Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Lange over het rapport 'Financiële problemen 2018'
Vragen van het lid De Lange (VVD) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het rapport «Financiële problemen 2018» (ingezonden 21 december 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
21 januari 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het NIBUD-rapport «Financiële problemen 2018»?1
Antwoord 1
Het NIBUD-rapport «Financiële problemen 2018» is een relevante informatiebron voor
het Ministerie van SZW. Sinds 2005 onderzoekt het NIBUD één keer per drie jaar hoe
Nederlanders met hun geld omgaan. Soortgelijke onderzoeken heeft het Nibud uitgebracht
in 2005, 2009, 2012 en 2015.
Vraag 2
Herkent u het beeld in het rapport waarin wordt gesteld dat te weinig mensen met betalingsproblemen
gebruik maken van schuldhulpverlening? Hoe past dit in de brede schuldenaanpak?
Antwoord 2
Het rapport laat belangrijke ontwikkelingen zien: Enerzijds neemt het aantal mensen
dat moeilijk rond kan komen af. Anderzijds wordt de problematiek ernstiger en is er
een groep mensen met ernstige betalingsproblemen die niet bij de hulpverlening in
beeld is. Het feit dat minder huishoudens problemen ondervinden met rondkomen is een
positieve ontwikkeling: Huishoudens staan minder rood en er wordt minder geleend.
De toenemende ernst van de problematiek en het feit dat mensen hun weg naar de hulpverlening
niet kunnen vinden, vind ik zorgelijk en blijft een punt van aandacht. Het rapport
benadrukt het belang van de Brede Schuldenaanpak (Kamerstuk 24 515 nr. 31). Het kabinet geeft in de Brede Schuldenaanpak voorrang aan het voorkomen dat betalingsachterstanden
ontstaan, oplopen en resulteren in problematische schulden.
Vraag 3
Heeft u inzicht in de redenen waarom mensen met (ernstige) betalingsproblemen geen
schuldhulpverlening krijgen? Zo ja, wat zijn de redenen? Zo nee, bent u bereid deze
redenen te onderzoeken en met de Kamer te delen?
Antwoord 3
Het NIBUD concludeert dat een groot deel van de mensen die geen gebruik maken van
hulpverlening denkt dat de problemen niet zo ernstig zijn dat zij professionele hulp
nodig hebben. Het NIBUD adviseert daarom mensen meer bewust te maken en als zij zelf
niet aankloppen de hulp naar hen te brengen. Dit bevestigt eerdere inzichten en sluit
aan bij de Brede Schuldenaanpak.
Vraag 4
Lector Schulden en Incasso stelt in reactie op het NIBUD-rapport dat de schuldhulpverlening
niet altijd toegankelijk is2, herkent u dit beeld?
Vraag 5
Heeft u inzicht welke drempels mensen met schulden ervaren bij het krijgen van schuldhulpverlening?
Zo ja, welke drempels zijn dit? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken en de resultaten
met de Kamer te delen?
Vraag 6
Op welke wijze wordt in het huidige schuldhulpverleningsbeleid ingezet op het wegnemen
van deze drempels?
Antwoord 4, 5 en 6
Het door u aangehaalde artikel meldt dat de schuldhulpverlening niet altijd even toegankelijk
is, maar ook dat heel veel gemeenten het wel goed doen. Dit beeld sluit aan bij het
recente onderzoek van de Nationale ombudsman «Een open deur: Het vervolg» (zie ook
de beantwoording van Kamervragen over dit onderzoek, TK2018–2019 Aanhangsel van de
Handelingen 240). Ik vind dat iedereen met (dreigende) problematische schulden toegang moet hebben
tot hulp. Elke gemeenteraad moet op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
minimaal eens per vier jaar een beleidsplan vaststellen voor de integrale schuldhulpverlening.
In dit plan moet onder andere staan hoe voorkomen wordt dat personen schulden aangaan
die ze niet kunnen betalen en hoe de kwaliteit van de schuldhulpverlening wordt geborgd.
De brede toegankelijkheid van de schuldhulpverlening is daar een onmisbaar onderdeel
van.
Ik zie dat gemeenten investeren in de professionalisering en de kwaliteit van de schuldhulpverlening.
Het Interbestuurlijk Programma en de extra middelen die het kabinet ter beschikking
heeft gesteld voor het voorkomen van schulden en de bestrijding van armoede, helpen
daarbij. Bij de uitwerking van de nadere afspraken met gemeenten in het kader van
het Interbestuurlijk Programma zijn verbetering van de toegang tot de schuldhulpverlening
en vroegsignalering twee van de thema’s. Ik ondersteun gemeenten met de goed lopende
en breed gedragen programma’s Schouders Eronder en Vakkundig aan het Werk.
Vraag 7, 8 en 9
Herkent u het geschetste beeld in het NIBUD-rapport waarin ook de conclusie wordt
getrokken dat 40% van de mensen die het hardste schuldhulpverlening nodig hebben (ernstige
betalingsproblemen), zich er niet bewust van zijn dat ze schuldhulpverlening nodig
hebben3?
Heeft u inzicht in de redenen waarom deze mensen zich niet bewust zijn van het feit
dat ze schuldhulpverlening nodig hebben? Zo ja, wat zijn de redenen? Zo nee, bent
u bereid deze redenen te onderzoeken en de resultaten met de Kamer te delen?
Op welke wijze wordt in het huidige schuldhulpverleningsbeleid ingezet om mensen bewust
te maken van het feit dat ze schuldhulpverlening nodig hebben?
Antwoord 7, 8 en 9
Dat een deel van de mensen met problematische schulden zich niet bewust is dat zij
hulp nodig hebben, heeft meer oorzaken. Het onderzoek van het NIBUD dat aanleiding
is voor deze Kamervragen geeft een verklaring: Life events zoals scheiding, werkloosheid
en arbeidsongeschiktheid kunnen leiden tot het in een korte tijd ontstaan van financiële
problemen. Gemeenten kunnen hier in hun voorlichting en in het organiseren van de
toegang tot schuldhulpverlening op inspelen. Ook de budgetvoorlichting door het NIBUD
levert een belangrijke bijdrage aan bewustwording, reden voor het Ministerie van SZW
om het NIBUD te subsidiëren.
Uit eerder onderzoek van NIBUD blijkt dat veel Nederlanders moeite hebben met de financiële
administratie. Ze hebben geen overzicht omdat rekeningen op verschillende manieren
binnenkomen.4 Het is daarnaast van groot belang dat het taboe op het hebben van schulden wordt
doorbroken. Schulden kunnen iedereen overkomen en tijdige hulp kan een hoop ellende voorkomen. Ik wil mensen die financiële
problemen hebben dan ook op het hart drukken om hulp te vragen. De actielijnen en
bijbehorende maatregelen uit de Brede schuldenaanpak spelen in op deze inzichten.
Een voorbeeld is het platform Wijzer in geldzaken.5 Hierin bundelen partners uit de financiële sector, de wetenschap, de overheid, onderwijs-,
voorlichtings- en consumentenorganisaties hun krachten om verantwoord financieel gedrag
in Nederland te bevorderen. Wijzer in geldzaken gebruikt (gedrags)wetenschappelijke
inzichten en focust op specifieke levensgebeurtenissen en bijbehorende doelgroepen.
Vraag 10, 11, 12 en 13
Een andere conclusie van het NIBUD is dat er winst te behalen is bij het vroegsignalering,
herkent u dit beeld en wat gaat u hiermee doen?
Heeft u inzicht in de redenen waarom er nog weinig gebruik wordt gemaakt van vroegsignalering?
Zo ja, wat zijn de redenen? Zo nee, bent u bereid deze redenen te onderzoeken en de
resultaten met de Kamer te delen?
Wat zijn volgens u gebeurtenissen of momenten waarbij vroegsignalering plaats kan
vinden? Door wie kan volgens u vroegsignalering plaatsvinden?
Op welke wijze wordt in het huidige schuldhulpverleningsbeleid ingezet op vroegsignalering?
Antwoord 10, 11, 12 en 13
Door de versterkte inzet op vroegsignalering wil het kabinet problematische schulden
tegengaan en het onnodig ophogen van schulden voorkomen. De conclusie van het NIBUD
dat winst te behalen valt met vroegsignalering sluit aan bij de Brede Schuldenaanpak.
Om meer inzicht in succesvolle aanpakken te krijgen en welke randvoorwaarden daarvoor
nodig zijn, voeren steeds meer gemeenten pilots vroegsignalering uit. Vaak en met
succes gebruikte gebeurtenissen of momenten voor vroegsignalering van schulden zijn
betalingsachterstanden op huur, zorgverzekering, energie en drinkwater. De schuldeisers
hebben met de deelnemende gemeenten afspraken gemaakt over het uitwisselen van contactgegevens
van de burgers met betalingsachterstanden waarmee de gemeenten proactief hulp aanbieden.
Het kabinet bereidt een wijziging voor van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
om ten behoeve van vroegsignalering gegevensuitwisseling te faciliteren en tegelijkertijd
naleving van de nieuwe Europese privacyregels te waarborgen (Kamerstuk 24 515, nr. 456).
Vraag 14
Het NIBUD heeft becijfert welke leeftijds- en inkomenscategorieën ernstige betalingsproblemen
hebben6, staan deze getallen ook in verhouding tot de cijfers bij de schuldhulpverlening?
Antwoord 14
Voor zover mij bekend zijn er geen statistieken beschikbaar om deze vraag te beantwoorden.
Het lijkt wel waarschijnlijk dat burgers die schuldhulpverlening krijgen een afspiegeling
zijn van de leeftijds- en inkomenscategorieën van mensen met betalingsachterstanden.
Ik heb u eind 2018 geïnformeerd (Kamerstuk 24 515, nr. 456) over het vooronderzoek dat momenteel met het CBS loopt voor een onderzoeksmethode
waarbij op basis van registerdata een representatief beeld gegeven kan worden van
de omvang en de achtergrondkenmerken van de schuldenproblematiek in Nederland. Het
doel is ontwikkelingen in de tijd op betrouwbare wijze in beeld te brengen door periodiek
onderzoek.
Vraag 15
Hoe ziet u de balans tussen de verantwoordelijkheid die mensen zelf hebben om hulp
te zoeken en de mogelijkheid die gemeenten, werkgevers en andere organisaties hebben
om mensen met (ernstige) betalingsproblemen te wijzen op de mogelijkheden van schuldhulpverlening?
Antwoord 15
De balans wordt vooral bepaald door het grondrecht van de eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer en door de bereidheid om hulp te accepteren. De toenemende digitalisering
maakt het steeds makkelijker burgers met betalingsachterstanden te vinden en gegevens
tussen schuldeisers en gemeenten uit te wisselen. De bescherming van de privacy vereist
echter dat de uitwisseling van persoonsgegevens minimaal is en noodzakelijk voor schuldhulpverlening.
Een belangrijke notie is ook dat hulp alleen kan werken als mensen die accepteren.
De timing van het hulpaanbod is van belang. Om de juiste balans te vinden is evaluatie
van verschillende aanpakken belangrijk. In 2017 heeft de Inspectie SZW vroegsignalering
van schulden door gemeenten onderzocht (Kamerstuk 24 515 nr. 384). Recent zijn op initiatief van de NVVK goede ervaringen gebundeld in de geactualiseerde
Leidraad Vroegsignalering van schulden.7
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.