Schriftelijke vragen : Het bericht dat veel kankerpatiënten weinig informatie krijgen over het leven na hun behandeling
Vragen van het lid Raemakers (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht dat veel kankerpatiënten weinig informatie krijgen over het leven na hun behandeling (ingezonden 12 december 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Veel kankerpatiënten in ongewisse over gevolgen behandeling»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op een van de conclusies uit het onderzoek «Samen beslissen over
je kankerbehandeling, wat is jouw ervaring?» van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties
(NFK), dat bij ruim een derde van de patiënten niet is gesproken over klachten die
zich na de ziekte kunnen ontwikkelen, zoals vermoeidheid, verminderde lichamelijke
conditie, concentratieproblemen, geheugenproblemen, seksuele problemen en depressieve
gevoelens?2
Vraag 3
Wat is uw reactie op de uitkomst van het onderzoek dat bij ongeveer de helft van de
patiënten geen aandacht is voor de toekomstplannen of voor wat patiënten belangrijk
vinden in hun dagelijks leven? Wat vindt u van de verschillen die er bestaan tussen
de Universitair Medisch Centra (UMC’s), waar er meer aandacht lijkt te zijn voor wat
mensen belangrijk vinden in het dagelijks leven (53%) dan in topklinische ziekenhuizen
(48%) en algemene ziekenhuizen (43%)? Op welke manier kunnen ziekenhuizen van elkaar
leren? En wat is uw reactie op het feit dat wat men belangrijk vindt in het dagelijks
leven bij mannen (54%) vaker ter sprake kwam dan bij vrouwen (44%)?
Vraag 4
Wat zijn de vorderingen die geboekt worden bij het ontwikkelen van uitkomstinformatie,
zodat patiënten zelf beter kunnen kiezen voor een zorgaanbieder en zij samen kunnen
beslissen over de behandeling? Krijgen patiënten ook inzicht in welke zorgaanbieder
oog heeft voor de gevolgen van de behandeling, de impact op het dagelijks leven en
de wensen en toekomstplannen van patiënten, aangezien patiënten dit belangrijk vinden
en een zorgverlener die hier oog voor heeft hoger waarderen?
Vraag 5
Kan er gevolg gegeven worden aan de aanbeveling van de NFK dat het belangrijk is om
de vertaling te kunnen maken van medische mogelijkheden voor de patiënt naar concrete
gevolgen, zoals kunnen blijven werken, sporten, het uitoefenen van een hobby, sociale
activiteit en intimiteit? In hoeverre kunnen dergelijke concrete gevolgen onderdeel
worden van uitkomstinformatie, zodat patiënten meer inzicht in krijgen in de mogelijkheden
en kwaliteit van leven na behandeling?
Vraag 6
Hoe beoordeelt u het dat patiënten het belangrijk vinden dat de optie «niet (verder)
behandelen» wordt besproken, maar dat nog maar een minderheid van de zorgverleners
dit daadwerkelijk doet? Op welke wijze worden artsen momenteel, bijvoorbeeld al tijdens
hun studie, voorbereid om ook het gesprek over «niet behandelen» aan te gaan?
Indieners
-
Gericht aan
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Indiener
R. Raemakers, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.