Schriftelijke vragen : De vertraging van de invoering van de wet vereenvoudiging beslagvrije voet
Vragen van de leden Peters en Omtzigt (beiden CDA) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de vertraging van de invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (ingezonden 2 januari 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich de brief van 15 november 2018 van de Staatssecretaris van SZW, die
mede namens u aankondigde dat de implementatie van de Wet vereenvoudiging beslagvrije
voet met ten minste 2 jaar wordt uitgesteld?1
Vraag 2
Herinnert u zich de uitvoeringstoets van de Belastingdienst bij het oorspronkelijke
wetsvoorstel, gepubliceerd in december 2016?2
Vraag 3
Erkent u dat deze uitvoeringstoets alleen maar groene vlaggetjes had en implementatie
een jaar later, namelijk op 1 januari 2018, mogelijk zou zijn?
Vraag 4
Kunt u de uitvoeringstoets die de Belastingdienst op 21 juni 2018 aan de Staatssecretaris
van SZW heeft uitgebracht over de lagere regelgeving, te weten het Besluit beslagvrije
voet, aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 5
Waarom heeft u die uitvoeringstoets – die kennelijk niet zo fraai is – niet conform
het beleid van de Belastingdienst gepubliceerd?
Vraag 6
Is er een evaluatie beschikbaar waarom de eerste uitvoeringstoets er zo spectaculair
naast zat? Zo nee, kunt u die alsnog laten uitvoeren, omdat dat van belang is voor
goede uitvoeringstoetsen in de toekomst?
Vraag 7
Kunt u dezelfde vragen beantwoorden voor de uitvoeringstoets van het UWV en de daar
ontstane problemen?
Vraag 8
Is de zogeheten gateway review afgerond? Kunt u die aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 9
Wat is er in de tussentijd gebeurd waardoor het voor de Belastingdienst ten minste
twee jaar extra duurt om de wet te implementeren? Kunt u op deze vraag een uitgebreid
antwoord geven, inclusief wanneer bepaalde problemen duidelijk werden?
Vraag 10
Herinnert u zich dat de Nationale ombudsman in 2013 al waarschuwde dat de beslagvrije
voet niet gerespecteerd werd? Klopt het dat het nu de facto tot ten minste 2021 duurt
voordat daarop effectieve maatregelen genomen worden?2
Vraag 11
Is het u bekend dat de Nationale ombudsman meerdere keren van oordeel geweest is dat
de Belastingdienst de beslagvrije voet correct moet toepassen en het met terugwerkende
kracht moet corrigeren, maar dat dat op dit moment nog niet gebeurt?3
Vraag 12
Kunt u ervoor zorgen dat met ingang van 1 januari 2019, de beloofde ingangsdatum van
de wet die nu gemist wordt,
– er altijd een begrijpelijke berekening van de beslagvrije voet toegestuurd wordt,
inclusief een uitleg in begrijpelijke taal (niveau B1), door overheidsinstanties zoals
de Belastingdienst en het UWV en een uitleg wat iemand kan doen bij samenloop van
beslagen,
– er de mogelijkheid is om eenvoudig en met terugwerkende kracht de beslagvrije voet
gerespecteerd te krijgen bij overheidsdiensten en
– er alleen bankbeslag door de overheid gepleegd wordt, indien vooraf met een grote
mate van zekerheid is vastgesteld dat er wordt voldaan aan de beslagvrije voet?
Vraag 13
Herinnert u zich dat u zich verbonden heeft aan het regeerakkoord waarin staat dat
de overheid als schuldeiser een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om onnodige
vergroting van schulden te voorkomen en dat de overheid de beslagvrije voet dient
te respecteren?
Vraag 14
Op welke wijze gaat u invulling geven aan deze belangrijke zin uit het regeerakkoord?
Vraag 15
Kunt u deze vragen een voor een en zeer precies beantwoorden binnen de reguliere termijn
van drie weken?
Indieners
-
Gericht aan
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Pieter Omtzigt, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.