Schriftelijke vragen : Een dreigende schikking tussen het Nederlandse openbaar ministerie en Shell vanwege haar handelen in Nigeria
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over een dreigende schikking tussen het Nederlandse openbaar ministerie en Shell vanwege haar handelen in Nigeria (ingezonden 21 januari 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat een viertal organisaties die eerder aangifte
deden tegen Shells optreden in Nigeria vreest dat het openbaar ministerie (OM) toewerkt
naar een schikking met Shell in plaats van dat Shell voor de rechter moet komen?1
Vraag 2
Bent u het eens met de algemene oproep van Global Witness, Corner House, HEDA Resource
Centre en Re:Common, dat een schikking alleen acceptabel is als de betrokkenen schuld
erkennen en dat bij bewijs van persoonlijke betrokkenheid managers veroordeeld moeten
worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de grootte van het concern Shell en het feit dat het bedrijf
het predikaat koninklijk draagt, niet mee zal spelen in de beslissing van het OM al
dan niet te schikken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Kunt u een update geven over de uitwerking van de aangenomen motie-Van Nispen/Van
Oosten over strafrechtelijk onderzoek naar feitelijke leidinggevenden bij hoge en
bijzondere transacties (Kamerstuk 35 000 VI, nr. 52)? Zo nee, wanneer kan de Kamer de uitwerking van deze aangenomen motie dan wel tegemoet
zien?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.