Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Den Boer en Verhoeven over het bericht ‘EU zet bij grenscontrole dubieuze leugendetectie in’
Vragen van het lid Den Boer en Verhoeven (beiden D66) aan de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «EU zet bij grenscontrole dubieuze leugendetectie in» (ingezonden 7 november 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 13 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 776.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «EU zet bij grenscontrole dubieuze leugendetectie in»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het hier het IBORDER CTRL project betreft?
Antwoord 2
Uit de berichtgeving blijkt dat het om het IBORDER CTRIL gaat.
Vraag 3
Deelt u de mening van de Europese Commissie (EC) dat het een «success story» is? Zo
ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Op dit moment is het nog te voorbarig om te stellen of dit project een «succes story»
is omdat het project loopt tot 31 augustus 2019.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het onder 2 genoemde project gestoeld is op een bedrag in de
begroting van de EC ter hoogte van 4,5 miljoen euro? Betreft dit een eenmalige financiering
of een structurele financiering? Welke voorwaarden stelt Nederland als lidstaat van
de Europese Unie (EU) aan de financiering van dit project?
Antwoord 4
Ja. de Europese Commissie heeft 4,5 miljoen toegekend voor de uitvoering van dit project.
Dit betreft een eenmalige financiering. Aan deze financiering zijn de algemene voorwaarden
van Horizon 2020 verbonden.
Vraag 5
Welk bedrijf is of welke bedrijven zijn gemoeid met het onder 2 genoemde project?
Antwoord 5
Bij de uitvoering zijn de volgende organisaties betrokken:
Het Griekse Instituut voor Communicatie en Computer Systemen (ICCS), de Scientific
Technological Reseach for excellence in Medicine Biology (Stremble), Manchester Metropolitan
universiteit, iTTi e-technology business, Everis Aerospace and Defense, Biosec group,
JAS technologies, Leibzig universiteit, KEMEA center for security studies, TRAINOSE
operation and management of transport.
Vraag 6, 7 en 8
Kunt u aangeven welke EU-lidstaten in de Europese Raad dit project ondersteunen?
Kunt u aangeven welke EU-lidstaten participeren in de uitvoering van het project?
Kunt u aangeven welke EU-lidstaten interesse hebben deel te nemen aan het project?
Bent u ook geïnteresseerd Nederland mee te laten doen? Zo ja, waarom?
Antwoord 6, 7 en 8
Deze pilot wordt uitgevoerd aan de buitengrenzen van Hongarije, Letland en Griekenland.
Nederland neemt niet deel aan de uitvoering van deze pilot en heeft ook geen interesse
om deel te nemen aan dit project.
Vraag 9 t/m 13
Heeft het project voorafgaand aan de implementatie een ethische toetsing ondergaan?
Welke voorwaarden zijn er verder aan de pilot verbonden en welke waarborgen zijn ingebouwd?
Heeft de High-Level Expert Group Artificial Intelligence aanbevelingen gedaan ten
aanzien van de toepassing van ethische richtlijnen aangaande het project? Is het project
voorafgaand aan de tenuitvoerlegging getoetst op de naleving van het EU Handvest Grondrechten?
Kunt u bevestigen dat een objectief validatieproces heeft plaatsgevonden voorafgaand
aan de tenuitvoerlegging van het project? Zo ja, hoe zag dit validatieproces er uit?
Kunt u bevestigen dat het project getoetst is op slechts 34 proefpersonen? Kunt u
bevestigen dat de nauwkeurigheid van het leugendetectie-systeem is vastgesteld op
76%? Zo ja, vindt u dit een voldoende basis om het project in drie EU-lidstaten van
start te laten gaan, waar veel reizigers onterecht geprofileerd zullen worden? Was
u van deze cijfers op de hoogte toen dit aanbod kwam in de RAZ/JBZ-raden?
Kunt u ingaan op de wetenschappelijke fundering van dit project? Kunt u daarbij expliciet
ingaan op de opmerkingen van de wetenschappers die in het artikel worden aangehaald
die onder andere stellen dat «dit kan leiden tot implementatie van pseudowetenschappelijke
grenscontrole»? Bent u van mening dat dergelijke technologie alleen ingezet mag worden
na wetenschappelijke validatie? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden 9 t/m 13
De concrete invulling en voorwaarden voor de implementatie van deze pilot zijn mij
niet bekend. Wel kan in het algemeen worden opgemerkt dat de juridische kaders voor
de uitvoering van grenscontroles aan de Europese buitengrenzen zijn vastgelegd in
de Schengengrenscode.
Daarnaast is de AVG van toepassing op het gebruik en verwerking van de persoonsgegevens.
Binnen dit gegeven zal de inzet en uitvoering van pilotprojecten met betrekking tot
controle-instrumenten moeten passen binnen de strikte Europese regelgeving op het
terrein van het grenstoezicht en privacy.
Vraag 14
Kunt u motiveren waarom dit project wordt ingezet aan de buitengrens van de EU? Is
het project primair bedoeld irreguliere migratie tegen te gaan of is het bedoeld criminaliteit
en/of terrorisme te reduceren? Wat zijn de verwachte effecten?
Antwoord 14
Volgens de informatie van de Commissie zou een dergelijk systeem een bijdrage kunnen
leveren aan de aanpak van illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit
en terrorisme. Nadat reizigers een reisdocument hebben geüpload in het systeem, moeten
zij via een webcam vragen beantwoorden. De beantwoording wordt vervolgens door het
systeem geanalyseerd. Het systeem gaat na of betrokkene de juiste informatie heeft
verstrekt voor het kunnen passeren van de Europese buitengrenzen. Het project loopt
tot 31 augustus 2019 het is dan ook niet opportuun om uitspraken te doen over verwachte
effecten.
Vraag 15
Deelt u de mening dat geen sprake kan zijn van illegale immigratie totdat feitelijk
is vastgesteld door migratie-autoriteiten in een van de EU-lidstaten dat hier daadwerkelijk
sprake van is?
Antwoord 15
Lidstaten kunnen bij de uitvoering van de grenscontroles en aanpak van illegale immigratie
gebruik maken van technologische instrumenten dat is nu ook al het geval, bijvoorbeeld
gebruik van kiosken of e-gates. Conform de Europese en nationale regelgeving zal de
vaststelling van illegale grensoverschrijding en het opleggen van een maatregel zal
altijd door een verantwoordelijke autoriteit moeten worden genomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.