Schriftelijke vragen : Een malversatie in een Nederlands ontwikkelingsprogramma in Tanzania
Vragen van het lid Van Haga (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een malversatie in een Nederlands ontwikkelingsprogramma in Tanzania (ingezonden 28 december 2018).
Vraag 1
Met welk doel financierde de Nederlandse regering een infrastructuurprogramma in Tanzania?1 Waarom was het ministerie destijds van mening dat dit een (voor Nederland) zinvol
project was?
Vraag 2
Welke specifieke infrastructuur had met het desbetreffende bedrag moeten worden aangelegd?
Vraag 3
Welke derde partij had het project moeten uitvoeren?
Vraag 4
Hoe kan het dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken pas in 2017 doorhad dat (mogelijk)
sprake was van fraude? Is dit niet bijzonder laat aangezien de desbetreffende infrastructuur
tussen 2009 en 2013 had moeten worden gebouwd?
Vraag 5
Klopt het dat de fraude aan het licht kwam toen in de tweede fase een «geavanceerd
controlesysteem» werd ingevoerd? Is dit geavanceerde controlesysteem standaard bij
andere projecten? Waarom was dit geavanceerde controlesysteem in Tanzania niet bij
aanvang van het project ingevoerd?
Vraag 6
Is het justitieel onderzoek van de Tanzaniaanse anti-corruptieautoriteit reeds voltooid?
Zo ja, wat heeft dit onderzoek opgeleverd?
Vraag 7
Hoe groot is de kans dat het ministerie slaagt in het «verhalen van de schade»?
Vraag 8
Waarom wordt ervoor gekozen om de ontvanger ertoe te bewegen de infrastructuur alsnog
aan te leggen in plaats van het gehele bedrag terug te vorderen? Deelt u de mening
dat dit laatste de voorkeur verdient, temeer aangezien Tanzania geen focusland is
en bij monde van de president reeds heeft aangegeven niet langer geïnteresseerd te
zijn in westerse ontwikkelingshulp?2
Vraag 9
Kunt u toelichten waarom de Kamer pas op 21 december 2018, de eerste dag van het kerstreces,
is geïnformeerd (Kamerbrief d.d. 21 december 2018, zaaknummer 2018Z24761)? Beschikte het ministerie de afgelopen weken of maanden nog over te weinig informatie
om de Kamer van deze bewezen malversatie op de hoogte te stellen? Zo ja, welke informatie
ontbrak de voorgaande weken nog?
Vraag 10
Heeft het ministerie eerder malversaties in Nederlandse ontwikkelingsprogramma’s in
Tanzania ontdekt? Zo ja, wanneer?
Vraag 11
Heeft het ministerie op dit moment nog projecten lopen in Tanzania? Zo ja, welke?
Vraag 12
Klopt het dat de Europese Commissie recent de wenselijkheid van het voortzetten van
ontwikkelingsprogramma’s in Tanzania is gaan onderzoeken, zij het om andere redenen?3 Zo ja, heeft dit onderzoek reeds tot een conclusie geleid?
Vraag 13
Klopt het bovendien dat de Wereldbank, net als de Europese Commissie, (een deel van
de) projecten in Tanzania heeft stopgezet?4 Zo ja, kunt u een laatste stand van zaken met betrekking tot de desbetreffende projecten
van de Wereldbank in Tanzania geven?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.