Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Brenk over de uitzending van Radar inzake een 93-jarige dame die in de schulden is gekomen door een fout van het CAK
Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over van de uitzending van Radar inzake een 93-jarige dame die in de schulden is gekomen door een fout van het CAK (ingezonden 21 november 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) mede namens de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 7 december 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Radar van 19 november 2018 over een 93-jarige
dame die in de schulden is gekomen door een fout van het Centraal Administratie Kantoor
(CAK)?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat betrokkene, die sinds 2014 in een zorginstelling woont, in de financiële
problemen is gekomen doordat het CAK het overlijden van haar man in 2003 niet administratief
verwerkt heeft, waardoor betrokkene langere tijd een te lage eigen bijdrage heeft
betaald en nu uiteindelijk nog een bedrag van 16.000 euro verschuldigd is?
Antwoord 2
Het CAK heeft zich bij aanvang van de zorg van betrokkene ten onrechte gebaseerd op
verkeerde informatie. Op basis hiervan heeft het CAK een lage eigen bijdrage opgelegd.
Correctie hierop heeft vervolgens geleid tot een hoge naheffing bij deze klant.
Het is heel vervelend dat er een fout is gemaakt en dat mevrouw Bastiaansen wordt
verrast met een dergelijke rekening. Ook het CAK vindt dat en erkent dat er in deze
individuele situatie fouten zijn gemaakt. In de bezwaarprocedure heeft het CAK aangeboden
om met elkaar in gesprek te gaan om een passende oplossing te vinden. Het CAK heeft
dit aanbod recent opnieuw gedaan. Ondertussen heeft het gesprek plaatsgevonden, en
heeft CAK een passende oplossing aangeboden.
Naar aanleiding van deze onwenselijke situatie heb ik besloten de terugwerkende kracht
van herzieningen, die ontstaan naar aanleiding van een ernstige tekortkoming of ernstige
vertraging aan de kant van het CAK, te verkorten naar twaalf maanden. Daarnaast creëer
ik meer ruimte voor het CAK om in zeer specifieke gevallen maatwerk te leveren in
een individueel gesprek. In dit geval heeft het CAK aan de cliënt het aanbod gedaan
om de factuur die met terugwerkende kracht over 24 maanden was opgelegd, kwijt te
schelden.
Vraag 3
Hoe vaak komen deze, en dergelijke gevallen van onbedoeld betalen van een te lage
eigen bijdrage voor? Wordt in deze gevallen door het CAK als regel overgegaan tot
invordering van het te weinig betaalde, ook als cliënten volledig te goeder trouw
zijn geweest en buiten hun schuld te weinig is betaald?
Antwoord 3
Ondertussen is uit uitgevoerde gegevensanalyse door het CAK gebleken dat er vijf vergelijkbare
gevallen bij het CAK bekend zijn. In het Besluit langdurige zorg is de herzieningstermijn,
in het geval dat het CAK niet tijdig de herziening doet, op 24 maanden begrensd. De
cliënt krijgt hierdoor geen volledige naheffing van 36 maanden. De Centrale Raad van
Beroep heeft eerder ten aanzien van kwijtschelden bepaald dat indien de eigen bijdrage
gebaseerd is op een dwingende bepaling, dit met zich meebrengt dat het CAK geen bevoegdheid
heeft om tot kwijtschelding over te gaan.1 Aan de andere kant heeft het CAK een belangenafweging te maken bij de invorderingsbeslissing.2 Daarbij zijn bijzondere omstandigheden en de financiële situatie van mensen van belang.
Daarom heb ik besloten de terugwerkende kracht van herzieningen, die ontstaan naar
aanleiding van een ernstige tekortkoming of ernstige vertraging aan de kant van het
CAK zijnde, te verkorten naar twaalf maanden. Daarnaast ga ik meer ruimte voor het
CAK creëren om in zeer specifieke gevallen maatwerk te leveren.
Vraag 4
Is het CAK voor informatie over de samenstelling van het huishouden van cliënten en
wijzigingen daarin (uitsluitend) afhankelijk van informatie verstrekt door cliënten,
of heeft het CAK standaard toegang tot geautomatiseerde gegevensuitwisseling, bijvoorbeeld
via de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en/of de Belastingdienst?
Antwoord 4
Het CAK heeft standaard toegang tot geautomatiseerde gegevensuitwisseling met de Belastingdienst,
en het UWV. Ten aanzien van personalia put het CAK de informatie uit een extern systeem
dat het basis registratie personen (BRP) (gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens)
met het CAK verbindt.
Vraag 5
Worden deze gegevens proactief standaard of periodiek door het CAK geraadpleegd om
de juistheid van door cliënten betaalde eigen bijdragen te controleren? Zo nee, vindt
u dat dit zou moeten gebeuren?
Antwoord 5
Naar aanleiding van de eerste melding aanvang zorg worden de gegevens geautomatiseerd
geraadpleegd. Eventuele mutaties in de gegevens ontvangt het CAK automatisch. In het
geval van deze casus, zit de fout in de externe databron. Daarom werkt het CAK samen
met de leverancier aan een geautomatiseerde check op de juistheid van de persoonsgegevens
door middel van een eindsynchronisatie. Tot die tijd wordt het BRP (GBA) handmatig
vergeleken met de gegevens zoals CAK deze geregistreerd heeft.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat de bewering van het CAK, dat mevrouw «zelf had kunnen weten»
dat het bedrag van de eigen bijdrage niet klopte, weliswaar formeel mogelijk juist
is, maar van weinig begrip getuigt voor de hoge leeftijd en mogelijk beperktere zelfredzaamheid
van betrokkene en dat enige coulance op zijn plaats zou zijn?
Antwoord 6
Bij de startbrief eigen bijdrage vraagt het CAK aan elke nieuwe klant om de samenstelling
van het huishouden, een van de uitgangspunten voor het bepalen van de soort eigen
bijdrage, te controleren.
Als de samenstelling niet klopt, vraagt het CAK contact met hen op te nemen. Hoe dan
ook moeten we van deze kwestie willen leren. Daarom heb ik samen met het CAK bekeken
hoe in dit soort gevallen, waarbij een cliënt zo erg nadeel ondervindt door een fout
aan de kant van het CAK, optimaal gehandeld kan worden.
Vraag 7
In hoeverre wordt bij het navorderen van een eigen bijdrage rekening gehouden met
het inkomen en de betaalcapaciteit van de cliënt? Wordt indien nodig een betalingsregelingen
getroffen, afgestemd op de betaalcapaciteit van de cliënt?
Antwoord 7
De eigen bijdrage in de langdurige zorg zijn inkomensafhankelijk, wat per definitie
inhoudt dat er rekening gehouden wordt met de draagkracht van de cliënt. Maar bij
een grote naheffing met een factuur van boven € 5.000,-- en meer dan twee maanden
aan eigen bijdragen op deze factuur, wordt er met de verzekerde gebeld om de mogelijkheden
van een eventuele betalingsregeling te bespreken. De betalingsregeling wordt afgestemd
op de draagkracht van de cliënt.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het CAK de schuld zou moeten kwijtschelden? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 8
Als Minister ga ik in eerste instantie over het beleid en minder over individuele
zaken. CAK is een zelfstandig bestuursorgaan. Ik vind dit soort zaken erg vervelend
en werk er met het CAK hard aan om dergelijke fouten te voorkomen. In een dergelijk
geval is het belangrijk dat het CAK en de (vertegenwoordiger van) de cliënt elkaar
in een gesprek weten te vinden. Daarnaast is het CAK niet zonder meer bevoegd een
eigen bijdrage kwijt te schelden. Alleen in zeer specifieke gevallen, waarin de cliënt
geen middelen heeft om de eigen betaling te voldoen, kan het CAK het innen van de
eigen bijdrage stopzetten.
Omdat ik de situatie waar betrokkene zich in bevind zeer vervelend vind, heb ik besloten
de terugwerkende kracht van herzieningen, welke ontstaan naar aanleiding van een ernstige
tekortkoming of ernstige vertraging aan de kant van het CAK zijnde, te verkorten naar
twaalf maanden. Daarnaast creëer ik meer ruimte voor het CAK om in zeer specifieke
gevallen maatwerk te leveren. In de genoemde casus resulteert dit erin dat de factuur
die met terugwerkende kracht over 24 maanden was opgelegd, wordt kwijtgescholden.
Vraag 9
Deelt u de mening dat in vergelijkbare situaties een schuld niet met terugwerkende
kracht zou moeten worden opgelegd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
Ja. Daarom heb ik besloten de terugwerkende kracht van herzieningen, die ontstaan
naar aanleiding van een ernstige tekortkoming of ernstige vertraging aan de kant van
het CAK, te verkorten naar twaalf maanden. Daarnaast ga ik meer ruimte voor het CAK
creëren om in zeer specifieke gevallen maatwerk te leveren. In de genoemde casus resulteert
dit erin dat de factuur die met terugwerkende kracht over 24 maanden was opgelegd,
wordt kwijtgescholden.
Deze twee maatregelen vereisen een algemene maatregel van bestuur. Het kost enige
tijd voordat die in werking treden. Daarom stuur ik het CAK een brief met het verzoek
alvast zodanig te handelen vooruitlopend op toekomstige regelgeving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.