaal 560 Roemenen betrokken waren, waaronder 50 over arbeidsuitbuiting
en 12 over arbeidsomstandigheden?
Wat is uw mening over de aard van de klachten, zoals het te laat betalen van loon,
een te laag loon, het niet hebben van een contract of een contract in een taal die
men niet begrijpt, slechte huisvesting of het niet naar een dokter mogen, waarbij
relatief veel klachten gaan over het inhouden van hoge bedragen voor wonen, transport
en soms ziektekostenverzekering?2
Antwoord 2, 3
De Inspectie SZW ontvangt diverse soorten meldingen, anoniem, van individuen en van
organisaties, waaronder FairWork. De Inspectie heeft op regelmatige basis contact
met FairWork over meldingen die deze organisatie aanlevert.
Alle genoemde aanleidingen voor klachten zijn in mijn ogen onwenselijk. Op grond van
de Wet aanpak schijnconstructies moeten loonbedragen duidelijk zijn gespecifieerd
op de loonstrook en zijn inhoudingen op het minimumloon niet toegestaan met uitzondering
van onder bepaalde voorwaarden de ziektekostenverzekering en de huisvestingskosten.
Eén van de voorwaarden voor inhoudingen voor huisvesting is dat de huisvesting moet
voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn overeengekomen in de cao tussen sociale partners.
Alle meldingen worden beoordeeld, zo mogelijk verrijkt en behandeld binnen de juiste
programma’s of afdelingen van de Inspectie. Niet alle meldingen kunnen worden opgepakt.
Meldingen buiten het SZW-domein worden doorgestuurd aan de relevante organisaties.
Meldingen die niet leiden tot bestuursrechtelijk of strafrechtelijk onderzoek, worden
gebruikt voor de analyse van sectoren, branches en thema’s en voor de Inspectiebrede
Risicoanalyse (IRA).
Wanneer een melding indicaties bevat van arbeidsuitbuiting in strafrechtelijke zin,
volgt een andere aanpak dan bij meldingen over andere vormen van slecht werkgeverschap
of ernstige benadeling van kwetsbare werknemers, zoals bij het niet naleven van de
Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, de Arbeidstijdenwet en de Wet arbeid vreemdelingen.
In die gevallen zal eerder sprake zijn van bestuursrechtelijke handhaving.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het feit dat de meeste Roemenen een flexibel contract voor bepaalde
tijd hebben eraan bijdraagt dat men niet snel zal klagen, waardoor onduidelijk is
hoeveel Roemenen daadwerkelijk worden uitgebuit?
Antwoord 4
Er zijn verschillende redenen waarom een werknemer geen melding of klacht indient,
terwijl er wel sprake is van een mogelijke uitbuitingssituatie. Mogelijke slachtoffers
van arbeidsuitbuiting zijn zich bijvoorbeeld soms onbewust van hun eigen uitbuitingssituatie
of zijn niet goed op de hoogte van hun rechten als werknemer. Het kabinet zet om deze
reden ook in op het vergroten van de bewustwording van signalen van arbeidsuitbuiting,
niet alleen bij arbeidsmigranten, maar ook bij mensen uit de omgeving, zoals ook omschreven
in het programma «Samen tegen mensenhandel»3.
De vorm van een arbeidscontract zou geen reden moeten zijn voor een werknemer om geen
klacht in te dienen of melding te maken. Benadeelde werknemers kunnen ook anoniem
een melding van arbeidsuitbuiting doen bij de Inspectie SZW.
Vraag 5
Bent u het eens met de schatting van de expert in de uitzending (hoogleraar J. van
Dijk), dat 5 à 10 procent van de arbeidsmigranten wordt uitgebuit, wat neerkomt op
duizenden gevallen van uitbuiting van Roemenen in Nederland? Zo nee, wat zijn de juiste
cijfers?
Antwoord 5
Onderbetaling en uitbuiting komen vaker voor wanneer er sprake is van ongeschoold
en/of zwaar werk in sectoren die te maken hebben met zware (internationale) concurrentie.
In deze sectoren zijn veel arbeidsmigranten werkzaam. De Inspectie SZW beschouwt daarom
arbeidsmigranten als een risicogroep voor onderbetaling, zoals ook te lezen in de
«Staat van Eerlijk Werk»4 van de Inspectie SZW.
In de «Slachtoffermonitor Mensenhandel 2013–2017»5 schat de Nationaal Rapporteur Mensenhandel het aantal slachtoffers van uitbuiting
buiten de seksindustrie op ongeveer 1400 slachtoffers per jaar, waarvan ongeveer 79%
arbeidsuitbuiting betreft. De schattingen van de Nationaal Rapporteur zijn niet uitgesplitst
naar nationaliteiten.
Vraag 6
Erkent u dat de hoge werkdruk en uitbuiting ook gevolgen kan hebben voor de voedselveiligheid?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Hoge werkdruk en uitbuiting kunnen negatieve gevolgen hebben voor de uitvoering van
het werk, ongeacht de sector waarin dit plaatsvindt. De voedselindustrie is hierop
geen uitzondering. Op het moment dat inspecteurs van de NVWA constateren dat de voedselveiligheid
in het geding is, dan wordt daarop ingegrepen, ongeacht de oorzaak.
Vraag 7
Wat gaat u ondernemen om deze misstanden aan te pakken? Deelt u de mening dat het
toezicht tekortschiet?
Antwoord 7
Op 13 november 2018 heb ik samen met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking het programma «Samen tegen mensenhandel» naar
uw Kamer gestuurd. In dit plan staat uitvoerig omschreven hoe het kabinet gezamenlijk
en integraal met het veld de aanpak van mensenhandel gaat intensiveren. Verschillende
acties zijn al in gang gezet of zullen de komende periode worden opgepakt.
Vraag 8
Wat onderneemt u om het toezicht door de Inspectie SZW (ISZW) te intensiveren?
Antwoord 8
Het kabinet heeft 50 miljoen euro per jaar vrijgemaakt voor versterking van de handhavingsketen
van de Inspectie SZW. Meer dan de helft van de investering in de komende jaren is
gericht op eerlijk werk, waaronder de aanpak van schijnconstructies, onderbetaling
en arbeidsuitbuiting. Dit betekent onder meer dat er extra capaciteit wordt ingezet
op het inspectieprogramma Arbeidsuitbuiting.
Het aantrekken en opleiden van rechercheurs en inspecteurs vergt echter tijd, waardoor
de effecten van de versterking van de handhavingsketen pas op wat langere termijn
zichtbaar worden.
De Inspectie SZW heeft haar plannen voor de aanpak van arbeidsuitbuiting beschreven
in het Jaarplan 20196. Voor de aanpak van de risico’s arbeidsuitbuiting, ernstige benadeling en misstanden
zal de Inspectie preventieve interventies doen, zoals communicatie en druk op ketens
en samen met netwerkpartners inspecteren. Tegen van arbeidsuitbuiting verdachte werkgevers
zullen opsporingsonderzoeken worden uitgevoerd met als doel vervolging en het afpakken
van het onrechtmatig verdiende vermogen. Op meldingen van misstanden bij bedrijven
volgt – indien nodig – een snelle interventie op maat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.