Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het bericht dat de experimentele klas voor hoogbegaafde leerlingen in Leiden (LIVE) in haar voortbestaan wordt bedreigd
Vragen van het lid RudmerHeerema (VVD) aan de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de experimentele klas voor hoogbegaafde leerlingen in Leiden (LIVE) in haar voortbestaan wordt bedreigd (ingezonden 18 oktober 2018).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) mede namens de
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 17 december 2018). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 730.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoogbegaafdenklas in de knel»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het Leids Initiatief voor Educatie (LIVE)?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Hoe kijkt u naar de beslissing om de financiering aan LIVE terug te trekken omdat
het geen formele zorg- of onderwijsinstelling is?
Antwoord 3
Het betreft een recent ontstaan kleinschalig particulier initiatief van enkele ouders,
gericht op leerlingen met diverse problematiek die soms al langer thuis zitten. Het
initiatief is niet aangemerkt als school in de zin van de Leerplichtwet 1969. Daarom
is financiering vanuit onderwijs niet toegestaan. Wat betreft het jeugdhulpaanbod
is het aan de gemeente om te beoordelen of inzet van jeugdhulp nodig is en of de geboden
hulp van voldoende kwaliteit is. Aan samenwerkingsverbanden en gemeente is verzocht
zo spoedig mogelijk te voorzien in een invulling die in lijn is met wet- en regelgeving.
De inspectie heeft op 7 november een bezoek gebracht aan het samenwerkingsverband
primair onderwijs en deze boodschap herhaald.
Vraag 4
Waarom werd de financiering voor LIVE in eerste instantie wel toegekend?
Antwoord 4
Regio’s geven zelf hun aanbod vorm. Uit beantwoording van Raadsvragen door het College
van B&W van de gemeente Leiden (risicoleerlingen en het Leids Initiatief Voor Educatie) leiden wij af dat de regio met een tijdelijke voorziening ruimte wilde creëren om
een meer duurzame oplossing vorm te geven.
Vraag 5
Bent u van mening dat het initiatief LIVE binnen de bestaande wettelijke kaders en
het Thuiszitterspact past? Zo ja, graag een toelichting. Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee. Uitgangspunt bij het onderwijsaanbod is dat een erkende school de leerling inschrijft
en verantwoordelijk is voor het onderwijsaanbod. Een school kan hierbij maatwerk bieden
zoals een programma op maat, afwijking van het aantal onderwijsuren in combinatie
met behandeling en samenwerking met jeugdhulp of zorg. De Jeugdwet biedt gemeenten
ruimte om jeugdhulp in te kopen bij jeugdhulpaanbieders of in de vorm van een pgb
te verstrekken waarbij de wet de voorwaarde stelt dat de jeugdhulp van goede kwaliteit
is. Vanuit de jeugdhulpaanbieder kan worden samengewerkt met scholen. Het is aan de
samenwerkingsverbanden, scholen van inschrijving en gemeenten om onderling afspraken
te maken over hoe het aanbod in deze regio samenhangend wordt vormgegeven en samenkomt.
Waar nodig raadplegen zij deskundigen.
Omdat het initiatief LIVE geen school is, kan de onderwijsinspectie geen toezicht
houden op dit initiatief. Ouders hebben op deze wijze geen waarborgen voor de kwaliteit
van het onderwijs en zij voldoen niet aan de leerplicht. Het is juist daarom van belang
dat een school verantwoordelijk is voor het onderwijsaanbod en de eventueel benodigde
onderwijsondersteuning. Wat betreft de jeugdhulp werd het initiatief in eerste instantie
bekostigd vanuit de pgb’s van een aantal betrokken ouders. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid
om na te gaan of de kwaliteit van de zorg die geleverd wordt door middel van het pgb
van goede kwaliteit is. Uit de beantwoording van de eerder genoemde raadsvragen leiden
wij af dat de gemeente hier goed naar kijkt.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het regeerakkoord met een intensivering van 15 miljoen euro
per jaar voor onderwijs voor hoogbegaafde kinderen ruimte biedt om dit initiatief
te ondersteunen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Met de nieuwe subsidieregeling worden samenwerkingsverbanden samen met schoolbesturen
gestimuleerd om een dekkend onderwijs- en ondersteuningsaanbod voor hoogbegaafde leerlingen
in het primair en voortgezet onderwijs in de regio op te zetten, uit te breiden, dan
wel te bestendigen. Het is daarmee zeker een regeling die ook voor de doelgroep in
Leiden van toegevoegde waarde kan zijn. De samenwerkingsverbanden in regio Leiden
kunnen een subsidieaanvraag indienen om het onderwijs- en ondersteuningsaanbod aan
hoogbegaafde leerlingen een extra impuls te geven binnen de bestaande wettelijke kaders.
Zie verder het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het initiatief van LIVE binnen de passage past van het regeerakkoord
dat tevens ruimte geeft om te bezien hoe zorg voor leerlingen binnen een beperkt aantal
onderwijsinstellingen beter uitgevoerd moet worden?
Antwoord 7
In de onderwijsparagraaf van het regeerakkoord staat de opdracht om voor leerlingen
met zeer complexe problematiek (waaronder leerlingen met ernstige meervoudige beperkingen)
op een beperkt aantal onderwijsinstellingen te bezien hoe de benodigde zorg rechtstreeks
uit zorgmiddelen kan worden bekostigd. Zoals reeds aangegeven is LIVE geen onderwijsinstelling
en is het zeer de vraag of de kinderen die betrokken zijn bij het initiatief LIVE
vallen binnen de afbakening uit het regeerakkoord.
Vraag 8
Deelt u de mening dat dergelijke samenwerkingsverbanden en initiatieven als LIVE aangemoedigd
zouden moeten worden? Kunt u hierop een toelichting geven?
Antwoord 8
We vinden het positief dat de gemeente Leiden en het samenwerkingsverband samen met
ouders, scholen en zorgaanbieders op zoek gaan naar aanbod voor leerlingen die (dreigen)
uit (te) vallen. Zij zijn samen immers verantwoordelijk voor een goed aanbod aan onderwijs
en jeugdhulp in de regio. Ook hebben we begrip voor de ouders van de leerlingen, die
veel tijd en moeite hebben geïnvesteerd om te zorgen dat de kinderen weer een aanbod
kregen. We vinden het juist voor hen heel belangrijk dat dit aanbod ook van voldoende
kwaliteit is en dat de verschillende inspecties kunnen toezien op de kwaliteit en
de bekostiging die daarmee gepaard gaat. Met een goed arrangement kan uitval van leerlingen,
of verergering van problematiek soms ook worden voorkomen.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat er geen passend schoolaanbod of zorg
voor deze leerlingen is als de financiering over drie maanden eindigt?
Antwoord 9
Wij delen het uitgangspunt dat het onwenselijk is als de leerlingen in deze regio
geen onderwijs en/of jeugdhulp ontvangen. Voor de zomer hebben medewerkers van beide
departementen daarom gesprekken gevoerd met de regio en met het initiatief om mee
te denken over mogelijke constructies. Wij hebben de regio vervolgens begin september
ook uitgenodigd om de ontwikkelingen te bespreken en geadviseerd Gedragswerk te betrekken.
Verder is voor vragen over het inrichten van een aanbod specifiek gericht op onderwijsondersteuning
aan hoogbegaafde leerlingen, ook geadviseerd het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling
mee te laten denken.
De regio heeft Gedragswerk betrokken bij het organiseren van een passende individuele
oplossing voor de betreffende leerlingen en er worden nu gesprekken met scholen en
met ouders gevoerd. Gedragswerk signaleert dat het gaat om een klein aantal leerlingen
met niet-eenduidige problematiek en dat mogelijk variatie in arrangementen nodig is.
Tot op heden zijn er geen ouders uit de regio die een geschil over de invulling van
het passend aanbod hebben voorgelegd aan de landelijke geschillencommissie passend
onderwijs. Wij kunnen daarmee geen oordeel geven over het aanbod in de regio. Wel
delen wij de mening dat er zo spoedig mogelijk een zo passend mogelijk aanbod dient
te zijn voor de leerlingen.
Vraag 10
Welke mogelijkheid ziet u voor de financiering van LIVE zodat deze leerlingen van
passend onderwijs kunnen worden voorzien?
Antwoord 10
Graag verwijs ik u naar de antwoorden op vraag 3 en 5.
Vraag 11
Deelt u de mening dat voor deze en alle thuiszittende kinderen en scholieren zo snel
mogelijk een passende oplossing moet komen? Zo ja, wat kunt u voor deze leerlingen
betekenen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Ja.
Zoals hierboven beschreven ligt de verantwoordelijkheid bij de school, bij het samenwerkingsverband
en bij de gemeente. Als zij niet zelf in een passend aanbod voorzien, dan dienen zij
dit hiaat in hun regionale aanbod zo spoedig mogelijk te herstellen. Er zijn mogelijkheden
om over dit aanbod advies in te winnen bij deskundigen bijvoorbeeld bij het eerder
genoemde Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling, Gedragswerk of het NJI bij
het opzetten van onderwijszorgarrangementen. Voor individuele maatwerkvragen kunnen
onderwijs(zorg)consulenten en cliëntondersteuning worden betrokken. Wij werken samen
aan verdere verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en zorg. Over onze plannen
bent u recent geïnformeerd2.
Zoals in het antwoord op vraag 3 en 9 is aangegeven, krijgt de regio op dit moment
ondersteuning van Gedragswerk en onderzoekt de Inspectie de casus. Wij volgen de ontwikkelingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.