Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over een verplichte eindtoets in het speciaal (basis)onderwijs vanaf schooljaar 2019-2020
31 293 Primair Onderwijs
Nr. 429
                   VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
            
Vastgesteld 17 januari 2019
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
                  opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
                  over de brief van 24 september 2018 over verplichte eindtoets in het speciaal (basis)
                  onderwijs vanaf schooljaar 2019–2020 (Kamerstuk 31 293, nr. 411).
               
De vragen en opmerkingen zijn op 1 november 2018 aan de Minister voor Basis- en Voortgezet
                  Onderwijs en Media voorgelegd. Bij brief van 10 januari 2019 zijn de vragen beantwoord.
               
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Inhoud
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de SP-fractie
3
•
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
3
II
Reactie Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
4
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
               
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief en
                  zien daarin geen aanleiding voor het stellen van vragen.
               
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij hebben
                     nog enkele vragen.
                  
De leden vragen de Minister nader toe te lichten hoe het gesteld is met de kwaliteit
                     van scholen in het speciaal (basis)onderwijs. De afgelopen jaren is een grote inhaalslag
                     gemaakt door deze scholen en deze leden vragen de Minister of en zo ja hoeveel scholen
                     in het speciaal (basis)onderwijs nog een zwakke onderwijskwaliteit hebben. In dit
                     licht vragen de leden de Minister nader toe te lichten of de scholen zelf ook in kwalitatief
                     opzicht klaar zijn voor het afnemen van de verplichte eindtoets. Tevens vragen deze
                     leden op welke wijze de onderwijsinspectie omgaat met de resultaten van de eindtoets
                     bij de beoordeling van de scholen in het speciaal (basis)onderwijs. Bij reguliere
                     scholen wordt gekeken naar de resultaten van andere scholen met een zelfde leerlingenpopulatie,
                     is dat ook mogelijk in het speciaal (basis)onderwijs voor alle scholen gezien het
                     feit dat er ook scholen zijn die een heel specifieke leerlingenpopulatie hebben die
                     wellicht moeilijk of niet vergelijkbaar is met die van andere scholen.
                  
De leden lezen in de brief dat met ingang van schooljaar 2019/2020 de Adaptieve Centrale
                     Eindtoets als terugvaloptie voor deze groep kan dienen en dat daarmee de invoering
                     van de verplichte eindtoets mogelijk is geworden. Deze leden vragen de Minister op
                     welke wijze deze eindtoets getest is door de doelgroep en wat de resultaten daarvan
                     waren. Ook vragen deze leden op welke wijze de scholen voor speciaal (basis)onderwijs
                     betrokken waren bij de ontwikkeling van de eindtoets.
                  
De leden lezen dat de scholen voor speciaal (basis)onderwijs al enige tijd ervaring
                     hebben met het afnemen van alternatieve toetsen, maar dat niet mogelijk is aan te
                     geven hoeveel scholen dit doen omdat deze scholen hun eindscores niet kunnen uitwisselen
                     via BRON1. Deze leden vragen de Minister of het wel mogelijk is aan te geven wat de ervaringen
                     van deze scholen waren met de alternatieve toetsen en of de onderwijsinspectie wel
                     inzicht heeft gehad in eindscores.
                  
Is inmiddels over het verplicht stellen van de eindtoets gecommuniceerd naar de betreffende
                     scholen, zo vragen de leden voorts aan de Minister. Is al bekend of scholen die nog
                     niet gebruik maakten van een eindtoets inmiddels begonnen zijn met oefenen met de
                     toets om zich voor te bereiding op de verplichting en wat hun ervaringen zijn, zo
                     vragen de leden.
                  
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over
                     de verplichte eindtoets in het speciaal (basis)onderwijs vanaf schooljaar 2019–2020.
                     Zij hebben daar nog enkele vragen over.
                  
De leden vragen de Minister wat hij vindt van de cijfers van het CBS2 waaruit blijkt dat in schooljaar 2016–2017 bijna 58 duizend leerlingen na de uitslag
                     van de eindtoets in het reguliere basisonderwijs in aanmerking kwamen voor een bijstelling
                     naar boven van het oorspronkelijke leerkrachtadvies, maar dit advies slechts bij twee
                     op de tien daadwerkelijk naar boven is bijgesteld. In hoeverre denkt de Minister dat
                     dit ook zal gaan gebeuren bij de adviezen die naar voren komen uit de verplichte eindtoets
                     voor het speciaal (basis)onderwijs?
                  
De onderwijsinspectie beoordeelt de leerresultaten van de basisschool onder andere
                     op basis van de uitslag van de eindtoets. Leerlingen met een indicatie voor het praktijkonderwijs
                     of voortgezet speciaal onderwijs worden buiten de beoordeling van de leerresultaten
                     in het regulier basisonderwijs gehouden, aldus de Regeling leerresultaten PO 20143. Blijft dit ook het geval nu de verplichte eindtoets ingevoerd wordt op het speciaal
                     (basis)onderwijs? In hoeverre wordt de uitslag van de eindtoets in het speciaal (basis)onderwijs
                     gebruikt bij het toezicht van de onderwijsinspectie, zo vragen de leden. Daarnaast
                     willen de leden weten of de resultaten van scholen voor speciaal (basis)onderwijs
                     op de verplichte eindtoets openbaar zullen (moeten) worden gemaakt of niet. De leden
                     vinden het namelijk onwenselijk als dit soort scores worden gebruikt om ranglijstjes
                     te maken en scholen daarop af te rekenen. Deelt de Minister deze mening? Zo ja, wat
                     gaat de Minister doen om dit tegen te gaan? Zo nee, waarom niet, zo vragen de genoemde
                     leden.
                  
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen om in het speciaal
                     (basis)onderwijs de centrale eindtoets in te voeren.
                  
De leden vragen hoe de Minister zich rekenschap geeft van het gegeven dat de resultaten
                     van de eindtoets bij leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs zeer sterk afhankelijk
                     zijn van het welbevinden bij afname van de toets en dat bijvoorbeeld negatieve gebeurtenissen
                     voorafgaand aan de afname een sterk effect kunnen hebben op de uitkomst.
                  
De leden vragen wat de meerwaarde is van de eindtoets in het speciaal (basis)onderwijs,
                     aangezien deze leerlingen bijzonder intensief gevolgd worden op basis van het ontwikkelingsperspectief
                     en het leerlingvolgsysteem. Hoe wordt eveneens rekening gehouden met het feit dat
                     de sociaal-emotionele ontwikkeling in sterkere mate dan in het reguliere onderwijs
                     van belang is voor het bepalen van het advies voor een leerling?
                  
De leden constateren dat leerlingen met een IQ tot 75 vrijgesteld zijn van het maken
                     van de eindtoets. Deze leden vragen of de Minister inzicht heeft in het percentage
                     van de leerlingen dat op basis van dit criterium is vrijgesteld van de verplichte
                     eindtoets.
                  
De leden vragen hoe de Minister rekening houdt met scholen die tot op heden nog geen
                     eindtoets afnemen en die reeds met ingang van het komende schooljaar met de toets
                     aan de slag moeten. Pakt de snelheid van de invoering niet ten nadele uit van de kwetsbare
                     doelgroep leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs, zo vragen zij.
                  
II Reactie Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
               
De leden van de CDA-fractie vragen hoe het is gesteld met de kwaliteit van scholen
                  in het speciaal (basis)onderwijs. De afgelopen jaren is een grote inhaalslag gemaakt
                  door deze scholen en deze leden vragen de Minister of en zo ja, hoeveel scholen in
                  het speciaal (basis)onderwijs nog een zwakke onderwijskwaliteit hebben.
               
In 2017 waren er totaal 273 sbo-scholen, 227 scholen voor (v)so en 49 scholen voor
                  so. Twee sbo scholen werden in 2017 als «zwak/onvoldoende» beoordeeld en twee sbo-scholen als «zeer zwak». Van de scholen voor (v)so
                  werden totaal elf scholen beoordeeld als «zwak/onvoldoende» en drie (v)so scholen
                  kregen het oordeel «zeer zwak». Tot slot kregen vier scholen voor so in 2017 het oordeel
                  «zwak/onvoldoende» en één so-school werd beoordeeld als zeer zwak.
               
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister nader toe te lichten of de scholen
                  zelf ook in kwalitatief opzicht klaar zijn voor het afnemen van de verplichte eindtoets.
               
Afgaand op wat de sbo- en so-scholen aangeven, zijn de sbo- en de so-scholen over
                  het algemeen klaar voor het afnemen van een eindtoets. Daarbij moet worden meegenomen
                  dat waarschijnlijk een behoorlijk deel van de leerlingen in het sbo en so de verplichte
                  eindtoets niet zal hoeven te maken. Het bevoegd gezag behoudt de mogelijkheid om te
                  bepalen dat bepaalde leerlingen geen eindtoets hoeven af te leggen. In de praktijk
                  zal het bevoegd gezag van een so- of sbo school de «Beleidsregel ontheffingsgronden
                  eindtoetsing PO» volgen. Daarin staat dat het bevoegd gezag zeer moeilijk lerende
                  leerlingen en meervoudig gehandicapte leerlingen voor wie «het zeer moeilijk lerend
                  zijn» een van de handicaps is, kan ontheffen van de verplichte eindtoets. Een behoorlijk
                  deel van vooral de leerlingen in het so is «zeer moeilijk lerend», waardoor een deel
                  van de leerlingen hier geen eindtoets zullen maken.
               
Tevens vragen deze leden op welke wijze de onderwijsinspectie omgaat met de resultaten
                  van de eindtoets bij de beoordeling van de scholen in het speciaal (basis)onderwijs.
                  Bij reguliere scholen wordt gekeken naar de resultaten van andere scholen met een
                  zelfde leerlingenpopulatie, is dat ook mogelijk in het speciaal (basis)onderwijs voor
                  alle scholen, zo vragen deze leden zich af.
               
De huidige beoordelingswijze in het sbo en so zal vooralsnog niet wijzigen. Om de
                  resultaten op een eindtoets bij de beoordeling van de resultaten te betrekken, zijn
                  resultaten van drie jaar vereist (Stb. 2014, nr. 246). Na drie jaar zal de inspectie bekijken hoe de resultaten van sbo-scholen kunnen
                  worden meegenomen in het onderwijsresultatenmodel. Dit hangt mede af van de bruikbaarheid
                  van de eindtoets voor het beoordelen van de leerresultaten van deze scholen. Daarbij
                  zal rekening worden gehouden met de verschillende doelgroepen van het speciaal onderwijs.
               
Verder vragen de leden van de CDA-fractie zich af op welke wijze de Adaptieve Centrale
                  Eindtoets is getest door de doelgroep en wat de resultaten daarvan waren. Ook willen
                  zij weten op welke wijze de scholen voor speciaal (basis)onderwijs zijn betrokken
                  bij de ontwikkeling van de eindtoets.
               
Het CvTE heeft gesprekken gevoerd met zowel leerlingen, schoolmedewerkers als bestuurders
                  uit het so/sbo over de vraag wat nodig is voor een eindtoets die ook voor deze leerlingen
                  tot een zo betrouwbaar mogelijk resultaat leidt en zo min mogelijk belemmeringen oplevert.
                  De ambitie van het CvTE is een eindtoets die geschikt is voor (bijna) alle leerlingen
                  in het bao, so en sbo, met uitzondering van de leerlingen op wie de ontheffingsgronden
                  van toepassing zijn. Verder is tijdens het ontwikkelen van de digitale toets rekening
                  gehouden met richtlijnen die beogen «webcontent» zo toegankelijk mogelijk te maken.
                  Het CvTE heeft bovendien geput uit ervaringen die zijn opgedaan met de ontwikkeling
                  van leerlingvolgsysteemtoetsen voor het sbo en (v)so. Het gaat dan onder meer over
                  het alleen functioneel gebruiken van plaatjes en het vermijden van overdrachtelijk
                  taalgebruik.
               
Voor specifieke groepen leerlingen is er ondersteunende software waarmee leerlingen
                  de inhoud van digitaal lesmateriaal kunnen ontsluiten en door een pagina kunnen navigeren.
                  Tijdens de afname van de digitale Centrale Eindtoets kunnen leerlingen deze software
                  eveneens gebruiken om de toets te maken. Daarnaast wordt onderzocht welk type opgaven
                  niet geschikt is voor bijvoorbeeld blinde of doven leerlingen. Hier wordt dan de toets
                  op aangepast.
               
Hierbij merk ik op dat ik recent heb besloten om de digitale afname van de Centrale
                  Eindtoets in 2019 geen doorgang te laten vinden, zoals ik ook aan uw Kamer heb laten
                  weten.4 Ik hecht er aan om vast te houden aan de voorgenomen inwerkingtreding van een verplichte
                  eindtoets voor sbo- en so-scholen met ingang van schooljaar 2019–2020. Aankomend schooljaar
                  geldt immers als een voorbereidingsjaar voor de sbo- en so-scholen. Sbo- en so-scholen
                  kunnen zich met één van de andere adaptieve eindtoetsen voorbereiden. Bij mijn besluit
                  tot inwerkingtreding van een verplichte eindtoets in het sbo en so, geldt wel een
                  voorbehoud. Wanneer duidelijk wordt dat de digitale Centrale Eindtoets ook in 2020
                  geen doorgang zal kunnen vinden, zal deze inwerkingtreding worden uitgesteld. Ik zal
                  hierover uiterlijk voor het zomerreces van 2019 een definitief besluit nemen.
               
De CDA-fractieleden willen tevens weten wat de ervaringen van deze scholen waren met
                  de alternatieve toetsen.
               
Uit evaluaties van één van de adaptieve eindtoetsen, die zijn uitgevoerd direct na
                  de afname komen positieve ervaringen. Leerlingen vonden de toets prettig en niet te
                  lang. De belasting werd door sbo-leerlingen als passend ervaren. Het digitale, adaptieve
                  karakter van de toets spreekt sbo-scholen aan. Leerlingen zijn minder gespannen wanneer
                  het niveau van de toets wordt afgestemd op het niveau van de leerling, op basis van
                  de gegeven antwoorden. Schooldirecteuren noemen wel als nadeel dat de eindtoetsen
                  geen apart toetsadvies «praktijkonderwijs» geven. Het laagste toetsadvies dat de toetsen
                  geven, is «praktijkonderwijs/vmbo basis». Dit is conform de afspraken die hierover
                  met de toetsaanbieders zijn gemaakt. Conform deze afspraken geven de eindtoetsen enkel
                  brede toetsadviezen en het enkelvoudige advies «vwo».
               
De leden van de CDA-fractie willen tevens weten of de onderwijsinspectie wel inzicht
                  had in de eindscores.
               
De inspectie heeft inzicht in de resultaten van de scholen wanneer scholen hun resultaten
                  registreren in BRON. Dit is op dit moment voor sbo-scholen mogelijk, maar nog niet
                  verplicht. Voor scholen voor so is het nog niet mogelijk om de eindtoetsresultaten
                  te registreren in BRON. Vanaf schooljaar 2019–2020 zullen ook so-scholen hun eindtoetsresultaten
                  kunnen registreren in BRON. Ook voor deze scholen zal vanaf dan de verplichte registratie
                  in BRON gelden. Wanneer de sbo-scholen hun scores registreren in BRON worden deze
                  data ook gepubliceerd in op de openbare databestanden van DUO. Zie:https://duo.nl/open_onderwijsdata/databestanden/po/leerlingen-po/bo-sbo….
               
Is inmiddels over het verplicht stellen van de eindtoets gecommuniceerd naar de betreffende
                  scholen, zo vragen de leden van de CDA-fractie zich af.
               
Ja, alle sbo- en so-scholen zijn hierover geïnformeerd middels een brief, die op 28 augustus
                  2018 is verstuurd. Daarnaast zijn de scholen geïnformeerd via nieuwsbrieven die het
                  Ministerie van OCW heeft voor het po.
               
Tot slot willen deze leden graag weten of al bekend is of scholen die nog niet gebruik
                  maakten van een eindtoets, inmiddels zijn begonnen met een vrijwillige afname, om
                  zich voor te bereiden op de verplichting. Ook horen de leden graag wat hun ervaringen
                  zijn.
               
Dit is op dit moment nog niet bekend. Scholen kunnen zich tussen 1 december 2018 en
                  31 januari 2019 aanmelden voor de eindtoetsen van 2019. Pas daarna is er inzicht in
                  hoeveel sbo- en so-scholen zich voor een eindtoets hebben ingeschreven en welke scholen
                  dat zijn. Bij de toetsaanbieders van digitale adaptieve eindtoetsen komen wel veel
                  verzoeken van sbo- en so-scholen binnen om meer informatie over de eindtoets. Dat
                  wijst erop dat deze scholen zich hierop aan het oriënteren zijn.
               
Verder is bekend dat een groot aantal leerlingen in het sbo en so al langer een eindtoets
                  maakt. Voor bijvoorbeeld de Centrale Eindtoets geldt dat gemiddeld genomen sinds 2015
                  jaarlijks 1.578 leerlingen uit het sbo en so deze toets maakten, hetzij op papier,
                  hetzij digitaal. Dat is totaal circa 20 procent van de leerlingen die in groep 8 in
                  het so en sbo zitten.5 De ervaringen van sbo- en so-leerlingen die in 2018 de digitale Centrale Eindtoets
                  maakten, waren positief. Doordat deze toets zich tijdens de afname aanpast aan het
                  niveau van de leerling wordt de toets een «toets op maat» die minder frustrerend is
                  voor leerlingen.
               
De leden van de SP-fractie horen graag wat de Minister vindt van de cijfers van het
                  CBS6 waaruit blijkt dat in schooljaar 2016–2017 bijna 58 duizend leerlingen in het reguliere
                  basisonderwijs in aanmerking kwamen voor een bijstelling van hun schooladvies, maar
                  dit advies slechts bij twee op de tien daadwerkelijk naar boven is bijgesteld.
               
In schooljaar 2016–2017 werd bij 23 procent van de leerlingen het advies bijgesteld
                  en in schooljaar 2017–2018 blijft dit aandeel stabiel. Wel blijken er behoorlijke
                  verschillen te bestaan tussen regio’s als het gaat om de hoogte van de schooladviezen
                  en de mate waarin adviezen worden bijgesteld naar aanleiding van het eindtoetsresultaat.7 Zoals ik u in een brief van 29 november liet weten, laat ik deze regionale verschillen
                  in schooladvisering nader onderzoeken.8
De leden van de SP-fractie vragen zich af in hoeverre de Minister denkt dat bovenstaande
                  trend ook zal gaan gebeuren bij de adviezen die naar voren komen uit de verplichte
                  eindtoets voor het speciaal (basis)onderwijs?
               
Op basis van cijfers over de toets- en schooladviezen in het sbo van het afgelopen
                  jaar kan hierover meer worden gezegd. Het aandeel heroverwegingen en bijstellingen
                  in het sbo geeft een ander beeld dan in het regulier basisonderwijs. In 2018 scoorde
                  11 procent van de leerlingen in het sbo een heel niveau hoger dan hun schooladvies en 32 procent scoorde een half niveau hoger. 25
                  procent van de leerlingen scoorde op hetzelfde niveau als het schooladvies.9 Van de sbo-leerlingen die een heel niveau hoger scoorden op de eindtoets, kreeg 12
                  procent een bijgesteld advies, iets meer dan één op de tien adviezen. Van de leerlingen
                  die een half niveau hoger scoorden, kreeg slechts een half procent een bijgesteld
                  advies.10 Hierbij moet worden meegenomen dat juist voor leerlingen in het sbo ook factoren
                  als werkhouding, gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling worden meegewogen in
                  de schooladvisering. Daarnaast is de laagste adviescategorie van de eindtoetsen «praktijkonderwijs/
                  vmbo basis». Er bestaat geen afzonderlijke adviescategorie «praktijkonderwijs», waardoor
                  leerlingen met dit schooladvies per definitie hoger scoren op de eindtoets. 33 procent
                  van de sbo-leerlingen kreeg in 2018 het advies «praktijkonderwijs».
               
Verder willen de SP-fractieleden weten hoe de inspectie omgaat met de eindtoetsscores
                  van leerlingen met een indicatie voor het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal
                  onderwijs. De onderwijsinspectie beoordeelt de leerresultaten van de basisschool onder
                  andere op basis van de uitslag van de eindtoets. Leerlingen met een indicatie voor
                  het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs worden buiten de beoordeling
                  van de leerresultaten in het regulier basisonderwijs gehouden, aldus de Regeling leerresultaten
                  PO 2014.11 Blijft dit ook het geval nu de verplichte eindtoets ingevoerd wordt op het speciaal
                  (basis)onderwijs?
               
Ja, dit blijft het geval. De inspectie zal kijken naar de bruikbaarheid van de eindtoets
                  en op basis daarvan bepalen hoe de eindtoetsresultaten worden meegenomen in het toezicht.
                  Daarbij houdt de inspectie rekening met de verschillende doelgroepen van het speciaal
                  onderwijs.
               
De SP-fractieleden vragen zich daarnaast af of de resultaten van scholen voor speciaal
                  (basis)onderwijs op de verplichte eindtoets ook openbaar zullen (moeten) worden gemaakt.
                  De leden vinden het namelijk onwenselijk als dit soort scores worden gebruikt om ranglijstjes
                  te maken en scholen daarop af te rekenen. Deelt de Minister deze mening? Zo ja, wat
                  gaat de Minister doen om dit tegen te gaan?
               
Wanneer sbo-scholen ervoor kiezen om vrijwillig een eindtoets te maken, dan zijn zij
                  wel verplicht om de resultaten daarvan te registreren in BRON.12 Deze gegevens in BRON worden vervolgens publiek toegankelijk gemaakt. Scholen zijn
                  maatschappelijke instellingen die een publiek belang dienen en ook publiek worden
                  gefinancierd. Daar hoort bij dat scholen transparant zijn over hun resultaten, waaronder
                  de onderwijsresultaten.
               
Ik vind het echter zeer onwenselijk wanneer er ranglijstjes worden gemaakt van scholen
                  op basis van alleen de eindtoetsscores, zonder daarbij de context van de scholen mee
                  te nemen. Deze ranglijsten geven daarmee geen goed beeld van de kwaliteit van een
                  school. Partijen kunnen deze gegevens opvragen met een beroep op de Wet Openbaarheid
                  Bestuur. Ongewenst gebruik van eindtoetsgegevens voor lijstjes kan naar mijn mening
                  het beste worden tegengegaan door zelf als school het initiatief te nemen en zich
                  helder over het eigen beleid bereikte resultaten te verantwoorden. Een goed voorbeeld
                  daarvan is de wijze waarop scholen zich verantwoorden op «Scholen op de Kaart».13 Aan «Scholen op de Kaart» doen ook scholen voor sbo en so mee.
               
De leden van de SGP-fractie willen weten hoe de Minister zich rekenschap geeft van
                  het gegeven dat de resultaten van de eindtoets bij leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs
                  zeer sterk afhankelijk zijn van het welbevinden bij afname van de toets en dat bijvoorbeeld
                  negatieve gebeurtenissen voorafgaand aan de afname een sterk effect kunnen hebben
                  op de uitkomst. Ook willen zij weten hoe rekening wordt gehouden met het feit dat
                  de sociaal-emotionele ontwikkeling in sterkere mate dan in het reguliere onderwijs
                  van belang is voor het bepalen van het advies voor een leerling.
               
Ik vertrouw hiervoor op de professionaliteit van de leerkrachten in het so en sbo.
                  Zij zijn bekend met het feit hoe belangrijk het welbevinden van hun leerlingen is
                  voor hun presteren. Ik ga ervan uit dat de leerkrachten in het sbo en so goed in staat
                  zijn om hun leerlingen op een goede manier voor te bereiden op het maken van een eindtoets.
                  De ervaringen die leerlingen teruggeven na het maken van een eindtoets laten zien
                  dat dat ook goed mogelijk is. Bovendien fungeert de eindtoets als tweede gegeven,
                  naast het schooladvies. Wanneer een leerkracht aanwijzingen heeft dat de eindtoetsuitslag
                  niet betrouwbaar is vanwege de omstandigheden, dan kan de leerkracht deze informatie
                  meegeven aan de school voor vo.
               
Daarnaast willen de SGP-fractieleden weten wat de meerwaarde is van de eindtoets in
                  het speciaal (basis)onderwijs, aangezien deze leerlingen bijzonder intensief gevolgd
                  worden op basis van het ontwikkelingsperspectief en het leerlingvolgsysteem.
               
Net als de leerlingen in het regulier onderwijs krijgt een deel van de leerlingen
                  in het sbo en so een advies voor het instroomniveau van hun vervolgonderwijs. Ik vind
                  het belangrijk dat er ook voor deze leerlingen een tweede, objectief gegeven beschikbaar
                  is. Bovendien horen deze leerlingen over de eindtoets op het Jeugdjournaal en van
                  vriendjes. Door ook hen een eindtoets te laten maken, krijgen deze kinderen het gevoel
                  dat ze erbij horen.
               
Verder constateren de leden van de SGP-fractie dat leerlingen met een IQ tot 75 vrijgesteld
                  zijn van het maken van de eindtoets. Deze leden vragen of de Minister inzicht heeft
                  in het percentage van de leerlingen dat op basis van dit criterium is vrijgesteld
                  van de verplichte eindtoets.
               
Nee, dit inzicht heb ik niet. Er wordt niet landelijk bijgehouden wat het IQ van leerlingen
                  is. De inschatting is dat tussen de 15 en 40 procent van de leerlingen in het sbo
                  een eindtoets zal maken.
               
Tot slot willen de SGP-fractieleden weten hoe de Minister rekening houdt met scholen
                  die tot op heden nog geen eindtoets afnemen en die reeds met ingang van het komende
                  schooljaar met de toets aan de slag moeten. Pakt de snelheid van de invoering niet
                  ten nadele uit van de kwetsbare doelgroep leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs,
                  zo vragen zij.
               
Nee, de invoering van de eindtoets in het sbo en so komt namelijk niet als een verrassing.
                  Inwerkingtreding van de verplichte eindtoets is al diverse malen aangekondigd. Al
                  in 2011 meldde de PO-raad in een nieuwsbericht dat voor het sbo en so werd gekoerst
                  op een verplichte eindtoets in schooljaar 2015/2016.14 In 2016 werd als invoeringsjaar hiervoor schooljaar 2018/2019 genoemd. In 2017 is
                  besloten de ingangsdatum met een jaar uit te stellen naar het schooljaar 2019/2020.
                  Ook het aankomende schooljaar is nog een jaar waarin sbo- en so-scholen vrijwillig
                  de eindtoets kunnen maken. Daarmee is naar mijn oordeel voldoende tijd gegeven aan
                  de scholen om zich hierop te kunnen voorbereiden.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - 
              
                  Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier