Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat de AOb past voor landelijk overleg over lerarentekort
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de AOb past voor landelijk overleg over lerarentekort (ingezonden 14 november 2018).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 7 december 2018).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat de Algemene Onderwijsbond (AOb) naar aanleiding van de Handreiking
Lerarentekort primair onderwijs heeft besloten niet aan te zullen sluiten bij het
landelijk overleg over het lerarentekort van donderdag 15 november 2018 en niet aanwezig
te zullen zijn bij de bijeenkomst op 11 december 2018, waar u het begin wilt markeren
van de regionale aanpak lerarentekort?1 2
Antwoord 1
Ik betreur het vertrek van de AOb uit het landelijke overleg lerarentekort. Daarmee
ontneemt de AOb zich de mogelijkheid om met andere organisaties en met mij, als Minister,
op landelijk niveau betrokken te zijn bij dit voor het onderwijs zo belangrijke onderwerp.
Het weerhoudt mij er echter niet van om met de andere organisaties verder te werken
aan oplossingen, knelpunten te bespreken en deze, waar mogelijk het hoofd te bieden.
Op 11 december wordt een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd om partijen in de
regio’s te informeren over de subsidieregeling voor de regionale aanpak. Deze bijeenkomst
is dan ook niet bedoeld voor bestuurders van de organisaties van het landelijke overleg.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de brief die de voorzitter van de AOb naar u heeft verstuurd?
Antwoord 2
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Hoe gaat het lerarentekort opgelost worden met deze praatgroep als er al twee vakbonden
zijn weggelopen, namelijk afgelopen zomer eerst PO in Actie en nu dus ook de AOb?
Is er volgens u nog voldoende draagvlak onder leraren om door te gaan op de door u
ingeslagen weg?
Antwoord 3
Ik neem afstand van de term praatgroep. Het lerarentekort is een ingewikkeld en urgent
vraagstuk, dat vraagt om bundeling van krachten en de bereidheid van partijen om over
tegenstellingen heen te stappen en gezamenlijk actie te ondernemen. Het verheugt mij
dan ook dat we met veel partijen in het landelijk overleg constructief samenwerken
aan de aanpak van de tekorten.3 Vanzelfsprekend ga ik daarmee door.
PO in actie en de AOb zijn van mening dat een hoger salaris de enige oplossing is
voor het lerarentekort. Naar mijn mening is er niet één oplossing voor het lerarentekort,
maar vraagt het een pakket van maatregelen om op korte en lange termijn te zorgen
voor voldoende en goede leraren voor alle sectoren.
Vraag 4
Wat gaat en kan dit landelijk overleg nog doen als een groot deel van de vertegenwoordigers
van leraren niet aan tafel zit? In hoeverre is er dan sprake van een volwaardig overleg
over het oplossen van het lerarentekort? Hoe gaat u dit oplossen?
Antwoord 4
Het doel van de landelijke tafel is om een bijdrage leveren aan het oplossen van het
lerarentekort door partijen in de regio te stimuleren en ondersteunen om gezamenlijk
aan de slag te gaan. Op landelijk niveau wordt verbinding gelegd tussen de oplossingen,
knelpunten en resultaten in de regio, worden succesvolle aanpakken uitgewisseld en
worden belemmeringen waar regio’s tegenaan lopen waar mogelijk opgelost.
Zoals in het antwoord op de vorige vraagt staat, ga ik daarmee door. Bij voorkeur
met zoveel mogelijk partijen.
Vraag 5
Snapt u de ergernis die wordt geuit vanuit het onderwijs na het publiceren van de
Handreiking Lerarentekort primair onderwijs? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Het lerarentekort is een groot probleem. Bij veel scholen is de rek er uit. Schoolleiders
en besturen zijn dagelijks op zoek naar oplossingen. De inspectie ontving de afgelopen
maanden veel vragen over welke oplossingen toegestaan zijn. In antwoord op de vraag
om helderheid vanuit scholen en besturen, en om handvatten te bieden, hebben het ministerie
en de Inspectie van het onderwijs samen de handreiking opgesteld.
Zoals ook in de inleiding van de handreiking op pagina 2 staat, is de handreiking
niet dé oplossing voor het lerarentekort. Het is voor schoolleiders en besturen een
hulpmiddel bij het maken van keuzes als de nood hoog is en er tijdelijke maatregelen
moeten worden genomen.
Er staan voorbeelden in de handreiking die nu al veel worden gebruikt en er staat
in hoe de inspectie omgaat met de inzet van noodmaatregelen. Bij scholen waar de tekorten
al langer voelbaar zijn, kan ik mij voorstellen dat zij niet of nauwelijks nieuwe
voorbeelden in de handreiking vinden. Er staat echter nog eens helder op een rij wat
de wettelijke bevoegdheden zijn van de verschillende onderwijsprofessionals. Ook weten
zij nu hoe de inspectie omgaat met de inzet van noodmaatregelen.
Vraag 6
Deelt u de analyse dat het lerarentekort zonder geld niet wordt opgelost? Bent u bereid
structureel extra geld te investeren in de salarissen van leraren in het basisonderwijs,
zodat het beroep weer aantrekkelijker wordt?
Antwoord 6
Dit kabinet investeert in structurele maatregelen die bijdragen aan de aanpak van
het lerarentekort via onder meer extra geld voor de verlaging van de werkdruk, de
verhoging van de salarissen in het primair onderwijs en de halvering van het collegegeld
in de eerste twee jaar van de lerarenopleidingen.
Extra geld alleen is echter naar mijn mening niet voldoende. Er is een plan van aanpak
langs zes lijnen uitgewerkt, juist omdat het tekort niet met enkele maatregel is op
te lossen. Bovendien functioneert de onderwijsarbeidsmarkt in hoge mate regionaal.
Daar zijn de partijen actief die verantwoordelijk zijn voor het aanstellen en opleiden
van leraren. Ik zet daarom in op een regionale aanpak van het lerarentekort. Met de
subsidieregeling voor de regionale aanpak wordt de samenwerking in de regio ondersteund.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.