Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het zogenaamde 'Afschakelplan G-gas'
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het zogenaamde «Afschakelplan G-gas» (ingezonden 28 augustus 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 27 december
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 3179.
Vraag 1, 2
Waarom heeft u het zogenaamde «Afschakelplan G-gas», dat via een WOB-verzoek van EenVandaag
openbaar werd, niet eerder met de Kamer gedeeld, terwijl mijn fractie al vaker naar
dit plan had gevraagd?
Wat is de status van dit plan?
Antwoord 1, 2
Het «Afschakelplan Gas» is een andere aanduiding voor het «Bescherm- en Herstelplan
Gas». Dit is nog in ontwikkeling. In het kader van het WOB-verzoek van EenVandaag
heb ik stukken openbaar gemaakt die zijn opgesteld ter voorbereiding van dit plan.
Zodra het definitieve plan gereed is zal ik uw Kamer hierover informeren. Ik verwacht
dit definitieve plan medio 2019 aan uw Kamer te kunnen aanbieden. Eerder heb ik uw
Kamer vermeld hiermee vóór het einde van het jaar klaar te kunnen zijn. Dit is echter
niet mogelijk gebleven met behoud van de benodigde zorgvuldigheid bij het opstellen
van het plan.
Vraag 3, 9, 10
Welk afschakelplan geldt nu in de praktijk als dit nog een verkenning is voor een
nieuw plan? Bent u bereid dit plan met de Kamer te delen?
Hoe zit het formeel onder de vigerende wetgeving nu het, mogelijk verkennende, plan
niet exact beschrijft wie welke verantwoordelijkheid heeft bij het afschakelen van
gas? Naar welke situatie wilt u toe?
Hoe en bij welke afdeling is op uw ministerie geborgd dat u hier als Minister ook
een verantwoordelijkheid in heeft en houdt?
Antwoord 3, 9, 10
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 en 2 is er momenteel nog geen Bescherm-
en Herstelplan Gas. De Nederlandse gasvoorziening heeft zich in de geschiedenis bewezen
als buitengewoon robuust. Grootschalige uitval wordt als zeer onwaarschijnlijk beschouwd.
Het «Bescherm- en Herstelplan» wordt uit voorzorg opgesteld. Dit plan wordt onder
mijn verantwoordelijkheid door het Directoraat-Generaal Klimaat en Energie opgesteld.
Op dit moment heeft Gasunie Transport Services (GTS) op grond van artikel 10a, eerste
lid, onderdeel a, van de Gaswet de taak voorzieningen te treffen in verband met de
leveringszekerheid en kan GTS op grond van artikel 17b, zevende lid, van de Gaswet
in noodsituaties in het belang van de doelmatige uitvoering van zijn wettelijke taken
instructies geven over een programma waarin gebruikers van het gasnet aangeven hoeveel
gas zij van het gasnet willen afnemen en hoeveel gas zij op het gasnet willen invoeden.
Door alle programma’s te combineren kan GTS bezien of het gasnet in evenwicht is of
dat maatregelen genomen moeten worden. Verder regelt artikel 51 van de Gaswet dat
elke netbeheer (dus ook GTS) een door mij goedgekeurd calamiteitenplan moet hebben.
Daarbij is verder van belang dat de Europese Verordening leveringszekerheid aardgas1 voorschrijft dat indien tot afschakelen moet worden overgegaan prioriteit moet worden
gegeven aan de levering van gas aan zogenaamde beschermde afnemers, te weten huishoudens
en essentiële sociale diensten zoals zorginstellingen.
Bij uitval van levering aan bedrijven en huishoudens zijn er gevolgen voor verschillende
beleidsterreinen, ook buiten mijn ministerie. Een dergelijk voorval zal dan ook altijd
reden zijn tot het opschalen naar de nationale crisisbesluitvorming. De verdeling
van de verantwoordelijkheid daarbij is vastgelegd in de Nationale crisisstructuur.
In het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming is beschreven hoe alle betrokken ministeries
onder voorzitterschap van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid moeten
samenwerken in situaties waarbij de nationale veiligheid in het geding is of kan zijn,
of in andere situaties die een grote uitwerking op de maatschappij (kunnen) hebben.
Ieder ministerie behoudt hierbij de verantwoordelijkheid voor het eigen beleidsterrein.
In het Bescherm- en Herstelplan Gas zal de verdeling van de verantwoordelijkheid en
de onderlinge verhoudingen worden beschreven.
De ACM houdt toezicht op het handelen van GTS. Aan de Minister van EZK komen op dit
moment geen bevoegdheden om te sturen in geval van noodsituaties. In het Bescherm-
en Herstelplan Gas zal de verdeling van de verantwoordelijkheid en de onderlinge verhoudingen
nader worden beschreven. Ik ben voornemens te bezien of en welke regelgeving gewijzigd
moet worden om hierin ook de rol van de Minister van EZK te verduidelijken.
Vraag 4
Aan welke vervolgstappen werkt u nu, gelet op het gegeven dat uw woordvoerder in de
media zegt dat er eind dit jaar echt een nieuw afschakelplan voltooid wordt? Is dat
dan een plan dat direct in de praktijk uitvoerbaar is?
Antwoord 4
Momenteel werk ik samen met Gasunie Transport Services (GTS, de beheerder van het
landelijk gastransportnet) aan het opstellen van het «Bescherm- en Herstelplan Gas»
dat zo veel mogelijk zal zijn toegesneden op de praktijk en de maatregelen zal beschrijven
die ingeval van een tekort aan gas onverwijld genomen moeten worden. Ook zal het plan
voorzien in een methodiek die de besluitvormers in staat zal stellen om in korte tijd
afwegingen te kunnen maken om de gevolgen van een gastekort te mitigeren.
Vraag 5, 6, 7
Hoe en op welke termijn wordt bijvoorbeeld de op dit moment ontbrekende doorzettingsmacht
geregeld om het terrein van bedrijven en burgers te betreden om na een calamiteit
de gaskraan te kunnen sluiten?
Zijn er niet meerdere wetswijzigingen nodig, bijvoorbeeld inzake doorzettingsmacht
en afhandeling van schadegevallen, voordat er sprake is van een direct toepasbaar
afschakelplan?
Bevat het plan dat in het najaar volgt een tijdspad en wetgevingsagenda?
Antwoord 5, 6, 7
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 4 zullen de te nemen maatregelen worden omschreven
in het Bescherm- en Herstelplan Gas. Hieruit zal blijken of en, zo ja, welke wetswijzigingen
nodig zijn. Ik zal u bij het aanbieden van het plan op de hoogte stellen welke regelgeving
ik voornemens ben in te voeren of te wijzigen (ook op het punt van de doorzettingsmacht
en afhandeling van schade) en het daarbij behorende tijdpad.
Vraag 8
Waarom wordt er in dit publiek geworden plan niet gerept over de gevolgen voor Belgische,
Franse en Duitse afnemers van G-gas? Wordt de levering aan hen altijd gegarandeerd?
Zo ja, hoe dan? Of is er nog niet nagedacht over de wijze waarop daar afschakeling
in noodsituaties dient te geschieden?
Antwoord 8
Zoals ik mijn brief van 29 maart jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 457) heb aangegeven zal GTS parallel aan het binnenlandse traject in overleg met de netbeheerders
van de ons omringende landen bezien wat de gevolgen voor hen zijn, zodat ook zij tijdig
maatregelen kunnen nemen om onveilige situaties te voorkomen.
Daarbij is verder van belang dat de Europese Verordening leveringszekerheid aardgas2 voorschrijft dat indien tot afschakelen moet worden overgegaan prioriteit moet worden
gegeven aan de levering van gas aan zogenaamde beschermde afnemers, te weten huishoudens
en essentiële sociale diensten zoals zorginstellingen. Daarbij moet ook rekening worden
gehouden met de gasvraag van beschermde afnemers in buurlanden. In het Bescherm- en
Herstelplan Gas zal dit expliciet worden geadresseerd. Het bovenstaande illustreert
eens te meer dat de Nederlandse gasmarkt en voorzieningszekerheid niet los gezien
kunnen worden van de bredere (Noordwest-) Europese omstandigheden op de gasmarkt.
Vraag 11
Bent u al voldoende toegerust om de afweging te kunnen maken tussen veiligheid voor
de Groningers, veiligheid verbonden aan leveringszekerheid van gas en economische
en maatschappelijke schade bij afschakeling van gas als de nood aan de man is?
Antwoord 11
NAM moet bij het voorstel voor een operationele strategie de raming van GTS in acht
nemen en het minimaliseren van de winning van gas uit het Groningenveld en het minimaliseren
van de verwachte bodembeweging als uitgangspunten nemen. SodM en TNO adviseren mij
over de voorgestelde operationele strategie. In hun advies kijken zij nadrukkelijk
of met de voorgestelde operationele strategie de gevolgen van de winning uit het Groningenveld
voor omwonenden, gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan
zoveel mogelijk worden beperkt. Deze adviezen zijn voor mij zwaarwegend in de beoordeling
van de voorgestelde operationele strategie. Voor het maken van de afweging ben ik
op dit punt voldoende toegerust.
Afgelopen zomer heeft het instituut voor veiligheid- en crisismanagement (COT) een
verkennende studie uitgevoerd dat leert dat de risico's als gevolg van een winning
beneden het niveau van leveringszekerheid ten dele voorspelbaar en voorstelbaar zijn,
maar dat nog niet bekend is hoe en in welke mate veiligheidsrisico's zich kunnen materialiseren
bij abrupt beëindigen van de gasleverantie aan grootverbruikers en andere afnemers.
Er is geen ervaring met een grootschalige, langduriger uitval of het niet beschikbaar
zijn van gas voor bedrijven, huishoudens en de samenleving als geheel. Ik heb uw Kamer
in mijn brief van 29 november jl. (Kamerstuk 34 957, nr. 48) aangegeven dat ik een nader onderzoek zal laten uitvoeren naar de mogelijke omvang
van deze en dergelijke veiligheidsrisico's.
Vraag 12
Worden deze afwegingen (straks) door dezelfde ambtenaren voorbereid als die nu belast
zijn met het gasdossier, of zal dit door andere ambtenaren gedaan worden?
Antwoord 12
Een aantal van de ambtenaren die nu belast zijn met het gasdossier in brede zin (waaronder
dossiers Groningen, leveringszekerheid, functioneren gasmarkt) zullen straks ook worden
betrokken bij de bedoelde afweging. Dit is ook wenselijk met het oog op de bij hen
aanwezige kennis van dit dossier. Daarnaast zullen er ook ambtenaren worden betrokken
die zich bezig houden met veiligheidsbeleid en versterken.
Vraag 13
Hoe wordt geborgd dat er voldoende onafhankelijke mensen worden betrokken bij dit
proces?
Antwoord 13
SodM en TNO adviseren mij over voorgestelde strategie van NAM. Dit is vastgelegd in
de Mijnbouwwet. Daarnaast hebben de regionale overheden en de Mijnraad ook een wettelijk
adviesrecht bij de voorbereiding van de operationele strategie.
Vraag 14
Wanneer kan de Kamer het nieuwe plan ontvangen en kunt u aangeven welke actoren u
vooraf heeft en/of gaat consulteren ten aanzien van dit plan?
Antwoord 14
Een eerste conceptversie van het Bescherm- en Herstelplan Gas is eind 2018 gereed.
Bij de ontwikkeling van dit document zijn in eerste aanleg GTS en ambtenaren van mijn
departement betrokken. Consultatie van stakeholders zoals Netbeheer Nederland, Energie
Nederland, VEMW, TenneT, NOGEPA en VGN zal plaatsvinden zodra een voldoende ontwikkeld
plan beschikbaar is. Vervolgens zal het definitieve plan worden opgesteld. Zoals aangegeven
in antwoord op de vragen 1 en 2 verwacht ik dit medio 2019 aan uw Kamer te kunnen
aanbieden.
Vraag 15
Bent u bereid exact uit te leggen wat er nu aan «rampenplan»-acties mogelijk zijn
als de gaswinning door bijvoorbeeld een zware aardbeving of forse cyberaanval op grote
schaal stil komt te liggen?
Antwoord 15
Exacte beschrijving van «rampenplan-acties» zijn niet te geven omdat een ramp in zichzelf
niet voorspelbaar is. Het Bescherm- en Herstelplan Gas zal ingaan op een methodiek
om in korte tijd de benodigde afwegingen te kunnen maken. GTS zal daarbij in nauwe
samenwerking met EZK handelen naar bevind van zaken en naar beste kunnen en vermogen
afwegingen maken om de ontstane situatie in het gasnetwerk zo adequaat mogelijk het
hoofd te bieden en daarbij de schade door uitval te minimaliseren en de beste uitgangspositie
voor herstel van de gaslevering te creëren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.