Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over de stand van zaken met betrekking tot de tegemoetkoming Q-koortspatiënten en screening
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de stand van zaken met betrekking tot de tegemoetkoming Q-koortspatiënten en screening (ingezonden 14 december 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg), mede namesn de Minister van Landbouw,
            Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 16 januari 2019).
         
Vraag 1
            
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de inrichting van de uitvoering van de
               tegemoetkoming Q-koorts patiënten, aangezien in de najaarsnota aangegeven wordt dat
               dit meer tijd vraagt? Wanneer is de inrichting van de tegemoetkoming gereed?1
Antwoord 1
            
Zoals reeds aangegeven in de antwoorden bij de suppletoire begroting, is er geen sprake
               van vertraging bij de inrichting van de uitvoering van de tegemoetkoming. Deze inrichting
               was gereed bij de publicatie van de beleidsregel in oktober en is meteen gestart.
               In een eerder stadium is wel vertraging opgetreden, deze hing samen met de wens de
               uitvoering voorafgaand aan de inwerkintreding van de beleidsregel goed in te kunnen
               richten.
            
Vraag 2
            
Hoeveel personen hebben reeds aangegeven aanspraak te willen maken op het beschikbare
               budget voor de vergoeding beschikbaar voor Q-koortsslachtoffers?
            
Antwoord 2
            
Er zijn tot en met week 50 ruim 1550 aanvragen ingediend. De aanvraagperiode loopt
               nog tot en met 31 januari 2019.
            
Vraag 3
            
Is het waar dat het aantal aanmeldingen voor de vergoedingen hoger ligt dan verwacht
               waardoor per patiënt minder geld beschikbaar is dan de eerder genoemde 15.000 euro?
               En dat het maximale bedrag naar verwachting naar 10.000 euro of minder zal worden
               bijgesteld? Wat is uw oordeel hierover wetende dat veel Q-koortsslachtoffers het bedrag
               van 15.000 euro al veel te laag vonden? Bent u bereid extra middelen beschikbaar te
               stellen?2
Antwoord 3
            
Het aantal aanvragen is tot nu toe niet hoger dan verwacht. Zoals in de brief van
               december 2017 aangekondigd, is voor de financiële tegemoetkoming van Q-koortspatiënten
               en nabestaanden in totaal € 15,5 miljoen vrijgemaakt, inclusief uitvoeringskosten.
               Dit is ook in de beleidsregel vastgelegd. De maximale hoogte van € 15.000 voor de
               tegemoetkoming is vastgelegd om te voorkomen dat, mochten er onverwachts heel weinig
               aanvragen worden ingediend, de tegemoetkoming het karakter van een gebaar verliest.
               De hoogte van dit maximum is gebaseerd op een voorzichtige inschatting van het aantal
               patiënten en nabestaanden dat in aanmerking komt voor een tegemoetkoming. Uiteraard
               heb ik er begrip voor mensen deze tegemoetkoming vergelijken met de schade die zij
               hebben geleden en daarmee het bedrag onvoldoende vinden. Het gaat hier echter om een
               gebaar van het kabinet als erkenning van het geleden leed en expliciet niet om een
               schadevergoeding.
            
Vraag 4
            
Is het waar dat van de 15,5 miljoen euro die beschikbaar is gesteld voor de tegemoetkoming
               ongeveer één miljoen euro nodig is voor uitvoeringskosten van de tegemoetkoming? Zo
               ja, kunt u inzichtelijk maken waar die één miljoen euro aan besteed wordt?
            
Antwoord 4
            
In mijn brief van 29 oktober jl. heb ik reeds aangegeven dat voor het verstrekken
               van tegemoetkomingen op basis van deze beleidsregel een bedrag van € 14,5 miljoen
               beschikbaar is en voor de uitvoering dus een bedrag van € 1 miljoen. De uitvoeringskosten
               bestaan uit de kosten voor DUS-I, de uitvoerder van de beleidsregel, de kosten voor
               de onafhankelijke medische commissie, de kosten voor de vergoeding voor artsen, de
               kosten voor de bezwaar- en beroepsprocedures en de kosten voor de uitvoering van de
               aanvullende tegemoetkoming voor het eventueel mislopen van toeslagen. In overleg met
               de patiëntenvereniging hebben we gekozen voor een patiëntgerichte uitvoering, een
               zeer sobere opzet maar wel controleerbaar.
            
Vraag 5
            
Wat is de stand van zaken als het gaat om het organiseren van een systematische screening
               (bevolkingsonderzoek) naar Q-koorts bij mensen met een specifieke hart- of vaatziekte
               en een verzwakt immuunsysteem die wonen in een gebied waar Q-koorts voorkwam? Kan
               in de beantwoording in ieder geval ingegaan worden op de volgende aspecten: wanneer
               zal deze screening gaan starten, welke test zal bij de screening gebruikt worden,
               hoe worden de screeningen en tests gefinancierd en hoe gaat de procedure precies in
               zijn werk? Zijn hier nog kosten aan verbonden voor de personen die het betreft?
            
Antwoord 5
            
Voor de stand van zaken rond screening verwijs ik u naar de commissiebrief die ik
               17 december aan uw Kamer heb doen toekomen. De betrokken deskundigen besluiten welke
               test er gebruikt wordt. Zoals ik in mijn brief van 24 september jl. heb aangegeven
               is dit een screening die past binnen de reguliere zorg. Om een en ander maximaal te
               faciliteren financiert de overheid een groot deel van deze extra inspanning, inclusief
               de test. De precieze procedure is nog onderwerp van gesprek met de vertegenwoordigers
               van de huisartsen en experts.
            
Vraag 6
            
Bent u bereid voor aanvullende onderzoeken op het gebied van Q-koorts, waarvan de
               specifieke thema’s worden vastgesteld in samenwerking met betrokken partijen zoals
               Q-uestion, extra financiële middelen beschikbaar te stellen via het onderzoeksprogramma
               bij ZonMw? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Ik stel middelen ter beschikking voor het programma infectieziekten bij ZonMw, dat
               vanaf 2019 begint. Onderdeel hiervan kan ook onderzoek naar Q-koorts zijn. Daarnaast
               heb ik besloten om onderzoek naar Q-koorts bij kinderen separaat via ZonMw te financieren.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.