Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het bericht dat de IND de eigen regels overtreedt bij het beoordelen van verblijfsvergunningen
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de IND de eigen regels overtreedt bij het beoordelen van verblijfsvergunningen (ingezonden 23 november 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 december
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 952.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) de
eigen regels overtreedt bij het beoordelen van verblijfsvergunningen?1 Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 1
Ja. Ik ben bekend met het artikel. Voor mijn reactie zie verder het antwoord op vraag
2 en 3.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het een goede zaak is dat bezwaarschriften tegen het intrekken
van verblijfsvergunningen van statushouders niet mogen beoordeeld worden door IND-ambtenaren
die bij eerdere besluiten betrokken waren zoals in artikel 10:3 van de Algemene wet
bestuursrecht is vastgelegd? Waarom is dit bij de IND toch gebeurd?
Antwoord 2
Ja, die mening deel ik. Het Bureau Integriteit van de IND doet daarom op dit moment
onderzoek. Het gaat hier om een individueel onderzoek naar een integriteitsschending.
Zo lang het onderzoek nog niet is afgerond, kan de vraag of, waarom en in welke mate
dit is gebeurd nog niet beantwoord worden. Indien hiertoe aanleiding bestaat, zal
ik uw Kamer hierover informeren. Bezwaarprocedures vinden overigens alleen plaats
bij reguliere aanvraagprocedures en niet bij de intrekkingsprocedures van statushouders.
Vraag 3
Deelt u de mening dat met het besluit om die ambtenaren wél dezelfde zaken te laten
behandelen, bewust het risico op tunnelvisie werd genomen teneinde de wachtlijsten
weg te werken? Veroordeelt u dit besluit? Heeft u enige indicatie om hoeveel zaken
het hier gaat?
Antwoord 3
Nee, die deel ik niet. Er is geen besluit genomen door de IND om medewerkers zowel
eerste aanleg- als bezwaarzaken te laten behandelen. Het uitgangspunt, met betrekking
tot de behandeling van bezwaarschriften, is dat een bezwaarschrift niet wordt toebedeeld
aan een de medewerker die het primaire besluit heeft genomen. Indien het vanwege capaciteitsgebrek
wel dezelfde medewerker betreft, dan stelt deze een concept op, een soort raamwerk,
en legt dat voor aan een collega die de uiteindelijke beslissing op het bezwaar neemt.
Onder de verantwoordelijkheid van deze medewerker wordt de beslissing op bezwaar genomen.
Dit wordt het vier-ogen principe genoemd: er kijken dus altijd minimaal twee mensen
naar dezelfde zaak. Deze werkwijze is toegestaan op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
De IND werkt daarmee dus volgens de wettelijke regels.
Vraag 4
Deelt u de mening dat een snelle afhandeling van procedures niet ten koste van de
kwaliteit van die afhandeling mag gaan?
Antwoord 4
Ja, die mening deel ik. De IND hecht veel waarde aan de kwaliteit van haar beslissingen
en haar dienstverlening. Om die reden is de IND ook van mening dat degene die uiteindelijk
verantwoordelijk is voor de beslissing op een bezwaarschrift nooit degene kan zijn
die de zaak al in eerste instantie heeft behandeld.
Vraag 5
Is iemand dwingen om met een andere naam te ondertekenen strafbaar? Zo ja, bent u
van plan strafrechtelijke stappen te ondernemen naar individuen die zich hier mogelijk
binnen de IND schuldig aan hebben gemaakt?
Antwoord 5
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat het iemand dwingen om met een andere naam
te ondertekenen een strafbaar feit kan opleveren. Of daar in dit geval ook sprake
van is zal uit het onderzoek moeten blijken. Dan kan ook pas worden beoordeeld als
aangifte wordt gedaan.
Vraag 6
Klopt het dat de IND geen toezichthouder kent? Zo ja, waarom? Bent u bereid ervoor
te zorgen dat er een onafhankelijke toezichthouder op de IND komt waar klokkenluiders
intern terecht kunnen?
Antwoord 6
Nee, dat klopt niet. Een agentschap als de IND werkt conform een sturingsmodel waarin
drie rollen worden onderscheiden, te weten die van eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer.
De eigenaar is verantwoordelijk voor het toezicht op het beleid van de opdrachtnemer
en op de algemene gang van zaken in het agentschap. Binnen het Ministerie van Justitie
en Veiligheid is de rol van eigenaar belegd bij de secretaris-generaal. Medewerkers
van de IND die melding van een vermoeden van misstanden willen doen vallen onder de
rijks brede Interne klokkenluidersregeling Rijk, Politie en Defensie.
Vraag 7
Wat zal het gevolg voor alle bezwaarschriften van statushouders zijn indien duidelijk
wordt dat dit inderdaad een of meerdere malen is voorgekomen? Welke procedure moeten
die statushouders volgen en bestaat er ook de kans dat voormalig statushouders die
Nederland al ten onrechte hebben verlaten weer terug mogen komen? Zo ja, hebben zij
de mogelijkheid om vergoeding van de overheid te eisen?
Antwoord 7
Zoals gezegd, is het bij de IND staande praktijk dat een bezwaarschrift niet door
dezelfde medewerker wordt behandeld die ook de beslissing in eerste instantie heeft
genomen. Het lopende onderzoek moet uitwijzen of en zo ja in hoeveel zaken hier van
is afgeweken en wat daar aan ten grondslag ligt. Als de uitkomsten van het onderzoek
daar aanleiding toegeven dan zullen nadere maatregelen volgen. Bezwaarprocedures komen
overigens alleen voor bij reguliere procedures en dus niet bij procedures om verlening
of intrekking van een verblijfsvergunning asiel. In de asielprocedure kan de vreemdeling
direct in beroep tegen een beslissing van de IND.
Vraag 8
Klopt het dat het bureau integriteit van de IND onderzoek doet naar de klokkenluider?
Bent u bereid dit onderzoek vanuit uw eigen ministerie te beleggen zodat het verbreed
kan worden en niet enkel naar de integriteit van de klokkenluider gekeken wordt maar
ook naar de chefs die mogelijk bewust de eigen regels overtraden?
Antwoord 8
Nee, dat klopt niet. De betreffende medewerker heeft geen beroep gedaan op de klokkenluidersregeling
en is onderwerp van een integriteitsonderzoek naar aanleiding van een vermoeden van
(ernstig) plichtsverzuim. Het onderzoek hiertoe wordt nu eerst afgewacht alvorens
nadere acties en/of aanvullend onderzoek te initiëren. De resultaten worden op korte
termijn verwacht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.