Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken van enkele nog openstaande moties en toezeggingen Tweede Kamer
35 000 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2019
Nr. 11 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 10 december 2018
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 18 september 2018 over de
stand van zaken van enkele nog openstaande moties en toezeggingen Tweede Kamer (Kamerstuk
35 000 IX, nr. 4).
De vragen en opmerkingen zijn op 19 oktober 2018 aan de Staatssecretaris van Financiën
voorgelegd. Bij brief van 7 december 2018 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over
openstaande moties en toezeggingen. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris een geactualiseerd tijdpad
kan geven voor de stroomlijning van de invorderingsregelgeving. Kan de Staatssecretaris
aangeven wanneer de conceptregeling waarin de begrippen «vermogen» en «betalingscapaciteit»
worden gedefinieerd aan de Kamer wordt voorgelegd?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris de toelatingsexamens in
het beroepsonderwijs wil betrekken in een vrijstelling in de btw. Kan de Staatssecretaris
aangeven wat de financiële gevolgen zijn van deze vrijstelling?
De leden van de VVD-fractie bedanken de Staatssecretaris voor de update met betrekking
tot de ontwikkelingen rond de «accidental Americans». Heeft de Staatssecretaris al
zicht op de acties die vanuit de Europese Commissie in gang zijn of worden gezet?
Zo ja, welke zijn dit? Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer het ministerieel contact
met de Verenigde Staten zal plaatsvinden? Kan het kabinet de leden van de Kamer op
de hoogte blijven houden van de ontwikkelingen rondom de accidental Americans?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de definitieve rendementen voor
box 3 voor 2019. Kan de Staatssecretaris de aangepaste rendementen voor 2019 illustreren
met een aantal voorbeelden (spaarder in box 3, spaarder in box 3 en belegger in aandelen
en een spaarder in box, 3 belegger in aandelen en vastgoed), waarbij het verloop van
de vermogensrendementsheffing over de afgelopen vijf jaar inzichtelijk wordt gemaakt
uitgaande van een gelijkblijvend kapitaal en een gelijkblijvende aandelen- en vastgoedportefeuille?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief waarin wordt ingegaan
op openstaande moties en toezeggingen, alsmede de definitieve rendementen voor box
3 voor 2019. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze de begrippen «vermogen» en «betalingscapaciteit»
nu worden ingevuld.
De leden van D66-fractie vragen op welke wijze de Europese Commissie heeft gereageerd
op het verzoek om in haar bilaterale contacten met de Verenigde Staten ook de positie
van in Europa wonende Amerikaanse staatsburgers te betrekken. Deze leden vragen om
een actualisatie van de ontwikkelingen na het verschijnen van de brief over de openstaande
moties en toezeggingen.
II Reactie van de Staatssecretaris
Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden
van de fracties van de VVD en D66. Hieronder beantwoord ik de gestelde vragen. Ik
houd bij de beantwoording van de vragen zo veel mogelijk de volgorde van de vragen
en opmerkingen aan zoals die aan mij zijn voorgelegd, met dien verstande dat gelijkluidende
of in elkaars verlengde liggende vragen tezamen zijn beantwoord.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD en van de leden van de
fractie van D66
Invorderingsregelgeving en de invulling van de begrippen «vermogen» en «betalingscapaciteit»
De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze de begrippen «vermogen» en «betalingscapaciteit»
nu worden ingevuld.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris een geactualiseerd tijdpad
kan geven voor de stroomlijning van de invorderingsregelgeving. Ook vragen zij of
de Staatssecretaris kan aangeven wanneer de conceptregeling waarin de begrippen «vermogen»
en «betalingscapaciteit» worden gedefinieerd aan de Kamer wordt voorgelegd.
Voor het tijdpad verwijs ik naar de 21e halfjaarsrapportage van de Belastingdienst
(voetnoot: zie bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 401). Daarin wordt aangegeven dat de stroomlijning van invorderingsregelgeving pas na
2021 wordt opgepakt, namelijk nadat de vervanging van het inningssysteem ETM is gerealiseerd.
Een actueler of preciezer tijdpad kan op dit moment nog niet worden gegeven. Wel is,
vooruitlopend op de implementatie van de wetgeving, de komende jaren al een aantal
belangrijke verbeteringen op het gebied van betalingsregelingen voor burgers mogelijk,
namelijk:
– een klantportaal dat de burger inzage geeft in zijn schuldpositie;
– de mogelijkheid om via het klantportaal een verzoek om een betalingsregeling voor
zijn belastingschulden in te dienen;
– de mogelijkheid van automatische incasso voor betalingsregelingen, waarbij de machtiging
via een elektronisch formulier op de website kan worden verleend;
– de mogelijkheid om eenvoudig via de Belastingtelefoon een betalingsregeling te sluiten;
– de mogelijkheid om verschillende vorderingen in een betalingsregeling te combineren;
– de mogelijkheid om met iDeal te betalen via het klantportaal.
De uitwerking van de begrippen «vermogen» en «betalingscapaciteit» is pas van belang
vanaf het moment van inwerkingtreding van de stroomlijning van invorderingsregelgeving.
Bovendien hangt de uitwerking samen met een aantal andere ontwikkelingen. Zo is onder
meer de invoering van de vereenvoudigde beslagvrije voet een factor die op de uitwerking
van de begrippen van invloed kan zijn. Omdat de inwerkingtreding van zowel de stroomlijning
van invorderingsregelgeving als de vereenvoudiging van de beslagvrije voet is uitgesteld,
is ook de uitwerking van de begrippen «vermogen» en «betalingscapaciteit» uitgesteld.
De conceptregeling waarin de begrippen worden gedefinieerd wordt in het jaar voorafgaand
aan de inwerkingtreding van de stroomlijning van invorderingsregelgeving, in het bijzonder
de invoering van de debiteurgerichte betalingsregeling, aan de Kamer voorgelegd.
Positie van in Europa wonende Amerikaanse staatsburgers (accidental Americans)
De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze de Europese Commissie heeft gereageerd
op het verzoek om in haar bilaterale contracten met de Verenigde Staten ook de positie
van in Europa wonende Amerikaanse staatsburgers te betrekken. Deze leden vragen om
een actualisatie van de ontwikkelingen na het verschijnen van de brief over de openstaande
moties en toezeggingen.
De leden van de VVD-fractie bedanken de Staatssecretaris voor de update met betrekking
tot de ontwikkelingen rond de «accidental Americans». Zij vragen of de Staatssecretaris
al zicht heeft op de acties die vanuit de Europese Commissie ingang zijn of worden
gezet en zo ja, welke dit zijn. Zij vragen of de Staatssecretaris kan aangeven wanneer
het ministerieel contact met de Verenigde Staten zal plaatsvinden en of het kabinet
de leden van de Kamer op de hoogte kan blijven houden van de ontwikkelingen rondom
de accidental Americans.
De vertegenwoordiging van de Europese Commissie in de VS heeft een vragenlijst uitgezet
voor alle lidstaten om de problematiek van accidental Americans breder in kaart te
brengen. Nederland heeft hierop reeds input geleverd. Ik wacht de opvolgende inspanningen
van de Europese Commissie af.
Ook vragen de leden van de fractie van de VVD op welke manier Nederland ministerieel
contact heeft gehad met de VS. Tijdens de najaarsvergadering van het IMF heeft de
Nederlandse delegatie bij de Amerikaanse delegatie wederom aandacht gevraagd voor
de positie van de in Nederland wonende accidental Americans. Daarbij heeft de Nederlandse
delegatie ook een kopie overhandigd van de door uw Kamer gestuurde brief over de positie
van in Nederland wonende accidental Americans. Bovendien is deze brief door de Nederlandse
ambassadeur in de VS expliciet onder de aandacht gebracht van een groep congresleden
die een (historische) link heeft met Nederland. Een overleg op politiek niveau heeft
nog niet kunnen plaatsvinden.
Tot slot zeg ik toe dat ik bij de volgende moties- en toezeggingenbrief een update
van de stand van zaken zal geven in dit dossier.
Toelatingsexamens beroepsonderwijs vrijstelling btw
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris de toelatingsexamens in
het beroepsonderwijs wil betrekken in een vrijstelling in de btw. Zij vragen of de
Staatssecretaris kan aangeven wat de financiële gevolgen zijn van deze vrijstelling.
Als de onderwijsvrijstelling wordt verruimd zodat ook toelatingsexamens die toegang
geven tot vrijgesteld onderwijs onder de vrijstelling komen te vallen, wordt geen
btw meer geheven over het afleggen van een toelatingsexamen bij een externe instantie
of de onderwijsinstelling zelf. De derde instantie en de onderwijsinstelling kunnen
dan ook de in rekening gebrachte btw die ziet op de toelatingsexamens niet meer in
aftrek brengen. Dit speelt slechts in een beperkt aantal gevallen, waardoor het budgettaire
effect per saldo nihil is.
Box 3 rendementen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de definitieve rendementen voor
box 3 voor 2019. Zij vragen of de Staatssecretaris de aangepaste rendementen voor
2019 kan illustreren met een aantal voorbeelden (spaarder in box 3, spaarder in box
3 en belegger in aandelen en een spaarder in box 3, belegger in aandelen en vastgoed),
waarbij het verloop van de vermogensrendementsheffing over de afgelopen vijf jaar
inzichtelijk wordt gemaakt uitgaande van een gelijkblijvend kapitaal en een gelijkblijvende
aandelen- en vastgoedportefeuille.
De hoogte van de vermogensrendementsheffing is niet afhankelijk van de samenstelling
van het vermogen van de individuele belastingplichtige. Bij een gelijke rendementsgrondslag
betalen een spaarder of een belegger eenzelfde bedrag aan vermogensrendementsheffing.
Een overzicht van de forfaitaire rendementen voor box 3 en de hoogte van het heffingsvrij
vermogen voor de periode 2015–2019 staat in onderstaande tabel 1. In de grafiek is
de hoogte van de heffing in procenten van het box 3-vermogen weergegeven voor een
belastingplichtige. De verschuldigde heffing in euro’s staat in tabel 2. In vergelijking
met 2015, toen het heffingsvrij vermogen nog niet beleidsmatig was verhoogd en het
forfaitaire rendement nog 4% bedroeg ongeacht de hoogte van het vermogen, betalen
alle belastingplichtigen met een vermogen lager dan € 500.000 minder box 3 heffing
(voor twee fiscale partners samen € 1.000.000)
Tabel 1
2015
2016
2017
2018
2019
forfaitair rendement 1e schijf
4%
4%
2,87%
2,02%
1,94%
forfaitair rendement 2e schijf
4%
4%
4,60%
4,33%
4,45%
forfaitair rendement 3e schijf
4%
4%
5,39%
5,38%
5,60%
heffingvrij vermogen box 3
21.330
24.437
25.000
30.000
30.360
bovengrens grondslag 1e schijf
75.000
70.800
71.650
bovengrens grondslag 2e schijf
975.000
978.000
989.736
Grafiek 1
Tabel 2: Box 3 heffing in euro's
Box 3 vermogen
2015
2016
2017
2018
2019
21.330
–
–
–
–
–
24.437
37
–
–
–
–
30.000
104
67
43
–
–
35.000
164
127
86
30
27
40.000
224
187
129
61
56
45.000
284
247
172
91
85
50.000
344
307
215
121
114
55.000
404
367
258
152
143
60.000
464
427
301
182
173
65.000
524
487
344
212
202
70.000
584
547
387
242
231
75.000
644
607
431
273
260
80.000
704
667
474
303
289
85.000
764
727
517
333
318
90.000
824
787
560
364
347
95.000
884
847
603
394
376
100.000
944
907
646
424
405
150.000
1.544
1.507
1.336
1.068
1.058
200.000
2.144
2.107
2.026
1.718
1.725
300.000
3.344
3.307
3.406
3.017
3.060
400.000
4.544
4.507
4.786
4.316
4.395
500.000
5.744
5.707
6.166
5.615
5.730
600.000
6.944
6.907
7.546
6.914
7.065
700.000
8.144
8.107
8.926
8.213
8.400
800.000
9.344
9.307
10.306
9.512
9.735
900.000
10.544
10.507
11.686
10.811
11.070
1.000.000
11.744
11.707
13.066
12.110
12.405
1.500.000
17.744
17.707
21.151
20.154
20.736
2.000.000
23.744
23.707
29.236
28.224
29.136
2.500.000
29.744
29.707
37.321
36.294
37.536
3.000.000
35.744
35.707
45.406
44.364
45.936
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier