Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Aukje de Vries over het artikel 'Macron laat teugels Frankrijk vieren’
Vragen van het lid Aukje deVries (VVD) aan de Minister van Financiën over het bericht «Macron laat teugels Frankrijk vieren» (ingezonden 13 december 2018).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 18 januari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Macron laat teugels Frankrijk vieren»1, waarin wordt gemeld dat als gevolg van de opstand van de «gele hesjes» president
Macron het Franse tekort laat oplopen? Wat vindt u van dit bericht?
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van de maatregelen die de Franse president Macron recentelijk
heeft aangekondigd.
Vraag 2
Wat zijn de precieze maatregelen die Macron neemt en wat zijn de precieze kosten?
Klopt het dat het zou gaan om zo’n € 10 tot 11 miljard euro?
Antwoord 2
President Macron heeft verschillende maatregelen genomen. Allereerst is de eerder
aangekondigde accijnsverhoging op brandstof geannuleerd. Daarnaast worden de eindejaarsuitkeringen
en overuren niet meer belast. Verder wordt het minimumloon met 90 euro per maand verhoogd
en wordt de verhoging van de sociale lasten voor ouderen met een inkomen onder de
€ 2.000 euro bruto afgeschaft. De verhoging van het minimumloon zal niet ten laste
komen van de werkgevers en wordt geïndexeerd met 1,5% per jaar. Om de gevolgen van
deze maatregelen voor de begroting te drukken heeft de Franse regering ook enkele
compenserende maatregelen genomen. Zo komt er een digitale belasting en zal er bezuinigd
worden op de apparaatskosten. In totaal zullen de extra kosten van deze maatregelen,
inclusief compenserende maatregelen, ongeveer 10 miljard euro bedragen, gelijk aan
0,4% bbp.
Vraag 3
Wanneer worden deze voorstellen verwerkt in de Franse begroting?
Antwoord 3
Deze voorstellen zijn eind december verwerkt in de Franse begroting en vervolgens
aangenomen door het Frans parlement, en ondertekend door de President.
Vraag 4
Wat is het effect van deze voorstellen op het Franse begrotingstekort? Klopt het dat
het tekort daarmee op ongeveer 3,5% van het bruto binnenlands product (bbp) zou komen
en daarmee, samen met bbp in Roemenië, het hoogste zou zijn van alle lidstaten van
de Europese Unie?
Antwoord 4
Met de extra kosten van 0,4% bbp zal het begrotingstekort van Frankrijk in 2019 volgens
de Franse raming uitkomen op ongeveer 3,2%, uitgaande van de herfstraming van de Commissie
die nog uitkwam op een tekort van 2,8%. Dit zou het op één na hoogste begrotingstekort
binnen de EU zijn. Vermoedelijk pas bij de lenteraming van mei zal de Commissie aangeven
hoe zij het begrotingstekort van Frankrijk in 2019 beoordelen.
Vraag 5
Welke gevolgen had het eerder al terugdraaien van de accijnsverhoging voor de Franse
begroting en het begrotingstekort?
Antwoord 5
Geschat wordt dat de impact van het terugdraaien van de accijnsverhoging zo’n 0,2%
bbp is, ongeveer 5 miljard euro.
Vraag 6
Wanneer raamt de Europese Commissie het nieuwe tekortcijfer van Frankrijk?
Antwoord 6
De eerstvolgende keer dat de Europese Commissie het begrotingstekort voor Frankrijk
zal ramen is in mei 2019 met de lenteraming.
Vraag 7
Vergt de Commissie procedureel een herzien oordeel over een begroting en het Stabiliteits-
en groeipact (SGP) wanneer een begroting lopende het jaar zo drastisch herzien wordt?
Antwoord 7
Het proces rond ontwerpbegrotingen is vastgelegd in de zogenaamde two-pack verordening.
Deze verordening schrijft niet voor dat er een herzien oordeel dient te worden opgesteld
indien de nationale begroting die aangenomen wordt afwijkt van de ontwerpbegroting
die medio oktober is ingediend.
Vraag 8
Wat is de procedure voor het vaststellen van een buitensporig tekort wanneer een land
na het vaststellen van de conceptbegrotingen een te hoog tekort heeft?
Antwoord 8
Het vaststellen van een mogelijk buitensporig tekort doet de Commissie in principe
twee keer per jaar: naar aanleiding van de lenteraming en van de herfstraming. Hier
is de Commissie echter niet aan gebonden. De Commissie heeft altijd het recht om een
buitensporig tekort vast te stellen indien hier op basis van Commissie-cijfers aanleiding
toe is. Er is geen specifieke procedure voorzien voor een situatie waarin de begroting
zodanig afwijkt van de conceptbegroting dat dit consequenties heeft voor het wel of
niet hebben van een buitensporig tekort.
Vraag 9
Hoelang heeft Frankrijk nu al een begrotingstekort? Wanneer had Frankrijk voor het
laatst een begrotingsoverschot?
Antwoord 9
Op basis van de gegevens uit de AMECO-database die de Commissie gebruikt voor de implementatie
van het SGP, had Frankrijk in 1974 voor het laatst een (nominaal) begrotingsoverschot.
Vraag 10
Wat zijn de gevolgen van het verhogen van het minimumloon voor de groeicijfers van
Frankrijk, die ook al als te optimistisch worden ingeschat?
Antwoord 10
De impact van het verhogen van het minimumloon op de groeicijfers van Frankrijk is
onbekend. Wel komt de verhoging van het minimumloon niet ten laste van de werkgever
waardoor de loonkosten voor werkgevers niet direct stijgen door deze maatregel.
Vraag 11
In hoeverre voldoet Frankrijk daarmee straks nog aan de regels uit het SGP?
Antwoord 11
Frankrijk bevindt zich sinds de zomer van dit jaar weer in de preventieve arm van
het SGP na lange tijd in de correctieve arm – ofwel een buitensporigtekortprocedure
– te hebben gezeten.
Daarom gelden ook de eisen van de preventieve arm die voorschrijven dat het structureel
saldo met 0,6% moet verbeteren en de netto-uitgaven met maximaal 1,4% mogen toenemen.
De ontwerpbegroting die Frankrijk op 15 oktober indiende heeft de Commissie beoordeeld
als «at significant risk of non-compliance» met de begrotingseisen uit de preventieve
arm. Indien het begrotingstekort verder verslechtert als gevolg van de aangekondigde
maatregelen, zal dit risico op «non-compliance» in 2019 groter worden.
Naast de eisen van de preventieve arm gelden nog steeds de eisen uit de correctieve
arm die voorschrijven dat het nominaal tekort niet boven de 3% bbp mag uitkomen. Op
basis van de herfstraming zou Frankrijk hier in 2019 en 2020 aan voldoen. Of het tekort
met de voorgestelde maatregelen boven de 3% zal uitkomen zal met de voorjaarsraming
duidelijk worden. Commissaris Moscovici heeft overigens reeds erop gehint dat de Commissie
bij de beoordeling of er sprake is van een buitensporig tekort rekening zal houden
met het feit dat de overschrijding «tijdelijk en exceptioneel» is.
Vraag 12
Wat zijn de begrotingsvoorspellingen voor de komende jaren? Bevindt Frankrijk zich
op een geloofwaardig pad naar de middellangetermijndoelstelling (Medium Term Objective,
MTO)?
Antwoord 12
De herfstraming van de Commissie raamt de begrotingscijfers voor EU-lidstaten twee
jaar vooruit. Onderstaand staat een tabel die de belangrijkste begrotingscijfers uit
de herfstraming voor Frankrijk op een rij zet. In deze cijfers zijn de recent aangekondigde
maatregelen niet meegenomen.
Begrotingsindicatoren in % bbp
2017
2018
2019
2020
Nominaal begrotingstekort
– 2,7
– 2,6
– 2,8
– 1,7
Structureel begrotingstekort
– 2,4
– 2,5
– 2,3
– 2,2
Publieke schuld
98,5
98,7
98,5
97,2
Het structureel saldo verbetert in 2019, waarmee Frankrijk dichterbij haar middellangetermijndoelstelling
komt, die is vastgesteld op – 0,4% BBP. Wel is deze verbetering lager dan de verbetering
die is vereist op basis van de stand van de conjunctuur en de hoogte van de schuld.
Vraag 13
Wat zijn de (mogelijke) gevolgen van de Franse plannen op de motivatie van Italië
om de begroting wel weer aan de regels van het SGP te laten voldoen en op het opstarten
van de buitensporigtekortprocedure voor Italië?
Antwoord 13
Iedere lidstaat dient zich te houden aan de regels van het SGP. Dit staat los van
de plannen van andere lidstaten. Daarnaast dient de Commissie de begrotingsregels
altijd individueel op lidstaten toe te passen.
Ik zie dan ook geen aanleiding voor een andere houding van de Commissie richting Italië
of een verandering in de motivatie van de Italiaanse regering om aan de SGP regels
te voldoen naar aanleiding van de aangekondigde maatregelen door de Franse regering.
Vraag 14
Kunt u ingaan op de verdere gang van zaken rond de begroting van Italië? Kloppen de
berichten in de media dat Italië verschillende compromisvoorstellen heeft gedaan om
tot een lager, maar nog altijd te hoog tekort, te komen?
Antwoord 14
De Commissie heeft op 21 november een artikel 126(3) rapport gepubliceerd op basis
van het niet voldoen aan de schuldreductieregel die voorschrijft dat de schuld in
een bepaald tempo moet afnemen. In dat rapport heeft de Commissie geconcludeerd dat
het openen van de buitensporigtekortprocedure (excessive deficit procedure – EDP)
gerechtvaardigd is. Daarna heeft een voorportaal van de Ecofin (het EFC) een opinie
over het rapport aangenomen waarin de analyse van de Commissie wordt onderschreven.
In de tussentijd had de Italiaanse regering besloten in dialoog met de Commissie een
voorstel te doen voor het aanpassen van de ontwerpbegroting. Dit voorstel bevatte
onder andere het uitstellen van de invoering van het basisinkomen en van de terugdraaiing
van de eerdere pensioenhervorming. Het begrotingstekort zou daarmee volgens Italië
uitkomen op 2,04%. Op basis van deze aangepaste begroting heeft de Commissie besloten
geen EDP te openen op dit moment. Aangezien de aangepaste begroting nog steeds niet
leidt tot een sterke daling van de publieke schuld (in lijn met het schuldenregel)
en duurzame economische groei vind ik dit een gemiste kans van de Commissie.
Vraag 15
Bent u voornemens en/of bereid om deze te hoge tekorten bij een volgende vergadering
van de Eurogroep of de Ecofinraad aan de orde te stellen?
Antwoord 15
Ik heb altijd gepleit voor een strikte naleving en handhaving van het Stabiliteits-
en Groei Pact zowel tijdens bilaterale gesprekken met mijn Europese collega’s als
tijdens de plenaire vergadering van de Eurogroep en de Ecofinraad. Dit zal ik blijven
doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.