Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over het bericht dat de Staat in cassatie gaat in de Klimaatzaak
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat de Staat in cassatie gaat in de Klimaatzaak (ingezonden 22 november 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 11 december
            2018).
         
Vraag 1
            
Kent u de berichten «Urgenda kost burger bakken met geld» en «Staat in cassatie tegen
               uitspraak hof in Urgenda-zaak»?1
               2
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Is het waar dat Urgenda slechts een vergoeding van de Staat heeft ontvangen als compensatie
               van de door haar gemaakte juridische kosten ten bedrage van 711,– euro aan griffierechten,
               16.503,– euro aan salaris voor de advocaat in het principaal appel en 8.256,– euro
               aan salaris voor de advocaat in het incidenteel appel? Zo nee, om welke bedragen gaat
               het dan?
            
Antwoord 2
            
De genoemde bedragen zijn door de rechtbank en het gerechtshof toegekend aan Urgenda.
               Urgenda heeft deze bedragen onlangs opgevraagd en deze zijn inmiddels betaald.
            
Vraag 3
            
Kun u aangeven hoeveel de Staat heeft uitgegeven aan de betreffende procedures en
               kunt u die uitgaven specificeren?
            
Antwoord 3
            
Er is sinds eind 2013 € 858.050,62 gefactureerd door de landsadvocaat voor procesvertegenwoordiging
               in deze procedure. Er zijn geen andere externe kosten gemaakt in het kader van deze
               procedure.
            
Vraag 4
            
Is het waar dat de Staat inmiddels 750.000,– euro heeft uitgegeven aan de betreffende
               procedure? Zo nee, welk bedrag dan?
            
Antwoord 4
            
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
            
Kunt u aangeven of de compensatie die aan Urgenda is betaald redelijkerwijze overeenstemt
               met het bedrag dat deze non-gouvernementele organisatie (NGO) in werkelijkheid heeft
               moeten uitgeven aan juridische ondersteuning? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
De proceskostenvergoeding zoals toegekend door rechtbank en hof is vastgesteld volgens
               vaste regels. Het is onbekend welke werkelijke kosten Urgenda heeft gemaakt voor deze
               procedure. Ik kan dus geen uitspraak doen over de verhouding tussen kosten en proceskostenvergoeding.
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat het billijk is dat wanneer NGO’s die in een juridische procedure
               winnen van de Staat, zij recht zouden moeten hebben op een vergoeding van de werkelijk
               gemaakte juridische kosten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze
               wilt u hierop actie ondernemen?
            
Antwoord 6
            
Er zijn vaste regels voor de vergoeding van proceskosten. Een NGO heeft dezelfde aanspraak
               op proceskostenvergoeding als iedere andere rechtspersoon die dergelijke kosten maakt.
               Ik zie niet in waarom voor deze regels voor NGO’s anders zouden moeten zijn dan voor
               andere instellingen en bedrijven.
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat er sprake is van een ongelijk juridisch speelveld wanneer NGO’s
               die met succes een procedure voeren tegen de Staat, slechts een fractie vergoed krijgen
               van het bedrag dat de Staat zelf uitgeeft aan juridische ondersteuning? Zo nee, waarom
               niet? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u hierin verandering brengen?
            
Antwoord 7
            
De omvang van de proceskostenvergoeding geeft geen beperking voor de mogelijkheid
               van NGO’s om een zaak voor te leggen aan de rechter. Zoals Urgenda laat zien kan een
               NGO effectief procederen tegen de Staat, ondanks het verschil in financiële slagkracht.
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat het te prijzen is dat NGO’s zich sterk maken om het gevoerde
               beleid te toetsen aan overeenkomsten en wetgeving? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Ja. Het is goed dat maatschappelijke organisaties de overheid kritisch volgen bij
               de ontwikkeling en uitvoering van beleid.
            
Vraag 9
            
Kunt u aangeven wat de begrote kosten zijn voor de Staat van het in cassatie gaan
               tegen de uitspraak van het Hof?
            
Antwoord 9
            
De kosten van cassatie zijn afhankelijk van de wijze waarop de procedure door partijen
               wordt gevoerd. Een begroting van deze kosten is nu nog niet beschikbaar.
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat het in deze principezaak de principes van de Staat zijn die
               zorgen voor de extra uitgaven en niet die van Urgenda?
            
Antwoord 10
            
Die mening deel ik niet, het is een eigen afweging van Urgenda welke kosten worden
               gemaakt in hoger beroep en cassatie.
            
Vraag 11
            
Bent u bereid de eisers die tot tweemaal door de rechter in het gelijk gesteld zijn,
               ruimhartig te compenseren voor de door hen te maken juridische kosten in cassatie?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 11
            
Er zijn vaste regels voor het bepalen van een proceskostenvergoeding van partijen
               die in het gelijk zijn gesteld. Deze regels zijn in dit geval toegepast. Ik zie geen
               aanleiding om in dit geval andere standaarden te hanteren.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.