Schriftelijke vragen : Het uitzetten van gewortelde kinderen in afwachting van een Kinderpardon
Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het uitzetten van gewortelde kinderen in afwachting van een Kinderpardon (ingezonden 22 januari 2019).
Vraag 1
            
Bent u bekend met de op handen zijnde uitzetting van een ernstig getraumatiseerd meisje
               van 8 jaar dat in Nederland is geboren?1
Vraag 2
            
Bent u bereid de uitzettingen van kinderen, die langer dan vijf jaar in Nederland
               hebben verbleven in afwachting van hun verblijfsprocedure, op te schorten in afwachting
               van de uitkomst van gesprekken over het voorstel van CDA en D66 ten aanzien van het
               Kinderpardon?2 Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 3
            
Bent u bereid alle zaken van kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland hebben
               verbleven in afwachting van hun verblijfsprocedure opnieuw te beoordelen in het kader
               van uw discretionaire bevoegdheid tot het verlenen van een verblijfsvergunning, mede
               op grond van de door 38 hoogleraren opgestelde schadenota?3 Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Bent u bereid in overleg te treden met alle daartoe bereidwillige fracties van de
               Tweede Kamer teneinde tot een breed pakket aan maatregelen te komen om worteling van
               kinderen in afwachting van hun procedure aan te pakken en waar een ruimhartiger Kinderpardon
               een onderdeel van is? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 5
            
Bent u bereid geen in Nederland gewortelde kinderen uit te zetten voordat u deze vragen
               heeft beantwoord? Zo nee, waarom niet?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Indiener
A. van Ojik, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.