Schriftelijke vragen : De artikel 7-procedure
Vragen van de leden Van Ojik (GroenLinks) en Verhoeven (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de artikel 7-procedure (ingezonden 21 december 2018).
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat andere lidstaten de start van de artikel
               7-procedure traineren?1
Vraag 2
            
Deelt u onze mening dat, mede gezien de recente ontwikkelingen rondom het sluiten
               van de Central European University in Boedapest, het instellen van een nieuwe wet
               waarmee de Minister van Justitie direct rechters kan aanstellen voor overheidskwesties
               en protesten tegen een nieuwe «slavenwet» van Orban2, het van groot belang is dat de Raad de artikel 7-procedure uitvoert? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 3
            
Kunt u toelichten waarom het mogelijk is dat na een besluit van het Europees parlement,
               waarin met tweederde meerderheid is ingestemd over het starten van een artikel 7-procedure
               jegens Hongarije, verschillende lidstaten dit proces traineren? Bent u van mening
               dat de gehele Raad de artikel 7-procedure naar aanleiding van de stemming over het
               rapport Sargentini moet voortzetten met een hoorzitting met Hongarije? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 4
            
Welke lidstaten blokkeren het voortzetten van de artikel 7-procedure? Welke gelijkgezinden
               steunen het starten van de artikel 7-procedure in de Raad? Kunt u toelichten of er
               meer duidelijkheid is over de precieze inrichting van de artikel 7-procedure?
            
Vraag 5
            
Wanneer er allereerst gestart zal worden met een hoorzitting, op welke onderwerpen
               zal dan worden ingegaan? Wie zijn er van de zijde van Hongarije vertegenwoordigd in
               deze hoorzittingen? Kunt u toelichten of Hongarije vooralsnog bereid is mee te werken
               aan deze hoorzittingen?
            
Vraag 6
            
Wat is wat u betreft de uiterste deadline voor het instellen van een eerste hoorzitting
               tussen de Raad en Hongarije? Welke consequenties heeft het uitblijven van hoorzittingen
               tussen de Raad en Hongarije, volgens u?
            
Vraag 7
            
Is het kabinet bereid bij relevante bijeenkomsten zoals de Raad Algemene Zaken en
               Europese Raad in te blijven zetten op een snelle uitvoering van de artikel 7-procedure
               met het in ieder geval starten van hoorzittingen tussen de Raad en Hongarije? Zo ja,
               hoe ziet deze inzet eruit? Bent u bereid deze inspanningen, gezien het uitblijven
               van concreet resultaat, op te schroeven in de vorm van bijvoorbeeld een deadline voor
               het instellen van een eerste hoorzitting? Zo ja, gaat u dit de komende Raad Algemene
               Zaken bepleiten? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 8
            
Is Roemenië, als tijdelijk voorzitter van de Raad van de Europese Unie, voornemens
               het uitvoeren van de artikel 7-procedure te agenderen? Heeft u er vertrouwen in dat,
               gezien de zorgelijke ontwikkelingen rondom de rechtsstaat in Roemenië3, dit goed uitgevoerd zal worden? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 9
            
Kunt u tot slot aangeven wat u vindt van de eerste inhoudelijke reactie van Hongarije
               op de bevindingen van het rapport van Sargentini?
            
Vraag 10
            
Kunnen deze vragen worden beantwoord vóór de deadline van de schriftelijke inbreng
               voor de Raad Algemene Zaken van 8 januari 2019 op 3 januari 2019?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. van Ojik, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
K. Verhoeven, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.