Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Voordewind over het bericht 'Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek uit Nederland meteen gearresteerd'
Vragen van de leden Groothuizen (D66) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek uit Nederland meteen gearresteerd» (ingezonden 8 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 januari
2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek uit Nederland meteen
gearresteerd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigingen dat de Bahreinse asielzoeker Ali Mohammed al-Showaikh is uitgezet
door Nederland en bij aankomst in Bahrein is gearresteerd?
Antwoord 2
Zoals uw Kamer bekend kan ik in verband met de privacy van de betrokken persoon geen
uitspraken doen over individuele zaken en eventuele uitzettingen. Het kan onder omstandigheden
voorkomen dat een afgewezen asielzoeker die is uitgezet bij aankomst in het land van
herkomst door de autoriteiten wordt gearresteerd. Daar kunnen verschillende oorzaken
voor zijn, die niet altijd te maken zullen hebben met het afgewezen asielverzoek.
Vraag 3
Kunt u toelichten wat de huidige situatie is van de heer Ali Mohammed al-Showaikh?
Antwoord 3
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Hoe volgt u zijn (veiligheids-)situatie in Bahrein? Welke stappen onderneemt het Ministerie
van Buitenlandse Zaken om helderheid te verschaffen over de huidige situatie van de
heer Ali Mohammed al-Showaikh en hem bij te staan? Bent u bereid zich in te spannen
voor een eerlijk proces en eventuele teruggeleiding naar Nederland?
Antwoord 4
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Weet u of de heer Ali Mohammed al-Showaikh toegang heeft (gehad) tot rechtsbijstand?
Antwoord 5
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Kunt u reageren op de berichten van Amnesty International en Vluchtelingenwerk, waarin
zij zeggen dat er sterke aanwijzingen zijn dat Ali Mohammed al-Showaikh is mishandeld?
Deelt u de mening dat het verboden is asielzoekers of vluchtelingen terug te sturen
naar een land waar zij vrezen voor vervolging of reële kans op foltering, zoals vastgelegd
in artikel 33 van het VN-vluchtelingenverdrag en artikel 3 van het Europees verdrag
tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden? Welke stappen
gaat u ondernemen als blijkt dat deze rechten zijn geschonden, ook de rechten genoemd
onder de vorige vraag?
Antwoord 6
Voor wat betreft uw vraag over de individuele situatie verwijs ik naar mijn antwoord
op vraag 2.
Ik deel de mening dat het verboden is asielzoekers of vluchtelingen terug te sturen
naar een land waar zij vrezen voor vervolging of een reëel risico lopen op een onmenselijke
of vernederende behandeling, zoals neergelegd in artikel 33 van het VN Vluchtelingenverdrag
en artikel 3 van het Europees verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mensen
en de Fundamentele vrijheden.
Iedere asielaanvraag wordt beoordeeld op zijn individuele merites. Voor de meeste
landen waar asielzoekers vandaan komen is er geen specifiek landgebonden asielbeleid
in de Vreemdelingencirculaire 2000 opgenomen. Vaak wordt specifiek beleid pas opgesteld
als er relatief veel asielzoekers uit een land komen en uit een ambtsbericht van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat sprake is van risicogroepen of kwetsbare
minderheden. Voor Bahrein is er geen specifiek landgebonden asielbeleid, mede gelet
op de relatief zeer lage instroom (circa 10 asielzoekers in 2018) en dat het algemene
asielbeleid afdoende mogelijkheden biedt. Ik zie vooralsnog geen aanleiding om het
beleid te wijzigen.
Dat er geen specifieke landgebonden asielbeleid is, betekent dat de IND het asielverzoek
toetst op basis van de algemene uitgangspunten, zoals neergelegd in de Vreemdelingenwet,
het Vreemdelingenbesluit en de Vreemdelingencirculaire, afgezet tegen wat uit openbare
bronnen bekend is over Bahrein. Dat zijn onder meer de rapporten van Amnesty International,
Human Rights Watch en diverse VN-organisaties, maar ook rapporten van andere landen,
bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Voor Bahrein geldt dat uit verschillende bronnen blijkt dat de mensenrechtensituatie
in de laatste jaren verslechterd is. Dit geldt met name voor kritische geluiden vanuit
de oppositie op het bewind, mensenrechtenactivisten en journalisten en de vrijheid
van meningsuiting, vereniging en vergadering.
Deze ontwikkelingen worden door de IND betrokken bij de beoordeling van een individueel
asielverzoek. Wanneer een asielzoeker aannemelijk maakt dat, gelet op zijn of haar
individuele verhaal, tegen de achtergrond van de algemene situatie in Bahrein een
gegronde vrees voor vervolging bestaat of bij terugkeer een reëel risico bestaat op
een vernederende of onmenselijke behandeling dan wordt asiel verleend.
Vraag 7
Zijn er andere maatregelen die u gaat nemen naar aanleiding van deze berichtgeving?
Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, ik zie op dit moment geen aanleiding specifieke maatregelen nemen. Wel zal ik
in samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de ontwikkelingen in Bahrein
en de berichtgeving daarover, onder meer van de kant van mensenrechtenorganisaties
als Amnesty International en Human Rights Watch, nauwlettend volgen. In het licht
van die informatie en hetgeen door een asielzoeker individueel naar voren wordt gebracht,
worden individuele asielaanvragen beoordeeld.
Vraag 8
Hoe en op basis van welke (recente) informatie wordt op dit moment de beoordeling
gemaakt of iemand uit Bahrein asiel wordt verleend? Hoe zwaar wordt de landeninformatie
over Bahrein meegewogen? En is er voldoende aandacht voor risicogroepen zoals journalisten
en mensenrechtenactivisten?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 9
In hoeverre bent u van mening dat familieleden van politieke activisten en andere
risicogroepen gevaar lopen bij terugkeer naar Bahrein?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 10
Was de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ten tijde van de beoordeling van de
asielaanvraag van Ali Mohammed al-Showaikh ervan op de hoogte dat de broer van Ali
Mohammed al-Showaikh politiek asiel in Duitsland heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
hoe is dit gegeven meegewogen?
Antwoord 10
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 11
Hoe verklaart u dat de IND oordeelt dat het veilig is iemand terug te sturen, terwijl
iemand bij aankomst direct wordt opgepakt? Hoe beoordeelt u deze situatie? Is het
risico van een arrestatie in Bahrein (wel voldoende) meegewogen? Zo nee, waarom niet?
Zo, waarom is desondanks besloten over te gaan tot uitzetting?
Antwoord 11
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 12
Bent u bereid de Inspectie Justitie en Veiligheid onderzoek te laten doen naar deze
uitzetting en de Kamer hierover te informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Nee, ik zie vooralsnog gelet op de mij beschikbare informatie geen aanleiding om de
Inspectie Justitie en Veiligheid onderzoek te laten doen naar het verloop van deze
uitzetting.
Vraag 13
Hoeveel aanvragen van asielzoekers uit Bahrein heeft de IND in 2016, 2017 en 2018
ontvangen en behandeld? Ziet u een toe- of afname sinds 2016? In hoeveel gevallen
wordt asiel toegekend en hoeveel asielzoekers worden teruggestuurd naar Bahrein? Is
bekend hoe het asielzoekers die eerder naar Bahrein zijn teruggestuurd bij terugkomst
is vergaan?
Antwoord 13
De aantallen eerste asielaanvragen van personen met de Bahreini nationaliteit waren
afgerond als volgt: minder dan 5 in 2016 en minder dan 10 in 2017 en 2018. Een echte
toe- of afname zie ik niet.
In de meeste gevallen wordt asiel verleend. In minder dan afgerond 5 zaken is de aanvraag
afgewezen.
Het is conform beleid, waarbij geen monitoring plaats vindt na terugkeer, niet bekend
hoe het met mogelijke terugkeerders naar Bahrein gaat.
Vraag 14
Bent u bereid uitzettingen naar Bahrein op te schorten, zolang er geen duidelijkheid
is over het lot van de heer de heer Ali Mohammed al-Showaikh? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Nee, daartoe ben ik niet bereid. Een besluit- of vertrekmoratorium wordt ingesteld
als de situatie in een land van herkomst dermate onduidelijk of chaotisch is dat op
dat moment geen gewogen beslissing kan worden genomen. Een voorbeeld daarvan was de
opkomst van IS in Irak.
Er is voldoende informatie voorhanden over de veiligheids- en mensenrechtensituatie
in Bahrein. Zoals in antwoord op vraag 7 is aangegeven, zal ik in samenwerking met
het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de ontwikkelingen in Bahrein en de berichtgeving
daarover, onder meer van de kant van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International
en Human Rights Watch, nauwlettend volgen. In het licht van die informatie worden
individuele asielzaken beoordeeld. Of asiel wordt verleend is afhankelijk van de aannemelijkheid
van het individuele relaas en de conclusie daaruit of gegronde vrees voor vervolging
bestaat dan wel bij terugkeer een reëel risico bestaat op een vernederende of onmenselijke
behandeling.
Vraag 15
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Ojik
(GroenLinks), ingezonden 8 januari 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nr. 1270), Jasper van Dijk en Karabulut (beiden SP), ingezonden 8 januari 2019 (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1269).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.