Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over de afhandeling van de aardgascondensaatlekkage in Farmsum
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de afhandeling van de aardgascondensaatlekkage in Farnsum (ingezonden 26 oktober 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 5 december
2018).
Vraag 1
Klopt het dat de dijkgraaf van Waterschap Hunze en Aa’s, mede namens de wethouder
van gemeente Delfzijl, u een brief heeft gestuurd over de afhandeling van de lekkage
van aardgascondensaat in Farnsum?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de dijkgraaf in deze brief zijn ontevredenheid uit over de medewerking
van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en dat volgens hem de NAM de eerste
dagen elke betrokkenheid heeft ontkend?
Antwoord 2
De dijkgraaf heeft in zijn brief aangegeven dat de NAM zich in de dagen direct na
het ontdekken van de lekkage niet constructief heeft opgesteld en dat de NAM in die
periode ook enige betrokkenheid met de lekkage heeft ontkend.
Vraag 3
Klopt het dat de dijkgraaf zich niet herkent in het door uw geschetste beeld aan de
Kamer over de NAM? Wat is uw reactie op deze brief?
Antwoord 3
De dijkgraaf geeft in zijn brief aan dat in mijn brief1 van 11 oktober 2018 aan de Tweede Kamer de indruk wordt gewekt dat er door de partijen
schouder aan schouder werd gewerkt. Ik heb begrip voor de mening van de dijkgraaf
en ik kan mij goed voorstellen dat hij, geconfronteerd met een onbekende verontreiniging
in het kanaal, zich enorm heeft gestoord aan de door hem in zijn brief verwoorde niet
constructieve opstelling van NAM.
In mijn brief van 11 oktober 2018 aan de Tweede Kamer heb ik beoogd op een objectieve
wijze aan te geven dat verschillende partijen onderzoek hebben gedaan. Ik ben niet
nader ingegaan op de wijze waarop en in welk verband de onderzoeken zijn uitgevoerd.
Ik wil mij niet mengen in de onderzoeken van SodM en het Openbaar Ministerie. Het
beeld dat de dijkgraaf heeft gegeven over de houding van de NAM kan door SodM en het
Openbaar Ministerie worden meegenomen in het lopende onderzoek.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de NAM zich pro-actiever had moeten opstellen in de eerste dagen
na de vondst van de lekkage en beter had moeten meewerken met het onderzoek? Zo ja,
heeft u de NAM hierop aangesproken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja, uitgaande van de informatie waarover ik nu beschik, vind ik dat de NAM zich pro-actiever
had kunnen opstellen. SodM is gemandateerd om toezicht te houden en ook handhavend
op te treden. Het tankenpark is naar aanleiding van deze lekkage door SodM onder verscherpt
toezicht gesteld.
Vraag 5
Klopt het dat de NAM tot dinsdagmiddag 9 oktober 2018 om 13.30 uur elke verantwoordelijkheid
voor de lekkage heeft ontkend, totdat er een e-mail aan de wethouder is gestuurd waarin
de NAM schrijft dat de lekkage hoogstwaarschijnlijk aardgascondensaat was? Zo nee,
hoe en wanneer heeft de NAM dit eerder gecommuniceerd?
Antwoord 5
Nee, dat klopt niet. Op 5 oktober 2018 heeft de NAM monsters genomen uit afvoerputten
op het eigen terrein. Deze monsters waren schoon ten aanzien van geur en kleur. De
NAM heeft toen aangegeven dat zij niet verantwoordelijk was voor de verontreiniging
in het kanaal. NAM heeft SodM op 6 oktober 2018 om 21.48 uur geïnformeerd dat zij
gestart zijn met een onderzoek naar een lekkage van aardgascondensaat. Op 7 oktober
2018 zijn ten behoeve van analyses door NAM en Waterschap monsters genomen uit de
laatste rioolput nabij het kanaal. Op 8 oktober 2018 heeft de NAM aan SodM gerapporteerd
dat de analyse van de monsters van 7 oktober 2018 aardgascondensaat hebben aangetoond.
Vraag 6
Klopt het dat de NAM geen contact heeft gezocht met het Staatstoezicht op de Mijnen
(SodM) om toestemming te vragen voor meer opslagcapaciteit van regenwater en dat de
SodM proactief die toestemming heeft verleend nadat zij hoorden dat dit een probleem
was? Zo ja, wat is uw appreciatie van dit gebrek aan handelen door de NAM en heeft
u hierover de NAM al aangesproken?
Antwoord 6
Dit klopt niet met de informatie die bij mij bekend is. De NAM heeft op 12 oktober
2018 SodM verzocht om meer regenwater te mogen opslaan in verband met de verwachte
regenval en het niet beschikbaar zijn van het riool. Op dat moment waren de volgende
afspraken al gemaakt:
– NAM had toestemming voor het tijdelijk plaatsen van drie opslagtanks op de locatie
Farmsum (240 m3), naast het tankenpark, voor tijdelijke opslag van hemelwater.
– NAM had toestemming, om het met aardgascondensaat verontreinigd water dat vrijkomt
bij de reiniging van het riool te behandelen en te verwerken via de normale routing
op het tankenpark voor het verwerken van belucht en verontreinigd water.
Vervolgens heeft de NAM ook tijdelijk toestemming gekregen om hemelwater te behandelen
en verwerken via de routing voor het verwerken van belucht en verontreinigd water
indien de opslagcapaciteit op de locatie Farmsum niet voldoende zou zijn.
Deze maatregelen en de tijdelijke toestemming hadden tot doel om ervoor te zorgen
dat er voldoende opvangcapaciteit voor het hemelwater op het tankenpark aanwezig was
omdat er geen lozing kon en mocht plaatsvinden vanuit het verontreinigde riool op
het oppervlaktewater. Door SodM is op dit punt geen gebrek aan handelen aan de zijde
van de NAM waargenomen. De afstemming heeft in goed overleg plaatsgevonden.
Vraag 7
Is bekend hoeveel aardgascondensaat er is gelekt en hoe lang het aardgascondensaat
al aan het lekken was? Wordt de mogelijkheid onderzocht dat dit al sinds augustus
het geval zou kunnen zijn?
Antwoord 7
De voorlopige resultaten van het onderzoek laten zien dat de lekkage ongeveer 2 uur
heeft geduurd en dat circa 29 m3 aardgascondensaat via het riool in het kanaal is weggelekt.
In de bijgevoegde beantwoording op de Kamervragen van het lid Beckerman (ingezonden
15 oktober 2018 met kenmerk 2018Z18415) heb ik aangegeven dat in een periode van drie jaar negen ongewone voorvallen zijn
gemeld aan SodM. Het incident van 2 augustus 2018 heeft geen relatie met de lekkage
die plaatsvond in de nacht van 2 op 3 oktober 2018.
Vraag 8
Heeft de NAM proactief en zorgvuldig alle omwonenden geïnformeerd over de oorzaak
van de lekkage, de gevolgen van de lekkage en de oplossing die de NAM gaat bieden
voor de lekkage? Zo nee, gaat u de NAM hiertoe aanzetten?
Antwoord 8
De oorzaak van het incident is onderwerp van onderzoek. SodM heeft de NAM direct na
het incident gesommeerd om de betrokkenen te informeren. De NAM heeft op 11 oktober
2018 een brief gestuurd aan bewoners en bedrijven en heeft met de directe omwonenden
van het afwateringskanaal die daar interesse in hadden een gesprek gevoerd. De NAM
heeft in haar brief aangegeven verantwoordelijk te zijn voor de verontreiniging van
het oppervlaktewater, voor een oplossing voor de oorzaken van dit incident en het
herstel van eventuele schade.
Vraag 9
Bent u bereid te eisen van de NAM om meer transparantie rondom dit incident te geven
en te eisen dat in het vervolg, mochten dergelijke incidenten weer voorkomen, pro-actiever
en transparanter te handelen, waarbij zo goed mogelijk wordt samengewerkt met alle
instanties en zoveel en zo snel mogelijk alle informatie wordt verstrekt aan alle
betrokkenen?
Antwoord 9
De NAM heeft aangegeven dat ze de resultaten van haar onderzoek met omwonenden, gemeente
en waterschap zal delen. Het verscherpt toezicht ziet ook toe op de houding en de
pro-activiteit van het tankenpark in de communicatie en samenwerking met de omgeving.
Indien ik signalen ontvang dat dit in onvoldoende mate gebeurt zal ik de NAM hierop
aanspreken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.