Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Weyenberg over het bericht 'Zelfstandigen bouwen wel degelijk pensioen op, maar benutten belastingvoordeel te weinig'
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Zelfstandigen bouwen wel degelijk pensioen op, maar benutten belastingvoordeel te weinig» (ingezonden 30 november 2018).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de Staatssecretaris
van Financiën (ontvangen 21 december 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zelfstandigen bouwen wel degelijk pensioen op, maar
benutten belastingvoordeel te weinig»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat zelfstandigen de voorkeur hebben om het opgebouwde vermogen
in te kunnen zetten voor verschillende doeleinden, zoals pensioen, het opvangen van
arbeidsongeschiktheid of een inkomensterugval?
Antwoord 2
Ik herken het beeld dat zelfstandigen de voorkeur hebben om het opgebouwde vermogen
in te zetten voor verschillende doeleinden. In bredere zin vind ik het belangrijk
dat alle werkenden in Nederland een toereikende oudedagsvoorziening opbouwen. Indien
het opgebouwde vermogen voor verschillende doeleinden kan worden ingezet, bestaat
het risico dat er onvoldoende of zelfs geen vermogen overblijft voor een toereikende
oudedagsvoorziening. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Netspar2 dat zelfstandigen, uitgaande van de norm van een vervangingsratio van 70%, vaker
dan werknemers geen toereikende oudedagsvoorziening opbouwen.
Vraag 3
Herkent u het beeld dat een groot deel van de zelfstandigen wel pensioen opbouwt,
maar dan in veel gevallen in een andere vorm dan geoormerkt pensioen? Houdt dit mogelijk
verband met het kunnen aanwenden voor andere doeleinden?
Antwoord 3
Ik herken het beeld dat een groot deel van de zelfstandigen op enigerlei wijze vermogen
opbouwt dan wel heeft opgebouwd voor de oude dag. Er zijn meerdere redenen denkbaar
waarom een zelfstandige voor een bepaalde opbouw van vermogen voor de oude dag kiest.
Uit het onderzoek dat ZZP Nederland en PZO hebben laten uitvoeren, blijkt dat het
kunnen aanwenden van het opgebouwde vermogen voor andere doeleinden dan voor de oude
dag daar één van is. Ook wordt in dit onderzoek als reden genoemd de flexibiliteit
ten aanzien van inleg of de wens om het opgebouwde vermogen aan de nabestaanden te
laten uitkeren in geval van overlijden.
Vraag 4
Wat zijn de bestaande voordelen van pensioenopbouw van zelfstandigen in de fiscaliteit?
Waar moet het product dan precies aan voldoen?
Antwoord 4
Bij de beantwoording van deze vraag wordt alleen ingegaan op de mogelijkheden een
oudedagsvoorziening op te bouwen bij een professionele aanbieder.
Zelfstandigen hebben de mogelijkheid om individueel en vrijwillig een oudedagsvoorziening
op te bouwen in de derde pijler in de vorm van een lijfrenteverzekering3, een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht. De premie of inleg voor een
dergelijk lijfrenteproduct is – onder voorwaarden – aftrekbaar in de inkomstenbelasting
als uitgave voor een inkomensvoorziening. De voorwaarden voor fiscale facilitering
zijn opgenomen in de Wet inkomstenbelasting 2001.4 Zo is een premie of inleg voor een lijfrenteproduct alleen aftrekbaar als dit dient
ter compensatie van een pensioentekort. Bij zelfstandigen die niet op een andere wijze
een oudedagsvoorziening opbouwen, zal hiervan sprake zijn (mits de winst hoger is
dan de AOW-franchise). Verder is voor fiscale facilitering vereist dat het lijfrenteproduct
aan de hiervoor in de wet opgenomen voorwaarden voldoet. Bij een lijfrenteverzekering
is vereist dat de termijnen toekomen aan de belastingplichtige, de lijfrente uiterlijk
ingaat in het jaar waarin de leeftijd wordt bereikt die vijf jaar hoger is dan de
AOW-gerechtigde leeftijd en dat deze lijfrente uitsluitend eindigt bij het overlijden.
Bij een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht gelden de eerste twee voorwaarden
ook en worden daarnaast voorwaarden gesteld aan de uitkeringsfase. Zo moet het tegoed
van de lijfrenterekening respectievelijk de waarde van het lijfrentebeleggingsrecht
in vaste en gelijkmatige termijnen met een gelijke tussenperiode van ten hoogste een
jaar worden uitgekeerd met een minimale uitkeringsduur van vijf jaar of twintig jaar,
afhankelijk van het in leven zijn van de verzekeringnemer of de leeftijd van de verzekeringnemer
op de ingangsdatum. Tot slot zijn premies of de inleg voor een lijfrenteproduct alleen
fiscaal aftrekbaar als het product wordt uitgevoerd door een toegelaten aanbieder.
Naast deze mogelijkheden om fiscaal gefaciliteerd een oudedagsvoorziening op te bouwen
in de derde pijler bestaan nog enkele specifieke fiscale faciliteiten in de inkomstenbelasting
in de lijfrentesfeer. Zo bestaat de mogelijkheid voor zelfstandigen die als ondernemer
kwalificeren in de inkomstenbelasting om bij staking van de onderneming de daarbij
behaalde winst onder bepaalde voorwaarden om te zetten in een lijfrente en kan een
in de onderneming opgebouwde fiscale oudedagsreserve (FOR) eveneens onder voorwaarden
worden omgezet in een lijfrente (inclusief bancaire lijfrente). Daarnaast zijn er
ook zelfstandigen die verplicht deelnemen aan een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling
en daarin een tweedepijlerpensioen opbouwen.
Vraag 5
Herkent u het beeld dat veel zelfstandigen niet bekend zijn met de fiscale mogelijkheden
voor het opbouwen van pensioen?
Antwoord 5
In de beantwoording bij de begrotingsbehandeling heb ik aangegeven dat mij geen signalen
bekend zijn dat veel zelfstandigen onvoldoende op de hoogte zouden zijn over de mogelijkheden
tot het voorzien in een oudedagsvoorziening. Een zelfstandige kan bijvoorbeeld geïnformeerd
worden over de fiscale mogelijkheden voor het opbouwen van een vermogen voor de oude
dag door de eigen accountant/belastingadviseur, via de site van de Belastingdienst
en via voorlichting en informatie van bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel.
Het onderzoek dat ZZP Nederland en PZO hebben laten uitvoeren, leidt niet tot een
ander beeld. Er kunnen mogelijk andere redenen voor een zelfstandige zijn om een vermogen
voor de oude dag op andere wijze op te bouwen dan via de fiscale mogelijkheden. Uit
dit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat zelfstandigen meer flexibiliteit wensen ten
aanzien van inleg en doeleinden dan binnen de fiscale regels mogelijk is. Onwetendheid
van de fiscale voordelen hoeft derhalve niet de reden te zijn dat er op een andere
wijze een vermogen voor de oude dag wordt opgebouwd dan in een fiscaal gefaciliteerd
derdepijlerproduct.
Vraag 6
Bent u bereid actie te ondernemen om de fiscale mogelijkheden voor pensioensparen
van zelfstandigen zonder personeel (zzp) meer bekendheid te geven en zelfstandigen
beter voor te lichten?
Antwoord 6
Ik vind het belangrijk dat alle werkenden in Nederland een toereikende oudedagsvoorziening
opbouwen. Een goede voorlichting en informatieverstrekking kan daarbij van belang
zijn. De overheid besteedt hier ook aandacht aan, bijvoorbeeld via de website van
Wijzer in Geldzaken en de Belastingdienst. Daarnaast zal Wijzer in Geldzaken via verschillende
kanalen, zoals een nieuwsbrief en sociale media, aandacht voor dit onderwerp vragen.
Daarnaast zijn er verschillende mogelijkheden om de pensioenopbouw van zelfstandigen
te verbeteren. Het afschaffen van de doorsneesystematiek, zoals in het regeerakkoord
is benoemd, maakt het pensioenstelsel beter toegerust op de mogelijkheid dat zelfstandigen
vrijwillig kunnen aansluiten of aangesloten blijven. Daarnaast is het mogelijk om
te kijken of zelfstandigen makkelijker kunnen toetreden tot de tweede pijler via bijvoorbeeld
het oprichten van een speciaal pensioenfonds voor zelfstandigen (bijvoorbeeld een
APF of PPI).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.