Schriftelijke vragen : De vervolgstappen omtrent bevallen onder pseudoniem
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de vervolgstappen omtrent bevallen onder pseudoniem (ingezonden 18 december 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bevallen onder valse naam voorlopig niet toegestaan»?1
Vraag 2
Klopt het, dat in de brief van 3 december 2018 onder het kopje «vervolgstappen en
verkenning» veelal gekeken wordt naar bevallen onder geheimhouding?2 Kunt u ingaan op de huidige situatie van bevallen onder geheimhouding? Welke specifieke
afspraken moeten er met welke (overheids)instanties gemaakt worden teneinde de geheimhouding
te realiseren? Welke (overheids)instanties worden op de hoogte gesteld van de geboorte
van een kind, ook wanneer sprake is van geboorte onder geheimhouding?
Vraag 3
Kunt u voorts ingaan op de (financiële) gevolgen van een «beschermde bevalling» die
Stichting Beschermde Wieg in samenwerking met een aantal ziekenhuizen aanbiedt? Hoe
worden de kosten die samenhangen met een bevalling in dit soort gevallen vergoed?
Vraag 4
Kunt u ingaan op de in de brief genoemde «samenwerking met Stichting Beschermde Wieg
en de andere partners»? Welke andere partners zijn dat? Hoe gaat u pogen «een adequate
bescherming» te bieden? Kunt u daarnaast ingaan op «adequate bescherming»? Wat acht
u adequaat?
Vraag 5
Kunt u ingaan op de positie van de Stichting Beschermde Wieg, als onafhankelijke private
stichting? Hoe wordt de kwaliteit van de dienstverlening geborgd?
Vraag 6
Deelt u de mening van het Wetenschappelijk Bureau Openbaar Ministerie dat wanneer
een kind in een vondelingenkamer wordt neergelegd, diegene die de vondelingenkamer
in staat houdt medeplichtig is aan verduistering van staat, ex artikel 236 Wetboek
van Strafrecht?3 Ziet u het risico van een verdiepende samenwerking aangegaan met een organisatie
die, indien een civiele rechter uitspraak heeft gedaan over de staat van het kind,
mogelijk vervolgd kan worden door het openbaar ministerie (OM)?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de evaluatie van de in 2014 in Duitsland in werking getreden
wettelijke regeling «Gesetz zum Ausbau der Hilfen für Schwangere und zur Regelung
der vertraulichen Geburt», waarmee bevallen onder pseudoniem werd geïntroduceerd,
positief of in ieder geval bemoedigend is? Erkent u dat door deze wettelijke regeling
de adviesbureaus erin zijn geslaagd de vrouwen in het zorgstelsel te laten instromen
zodat zij er ook voor konden kiezen hun anonimiteit op te geven teneinde een reguliere
adoptieprocedure mogelijk te maken of om het kind zelf op te voeden?
Vraag 8
Wat is de planning van de gesprekken die u de komende tijd aangaat met de betrokken
organisaties? Hoe gaat u deze gesprekken aanpakken en wat is de gewenste uitkomst
van deze gesprekken? Wanneer verwacht u de Kamer te informeren over de uitkomsten
van de gesprekken? Met welke betrokken organisaties gaat u spreken?
Vraag 9
Klopt het, dat er geen sprake kan zijn van volledige bescherming van de vrouw bij
bevallen onder geheimhouding, zelfs wanneer het proces verbeterd wordt? Acht u het
daarom verstandig parallel aan de voorgenomen stappen, ook het traject van wetswijzigingen
in te zetten die bevallen onder pseudoniem mogelijk maken, omdat deze wetswijzigingen
tijd kosten?
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden voor het algemeen overleg Personen- en
familierecht van 24 januari 2019?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
V.A. Bergkamp, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.