Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer en Moorlag over woningcorporaties die het moeilijk wordt gemaakt om te verduurzamen
Vragen van de leden Nijboer en Moorlag (beiden PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over woningcorporaties die het moeilijk wordt gemaakt om te verduurzamen (ingezonden 20 november 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
21 december 2018).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de afwijzing van de Autoriteit Woningcorporaties over deelname
van Groninger Huis in zonnepark Zuidbroek?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens met het oordeel van de autoriteit?
Antwoord 2
De Autoriteit woningcorporaties (Aw) houdt als onafhankelijke toezichthouder toezicht
op het gedrag en financiële beheer van woningcorporaties binnen de gestelde kaders
van de Woningwet. Zij gaat daarom over de individuele casuïstiek. Als wetgever is
het niet aan BZK om te reageren op individuele casuïstiek. Daarnaast is deze zaak
op dit moment onder de rechter.
Vraag 3
Beseft u dat nabijheid in een dichtbevolkt gebied wat anders is dan in de regio, zeker
als er sprake is van lintdorpen?
Antwoord 3
In de Woningwet is opgenomen dat voorzieningen zoals zonnepanelen in, op of aan gebouwen
in de nabijheid van het woningbezit moeten worden aangebracht. In de Woningwet is
het principe van nabijheid niet verder in gedetailleerde voorschriften uitgewerkt.
De Aw beoordeelt per casus of er sprake is van nabijheid. Dit is afhankelijk van de
omstandigheden van het specifieke geval en in algemene zin kan ik daar geen oordeel
over geven.
Vraag 4
Wordt, als gekeken wordt naar afstand, wel voldoende rekening gehouden met de maatschappelijke
betrokkenheid in een breder gebied?
Antwoord 4
Corporaties zijn vaak in meerdere gemeenten actief binnen een woningmarktregio. Daarmee
hebben zij dus ook een maatschappelijke betrokkenheid in een breder gebied. Het is
echter afhankelijk van de omstandigheden van het specifieke geval van een project
of er sprake is van nabijheid zoals bedoeld in de Woningwet.
Vraag 5
Hoe denkt het kabinet de doelstellingen ten aanzien van verduurzaming te halen als
mooie initiatieven op deze manier worden gedwarsboomd?
Antwoord 5
Het initiatief van het zonnepark is niet afhankelijk van de deelname van het Groninger
Huis. Particulieren en bedrijven kunnen participeren in de energiecoöperatie. Woningcorporaties
zijn er om invulling te geven aan hun kerntaak. Zij leveren een bijdrage aan de verduurzaming
door het isoleren van hun voorraad en opwekken van duurzame energie, binnen de kaders
die aan het werkdomein worden gesteld in de Woningwet. Het opwekken van duurzame energie
zonder dat dit rechtstreeks verband houdt met de bewoning valt buiten het werkdomein
van woningcorporaties. Deze activiteiten kunnen door andere (gespecialiseerde) partijen
worden opgepakt.
Vraag 6
Bent u het eens dat, telkens als er mooie lokale en regionale initiatieven zijn, inwoners
steeds weer oplopen tegen belemmeringen in regelgeving en fiscale benadering?
Antwoord 6
De situatie waar deze vragen over gaan heeft betrekking op de Woningwet die gericht
is op toegelaten instellingen (woningcorporaties). Het staat de inwoners vrij om initiatieven
te ontplooien voor bijvoorbeeld een energiecoöperatie. Echter, er zijn wel beperkingen in de mate waaraan woningcorporaties een
bijdrage kunnen leveren. Het is voor mij dan ook niet evident dat inwoners in algemene
zin worden belemmerd door regelgeving en fiscale benadering bij het ontplooien van
lokale en regionale initiatieven.
Vraag 7
Bent u bereid onderzoek te doen naar de meest voorkomende belemmeringen, in het bijzonder
wanneer projecten deelnemers kennen van een combinatie van huizenbezitters, woningcorporaties
en / of Verenigingen van Eigenaren en deze belemmeringen weg te nemen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
De evaluatie van de herziene Woningwet verwacht ik begin 2019 naar uw Kamer te versturen.
In het kader van deze evaluatie kijk ik niet alleen terug, maar ook vooruit naar de
toekomstbestendigheid van de Woningwet en specifiek op dit punt of er onwenselijke
belemmeringen bestaan voor corporaties om te verduurzamen en hoe daarbij omgegaan
kan worden met gespikkeld bezit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.