Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het RST op Curaçao
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het RST op Curaçao (ingezonden 18 december 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 16 januari 2019).
Vraag 1, 3
Kunt u uitsluiten dat door de interne managementproblemen in het Recherche Samenwerkingsteam
(RST) op de Antillen belangrijke onderzoeken naar de verbodenheid tussen criminelen
en de politiek, in het bijzonder naar de moord op politicus Helmin Wiels, zijn vertraagd
of anderszins zijn beïnvloed?1
Klopt het, dat het slechte topmanagement van het RST ook van negatieve invloed is
geweest op het optreden van het anti-corruptie team TBO en ook op de samenwerking
met lokale partners op Aruba, Curaçao en Sint Maarten en met de internationale partners
in onder meer Italië en de Verenigde Staten?
Antwoord 1, 3
De samenwerking met partners van RST en TBO, nationaal en internationaal, verloopt
naar behoren. Het RST en ook het Team Bestrijding Ondermijning (TBO) hebben succesvolle
jaren achter de rug in de bestrijding van zware, georganiseerde criminaliteit en ondermijning.
Overigens heeft de korpschef van het politiekorps Curaçao naar aanleiding van de berichtgeving
in de media laten weten dat de samenwerking met het RST goed verloopt en dat het onderzoek
naar de moord op de heer Wiels in het geheel niet is gefrustreerd.2
Vraag 2
Waarom is zo lang gewacht met ingrijpen toen duidelijk werd dat de toenmalige teamleider
van het RST niet goed functioneerde? Waarom is niet eerder geluisterd naar signalen
van interne klokkenluiders? Kunt u toezeggen dat deze klokkenluiders als gevolg van
hun melding, niet zullen worden benadeeld?
Antwoord 2
Op het moment dat het ministerie en de politie signalen hebben ontvangen, is er vanuit
goed werkgeverschap waaraan ik zeer hecht, opvolging aan gegeven. De signalen die
zijn ontvangen, waren niet eenduidig en niet terug te voeren op één enkele oorzaak.
Ze zijn direct bespreekbaar gemaakt met de leiding van het RST en hebben geleid tot
verschillende acties. Er zijn vanuit het ministerie en de politie gesprekken gevoerd
met de leiding van het RST, ook ter plaatse. Ook zijn gesprekken gevoerd met medewerkers
en is een teamcoach voor de leiding van het RST aangesteld. Verder wordt gewerkt aan
harmonisatie en verduidelijking van de toepasselijke arbeidsvoorwaardelijke regelgeving,
omdat deze regelgeving als onduidelijk werd ervaren.
Vraag 4
Waarom is de Tweede Kamer pas op de hoogte gebracht van de problemen bij het RST nadat
klokkenluiders hulp bij de Nederlandse politiebond NPB hebben gezocht en het Algemeen
Dagblad over de zaak heeft geschreven? Waarom hebt u niet eerder zelf de Tweede Kamer
over deze zaak geïnformeerd?
Antwoord 4
Over relevante ontwikkelingen met betrekking tot het functioneren van het RST zal
ik uw Kamer uiteraard blijven informeren. Zo wordt op basis van een opdracht van de
ministers van Justitie van de landen gewerkt aan het ontwikkelen van een nieuwe visie
op de recherchesamenwerking, die onder andere leidt tot een andere positionering van
het RST. Voorzien is dat tijdens het volgende Justitieel Vierpartijenoverleg eind
januari 2019 besluiten worden genomen over doorontwikkeling en positionering van het
RST. Ik zal u over deze besluitvorming informeren.
Vraag 5
Waarom is gekozen voor het aanstellen van een interim---chef teneinde de verstoorde
relaties te herstellen? Zijn de verstoorde verhoudingen binnen het RST en is de samenwerking
met de lokale en internationale partners ondertussen volledig hersteld? Zo nee, hoeveel
tijd denkt u daarvoor nog nodig te hebben?
Antwoord 5
De vorige teamchef van het RST heeft besloten, na tien jaar betrokkenheid bij het
Caribisch gebied, de in het antwoord op de vorige vraag genoemde doorontwikkeling
van het RST over te laten aan een opvolger. Gezien de vele partijen betrokken bij
de aanstelling van een teamchef van het RST is dit een langdurig proces. Daarop is
besloten een al in het gebied werkzame functionaris met kennis van zaken van het RST
en de lokale situatie, afkomstig van de Nederlandse politie, als interim--teamchef
te benoemen. De samenwerking met de lokale korpsen is goed.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.