Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Karabulut, Van Ojik en Ploumen over de detentie van anti-slavernij activisten in Mauritanië
Vragen van de leden Karabulut (SP), Van Ojik (GroenLinks) en Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de detentie van anti-slavernij activisten in Mauritanië (ingezonden 20 december 2018).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 januari 2019).
Vraag 1
Klopt het dat anti-slavernij activist Biram Dah Abeid eerder dit jaar is opgepakt
in Mauritanië en nog altijd opgesloten zit? Wat zijn de precieze feiten rondom zijn
detentie?1
Antwoord 1
Biram Dah Abeid is eerder dit jaar gearresteerd. Hij werd op 7 augustus 2018 opgepakt,
de dag van de registratie voor de parlementsverkiezingen van september waarvoor hij
zich kandidaat had gesteld. De heer Abeid werd opgepakt op basis van een aanklacht
van een journalist die hem beschuldigde van bedreiging. Op 13 augustus 2018 werd de
heer Abeid door het gerechtshof in Nouakchott in staat van beschuldiging gesteld met
een zware aanklacht voor «Aanslag op het leven en de integriteit van de persoon»,
«uitlokken tot aanslag op het leven» en «bedreigingen met geweld». De heer Abeid werd
op 31 december 2018 door het gerechtshof vrijgesproken en in vrijheid gesteld, nadat
de aanklacht van de journalist was ingetrokken.
Vraag 2
Hoe vaak is de heer Abeid inmiddels gearresteerd? Hoe beoordeelt u dit?
Antwoord 2
Biram Dah Abeid is in het verleden verschillende malen gearresteerd en hij heeft tenminste
tweemaal in detentie gezeten. Op 15 januari 2015 werd hij veroordeeld tot twee jaar
gevangenisstraf wegens «rebellerende activiteiten», «lidmaatschap van een niet erkende
organisatie» en «schending van openbaar gezag». In mei 2016 besliste het Hooggerechtshof
tot zijn vrijlating. Op 7 augustus 2018 werd de heer Abeid opgepakt en in detentie
gehouden tot 31 december 2018. De arrestaties van de heer Abeid, net als arrestaties
van andere leden van anti-slavernij organisatie IRA (Initiative pour la résurgence du mouvement abolitioniste), hebben steeds aandacht gekregen van de EU en Nederland. Nederland en de EU hebben
in de betrekkingen met Mauritanië regelmatig het belang van bevordering van mensenrechten
benadrukt. Hieronder valt onder meer de bescherming van mensenrechtenverdedigers,
het recht op een eerlijk proces en respect voor mensenrechten van gedetineerden. Zorgen
op dit vlak hebben Nederland en de EU meermaals onder de aandacht gebracht.
Vraag 3
Is er sprake van een eerlijk proces en hoe zijn de omstandigheden in detentie? Zijn
er redenen voor zorgen hierover?
Antwoord 3
Nederland heeft de zaak met aandacht gevolgd en hierover contact onderhouden met o.a.
mensenrechtenorganisaties, de EU, EU-lidstaten, de VN en met IRA – de organisatie
van Biram Dah Abeid – zelf. Informatie over de exacte omstandigheden in detentie en
verloop van het proces was beperkt beschikbaar. Een aantal mensenrechtenorganisaties
(onder andere Amnesty International, Frontline Defenders) hebben zorgen geuit, onder
andere over het langdurige voorarrest en onregelmatigheden tijdens het proces. Tijdens
een gesprek met de Mauritaanse Minister van Binnenlandse zaken heeft mijn plaatsvervangend
directeur-generaal Internationale Samenwerking de detentie en het proces tegen de
heer Abeid aangekaart. Ook de EU heeft haar zorgen hierover uitgesproken in contacten
met de Mauritaanse autoriteiten.
Vraag 4
Kunt u ingaan op de problematiek met slavernij in Mauritanië? Hoe omvangrijk is dit
probleem?
Antwoord 4
Mauritanië is het laatste land dat slavernij afschafte, in 1981. In 2007 werd slavernij
per wet strafbaar gesteld. Mensenrechtenorganisaties schatten dat nog steeds zo’n
40.000 tot 60.000 inwoners slachtoffer van slavernij zijn. De Mauritaanse regering
benadrukt dat slavernij bij wet verboden is en spreekt liever van «de overblijfselen
van de slavernij». De Mauritaanse regering heeft zich gecommitteerd aan de uitbanning
van dit probleem en de afgelopen twee jaar zijn ten minste vijf mensen veroordeeld
voor slavernij-praktijken. Er is echter nog een lange weg te gaan, zoals ook organisaties
als Amnesty International aangeven. Deels hieraan gerelateerde mensenrechten problemen
zijn bijvoorbeeld de gebrekkige burgerregistratie, erf- en eigendomsrecht en discriminatie
van etnische minderheden.
Vraag 5
Bent u bereid in uw contacten met Mauritanië er op aan te dringen dat gestopt wordt
met repressie en intimidatie van anti-slavernijactivisten en in plaats daarvan serieus
werk wordt gemaakt van het tegengaan van slavernij in dit land?
Antwoord 5
In gesprekken met de Mauritaanse autoriteiten benadrukt Nederland het belang voor
respect van mensenrechten, waaronder bescherming van mensenrechtenverdedigers (inclusief
activisten die het vraagstuk van slavernij aan de orde stellen). In de politieke dialoog
tussen de EU en Mauritanië wordt, mede ook op Nederlands verzoek, hieraan aandacht
besteed. Op 6 december 2018 bracht mijn plaatsvervangend directeur-generaal Internationale
Samenwerking tijdens een gesprek met de Mauritaanse Minister van Binnenlandse Zaken
de detentie en het proces tegen de heer Abeid ter sprake. Daarnaast steunt Nederland
lokale initiatieven die als doel hebben de bredere mensenrechten situatie te verbeteren.
De afgelopen drie jaar hebben 19 Mauritaanse non-gouvernementele organisaties Nederlandse
steun ontvangen. Doel is om, veelal in samenwerking met de (lokale) overheid, in te
zetten op thema’s als jongerenparticipatie, de versterking van het maatschappelijk
middenveld, bewustwording over democratie en mensenrechten en de bescherming van kwetsbare
groepen zoals de slachtoffers van slavernij, van seksueel misbruik en gedetineerden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.