Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller en Aartsen over het bericht dat John van den Heuvel wegens dreiging niet meer in de studio van RTL kan verschijnen
Vragen van de leden Sneller (D66) en Aartsen (VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat John van den Heuvel wegens dreiging niet meer in de studio van RTL kan verschijnen (ingezonden 21 november 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) mede namens de Minister
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 21 december 2018). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 934.
Vraag 1
Kent u het bericht «John van den Heuvel niet in studio vanwege dreiging»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Hoe duidt u het feit dat misdaadjournalist John van den Heuvel vanwege dreiging van
een aanslag niet meer kan verschijnen in de televisiestudio van RTL aan het Leidseplein
in Amsterdam?
Welke afweging ligt ten grondslag aan de beslissing van de Amsterdamse driehoek om
de heer Van den Heuvel uit de studio te weren?
Antwoord 2, 3
Bedreigingen zijn onacceptabel. Voor journalisten geldt dat in het bijzonder vanwege
de belangrijke rol die zij vervullen in de vertegenwoordiging van het vrije woord.
Met u ben ik van mening dat onafhankelijke journalistiek essentieel is om het publieke
debat te voeden met informatie, duiding en opinie. Persvrijheid is onderdeel van de
vrijheid van meningsuiting en in Nederland vastgelegd in de Grondwet. Ik vind het
belangrijk dat deze zaken met prioriteit worden aangepakt.
Om die reden is eerder dit jaar een akkoord gesloten tussen het openbaar ministerie
(OM), de politie, het Genootschap van Hoofdredacteuren en de Nederlandse Vereniging
van Journalisten over het geprioriteerd aanpakken van bedreigingen van journalisten.
Deze afspraken geven journalisten een speciale positie op het moment dat zij met geweld
en agressie worden geconfronteerd; afgesproken is dat politie en openbaar ministerie
prioriteit zullen geven aan het bestrijden van bedreigingen tegen journalisten, de
behandeling van aangiftes is versneld en de strafeisen van het openbaar ministerie
zijn opgehoogd. Ook de beroepsgroep zelf investeert in het weerbaarder en bewuster
maken van journalisten tegen bedreigingen.
Ook de beveiliging wordt daar waar mogelijk dan ook zo vorm gegeven dat journalisten
hun functie kunnen uitoefenen. Het besluit tot beveiligingsmaatregelen is echter altijd
een afweging tussen dreiging en risico (voor de te beveiligen persoon én de omgeving),
proportionaliteit van maatregelen en de impact ervan op de betreffende persoon.
Deze afweging is ook in deze casus gemaakt. Naast de veiligheid van dhr. van den Heuvel
zelf, is bij de afweging ook het veiligheidsrisico dat personen lopen in de directe
omgeving van de televisie-uitzendingen meegenomen, alsmede de proportionaliteit van
de vergaande maatregelen die noodzakelijk zouden zijn geweest om het optreden van
dhr. van den Heuvel in de wekelijkse uitzendingen op deze locatie mogelijk te maken.
Er is echter geen sprake van dat dhr. van den Heuvel het woord wordt ontnomen of hem
wordt afgeraden zich (op televisie) te uiten. Dat neemt niet weg dat de situatie waarin
dhr. van den Heuvel zich bevindt zeer onwenselijk is en dat het een enorme impact
heeft op hem en zijn omgeving.
Vraag 4
Wordt deze afweging louter door de lokale driehoek gemaakt? Op welke wijze is de Minister
van Justitie en Veiligheid hierbij betrokken? Kunt u hier nog een rol van betekenis
spelen en zo ja, welke?
Antwoord 4
Het is in dit geval inderdaad een lokale afweging. De veiligheidszorg van de journalist
valt onder de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde waar de lokale hoofdofficier
voor verantwoordelijkheid is. Dat is onder andere van belang omdat er in veel gevallen
een lokale component is in dreiging. De te nemen maatregelen moeten heel specifiek
op díe situatie worden afgestemd. De NCTV kan gevraagd en ongevraagd adviseren over
bijvoorbeeld de proportionaliteit van de maatregelen. Het besluit in deze casus is,
gezien ook de impact op de openbare orde, door het gezag in de driehoek van Amsterdam
genomen en voor de uitvoering hiervan is overleg gevoerd met de zender en dhr. van
den Heuvel. De NCTV is geïnformeerd door de gemeente Amsterdam en het OM, maar er
is geen sprake geweest van ongevraagde danwel gevraagde advisering. Ik steun de beslissing
van de driehoek van Amsterdam. Ik heb daarnaast contact gehad met dhr. van den Heuvel
over de impact van de situatie op hem persoonlijk.
Vraag 5
Deelt u de mening dat met deze beslissing een verkeerd signaal uitgaat wat betreft
persvrijheid in Nederland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is ervoor gekozen deze
beslissing desondanks te nemen?
Antwoord 5
Zoals ik bij de beantwoording van vraag 2 en 3 al aangaf is persvrijheid onderdeel
van de vrijheid van meningsuiting en in Nederland vastgelegd in de Grondwet. Daar
waar mogelijk wordt de beveiliging dan ook zo vorm gegeven dat journalisten hun functie
kunnen. Echter, de veiligheid van de te beveiligen persoon en de omgeving waarin hij
of zij zich beweegt staat voorop. Het besluit van de Amsterdamse driehoek is gebaseerd
op een zorgvuldige afweging van dreiging en risico, proportionaliteit van de maatregelen
en de impact op de persoon. In vrijwel alle gevallen zal er door beveiligingsmaatregelen
sprake zijn van een bepaalde mate van inperking van het privé en/of maatschappelijk
leven of zal dit zo worden ervaren.
Zoals gezegd is er geen sprake van dat dhr. van den Heuvel het woord wordt ontnomen
of hem wordt afgeraden zich te uiten. De inzet van de driehoek is er op gericht om
de situatie waarin dhr. van den Heuvel veilig en ongestoord kan optreden op het Leidseplein
zo spoedig mogelijk te herstellen. Tot die tijd wordt door de Amsterdamse driehoek
actief meegedacht met RTL (en de Telegraaf) over locaties en technische ondersteuning
om zijn optredens mogelijk te maken.
Vraag 6
Hoe strookt deze beslissing met het in juli 2018 tot stand gekomen akkoord van de
Stuurgroep Geweld en Agressie tegen Journalisten omtrent het versterken van de positie
van journalisten tegen geweld en agressie?
Antwoord 6
Het akkoord van de Stuurgroep Agressie en Geweld tegen Journalisten bevat algemene
maatregelen op het gebied van preventie (denk aan het stellen van een collectieve
norm en faciliteren van weerbaarheidstrainingen voor journalisten) en repressie (harde
strafrechtelijke aanpak van daders door onder andere het prioriteren van zaken, lik
op stuk, schade zoveel mogelijk verhalen op daders en het vorderen van hogere strafeisen)
die moeten bijdragen aan het versterken van de positie van journalisten. De Nederlandse
Vereniging van Journalisten en het Genootschap van Hoofdredacteuren hebben een rol
daar waar het gaat om preventieve maatregelen. De politie en het OM vervullen een
rol daar waar het gaat om het aanpakken van de daders.
In de stuurgroep worden geen beveiligingsmaatregelen of casuïstiek besproken, zoals
de zaak van dhr. van den Heuvel, en ligt de focus op maatregelen in relatie tot de
veelvoorkomende agressie en geweldsdelicten.
Vraag 7, 8
Op welke wijze worden de afspraken uit de Stuurgroep Geweld en Agressie tegen Journalisten
momenteel nader uitgewerkt, zoals gesteld in het betreffende akkoord?2
Is het in het akkoord van de Stuurgroep opgenomen Protocol Geweld tegen Media al gereed?
Antwoord 7, 8
De acties uit het Akkoord Agressie en Geweld tegen journalisten – waarop ik in het
antwoord op vragen 2 en 3 reeds inging – zijn inmiddels verder uitgewerkt in een projectvoorstel
waarmee de stuurgroepleden voortvarend aan de slag zijn gegaan. Zo kan ik voor wat
betreft de uitwerking van de opsporings- en vervolgingsafspraken melden dat de Wet
bronbescherming en de Aanwijzing toepassing dwangmiddelen bij journalisten op 1 oktober
jl. in werking is getreden. Daarnaast wordt momenteel hard gewerkt aan de Aanwijzing
van het openbaar ministerie die het mogelijk maakt om zwaardere straffen te eisen
bij agressie- en geweldsdelicten tegen journalisten. Overigens is afgesproken dat
officieren van justitie in de praktijk al wel optreden in de geest van deze op handen
zijnde wijziging. Verder is er in de opleidingen van nieuwe officieren aandacht voor
journalisten en zal het openbaar ministerie bij het komende jaarbericht (2018) hier
ook aandacht aan besteden. De politie heeft mij laten weten dat zij momenteel werkt
aan een eenduidige registratie van aangiftes van agressie- en geweldsdelicten tegen
journalisten en een versnelde aansluiting op het vervolgingsproces.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs- en Media heeft van de Nederlandse
Vereniging van Journalisten vernomen dat zij momenteel werkt aan de uitvoering van
haar eigen maatregelen van het projectplan en op onderdelen hiervan financiering aanvraagt.
De uitvoering van deze plannen zal in 2019 plaatsvinden.
De eerstvolgende stuurgroep bijeenkomst is medio december.
Vraag 9
Hoe vaak wordt of werd aan een journalist in Nederland wegens dreiging dergelijke
beperkingen opgelegd?
Antwoord 9
In algemene zin kan ik zeggen dat het uitzonderlijk is dat journalisten in Nederland
dergelijke vergaande beveiligingsmaatregelen nodig hebben. Op elke individuele casus
wordt maatwerk toegepast en wordt afgewogen wat nodig is aan beveiligingsmaatregelen
op basis van dreiging en risico.
Vraag 10
Welke stappen onderneemt u in samenspraak met de Amsterdamse driehoek om de dreiging
weg te nemen en te realiseren dat de heer Van den Heuvel zich weer overal vrijelijk
kan bewegen, ook de studio aan het Leidseplein?
Antwoord 10
Deze zaak heeft de volle aandacht van alle betrokken partijen. Er wordt alles aan
gedaan om de dreiging weg te nemen. Aangezien dit een lopend opsporingsonderzoek is,
kan ik hierover verder niet in detail treden. Zoals gemeld onder vraag 5 is de inzet
van de driehoek er op gericht om de situatie waarin dhr. van den Heuvel veilig en
ongestoord kan optreden op het Leidseplein zo spoedig mogelijk te herstellen. Tot
die tijd wordt door de Amsterdamse driehoek actief meegedacht met RTL (en de Telegraaf)
over locaties en technische ondersteuning om zijn optredens mogelijk te maken.
Vraag 11
Wat is de stand van zaken rondom de aanslag op de Telegraaf en Panorama? Is aan deze
aanslag, zoals vastgelegd in het akkoord van de Stuurgroep als het gaat om de opsporing
en vervolging van geweld en agressie tegen journalisten, hoge prioriteit door de politie
en het openbaar ministerie gegeven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u hierover al
meer opheldering geven?
Antwoord 11
Deze onderzoeken krijgen bij politie en het openbaar ministerie, conform de afspraken
die in het akkoord zijn vastgelegd, absoluut hoge prioriteit. In de zaak van Panorama
zijn aanhoudingen verricht en zitten momenteel drie personen in voorlopige hechtenis.
Omdat het nog lopende onderzoeken betreft, kan ik over deze zaken verder geen inhoudelijke
mededelingen doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.