Schriftelijke vragen : Problemen op de Maaslijn
Vragen van de leden Amhaouch en Ronnes (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over problemen op de Maaslijn (ingezonden 18 januari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Reiziger op Maaslijn moet wachten op hopeloos verdeelde provincies»?1
Vraag 2
Is het u bekend dat de provincies Limburg en Gelderland onderling in conflict zijn
over een nieuw miljoenentekort voor de Maaslijn? Zo ja, wat is uw mening hierover?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe de financiële afspraken en verantwoordelijkheden thans luiden
tussen de verschillende provincies en de rijksoverheid? Wilt u daarbij aangeven welke
bedragen (harde) infrastructuur dan wel materiaal betreffen en hoe de verhouding van
financiën en kwaliteit is? Hoe liggen deze afspraken voor de huidige situatie en hoe
voor de nieuwe situatie (elektrificatie, extra spoor etc.)?
Vraag 4
Kunt u specificeren wat de rol van de vervoersmaatschappij in deze is en of partijen
(concessieverleners en -nemers) de gemaakte afspraken nakomen? Welke maatregelen zijn
er genomen om de inzet van materieel op het «oude» niveau terug te brengen, dat wil
zeggen voor de brand en de aanrijding?
Vraag 5
Kunt u aantonen welke groepen van reizigers het meest geraakt worden door de nieuwe
situatie en daarbij expliciet in te gaan op de positie van scholieren en studenten?
Wilt u ook aangeven welk perspectief geboden kan worden aan die reizigers?
Vraag 6
Bent u bereid om zelf een bemiddelende rol te spelen dan wel een mediator aan te wijzen
opdat verdere vertraging van besluitvorming en escalatie van het conflict wordt voorkomen
en waarbij wordt aangedrongen op maximale inspanning van alle betrokken partijen om
de huidige problemen op te lossen?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de huidige situatie onacceptabel is voor het imago van de trein
in de regio als betrouwbaar alternatief?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Amhaouch, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.A.G. Ronnes, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.