Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het lekken van gif door de NAM in Farmsum
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het lekken van gif door de NAM in Farmsum (ingezonden 15 oktober 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 5 december
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 549.
Vraag 1
Wat vindt u van het feit dat er gedurende vele dagen vele omwonenden blootgesteld
zijn aan het giftige aardgascondensaat?1 Waarom heeft het zo lang geduurd voordat duidelijk was dat het om dit giftige product
ging?
Antwoord 1
De mate waarin omwonenden zijn blootgesteld aan dampen afkomstig van het gelekte aardgascondensaat
lijkt beperkt te zijn geweest. De brandweer heeft op zondag 7 oktober 2018 op enkele
locaties benzeen metingen verricht. De metingen in de openbare ruimte varieerden van
0,3 ppm tot 20 ppm. Het RIVM adviseert actief te communiceren bij een waarde van 30,7
ppm. Dit is de waarde waarbij de luchtconcentratie met grote waarschijnlijkheid door
de blootgestelde bevolking als hinderlijk wordt waargenomen, of waarboven lichte gezondheidseffecten
mogelijk zijn.
Het incident zelf en het feit dat de oorzaak van de lekkage pas na enkele dagen is
ontdekt, zijn ongewenst. SodM heeft het tankenpark onder verscherpt toezicht gesteld.
NAM heeft maatregelen opgelegd gekregen over haar werkwijze, systemen en procedures
waarmee lekkages moeten worden voorkomen. SodM ziet erop toe dat de maatregelen geïmplementeerd
worden. Op die manier wordt de kans op een vergelijkbaar incident geminimaliseerd.
In de periode 5 tot 8 oktober 2018 heeft de NAM op het eigen terrein en daarbuiten
verschillende monsters genomen en analyses uitgevoerd. De door de NAM op 5 oktober
2018 genomen watermonsters uit het riool op het tankenpark hebben geen aardgascondensaat
aangetoond. Op 7 oktober 2018 heeft de NAM monsters genomen uit een rioolput nabij
het Duurswold kanaal. Op maandag 8 oktober 2018 heeft de NAM aan SodM gerapporteerd
dat in deze monsters aardgascondensaat is aangetoond.
Vraag 2
Wanneer heeft er voor het laatst inspectie door het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)
op het NAM-tankenpark plaatsgevonden? Wat was op die datum het oordeel van het SodM?
Hoe waren de veiligheidsmaatregelen van de NAM toen? Hoe werden die uitgevoerd? Hoe
zijn de veiligheidsmaatregelen nu? Zijn die aangepast?
Antwoord 2
De laatste inspectie van SodM op het tankenpark heeft plaatsgevonden op 3 augustus
2018. Het betrof een gezamenlijke inspectie met de Veiligheidsregio Groningen (Brandweer).
Tijdens de inspectie is onder andere aandacht besteed aan het functioneren van veiligheidsapparatuur
zoals noodgeneratoren, brandblusdiesels, noodstop en het blussysteem. Hierbij is geconstateerd
dat deze afdoende periodiek getest en onderhouden worden. Tijdens deze inspectie zijn
geen overtredingen geconstateerd.
Vraag 3
Waarom is het tankenpark geen BRZO-bedrijf (bedrijven vallend onder het Besluit risico's
zware ongevallen)zodat er BRZO-inspecties door de provincie plaats kunnen vinden?
Antwoord 3
Het Besluit Risico Zware Ongevallen 2015 (BRZO) komt voort uit de Europese Richtlijn
2012/18/EU, ook wel bekend als de Seveso III Richtlijn. Binnen de Europese Unie is
besloten om deze Richtlijn niet van toepassing te laten zijn op mijnbouwwerken met
uitzondering van mijnbouwwerken waar ondergronds gas wordt opgeslagen. Dit is de reden
dat onder andere de locaties Norg UGS en Grijpskerk UGS wel onder het regime van het
BRZO vallen, maar het tankenpark niet.
Voor mijnbouwwerken zoals het tankenpark gelden met het BRZO vergelijkbare eisen.
In het kader van het BRZO dient een veiligheidsrapport opgesteld te worden, waarin
de risico’s en de beheersmaatregelen beschreven dienen te worden. Het veiligheidsrapport
moet iedere vijf jaar door de onderneming geactualiseerd worden en bij het bevoegd
gezag worden ingediend. In plaats van een veiligheidsrapport moet voor mijnbouwwerken
een Rapport inzake grote gevaren (RiGG) opgesteld worden. In dit document zijn eveneens
de interne en externe risico’s van de installatie en de beheersmaatregelen hiervoor
beschreven. Het RiGG moet ook iedere 5 jaar geactualiseerd en ingediend worden. Op
het tankenpark vinden ook gezamenlijke inspecties met de brandweer plaats. Deze worden
onder andere uitgevoerd door gecertificeerde BRZO-inspecteurs van SodM. De locatie
is op 22 januari 2016 en op 3 augustus 2018 samen met de Veiligheidsregio Groningen
(Brandweer) geïnspecteerd.
Vraag 4
Gaat u de NAM, die al vele verwoestingen in de provincie op haar naam heeft staan,
onder verscherpt toezicht plaatsen? Kunt u uw antwoord toelichten? Bent u bereid uw
verantwoordelijkheid te nemen en de NAM zwaar te beboeten of (tijdelijk) te sluiten?
Antwoord 4
Het tankenpark staat momenteel onder verscherpt toezicht. SodM heeft de NAM een aantal
maatregelen opgelegd. De toezichthouder heeft ook geverifieerd dat deze maatregelen
zijn uitgevoerd. Op dit moment is er daarom geen aanleiding om het tankenpark (tijdelijk)
te sluiten. Het verscherpte toezicht blijft in ieder geval van kracht gedurende het
onderzoek van SodM. Het strafrechtelijk onderzoek wordt geleid door het Openbaar Ministerie.
Daarover kan ik geen mededelingen doen.
Vraag 5
Waarom heeft een rioolput op een terrein waar met dergelijke giftige stoffen wordt
gewerkt een open verbinding met het oppervlaktewater?
Antwoord 5
De calamiteitenbak van het tankenpark had een aansluiting op het bovengenoemde riool
om tijdens uitzonderlijke scenario’s vloeistoffen af te voeren. Het gaat dan met name
over het afvoeren van bluswater tijdens een brand. De calamiteitenbak moet al het
bluswater dat verwacht wordt bij het blussen van een brand op kunnen vangen. Indien
de hoeveelheid bluswater groter is dan verwacht en ook niet snel genoeg met opgeroepen
vrachtwagens kan worden afgevoerd, was het ontwerp om het teveel aan bluswater in
het riool te laten lopen. Daarmee zou dan het overlopen van de calamiteitenbak op
de locatie worden voorkomen. Uit de bovengenoemde onderzoeken zal blijken of en welke
maatregelen aanvullend genomen moeten worden om een dergelijk incident in de toekomst
te voorkomen.
Vraag 6
Bevat het aardgascondensaatlekkage kwik, benzeen, tolueen, ethyleen en xyleen? Zijn
deze stoffen achtergebleven in het rioolstelsel van Farmsum? Zo ja, hoeveel van deze
stoffen zijn
achtergebleven? Welke gevolgen heeft dit voor de volksgezondheid?
Antwoord 6
Aardgascondensaat is een mengsel van verschillende stoffen. Deze stoffen condenseren
uit het gewonnen aardgas als gevolg van de druk- en temperatuurverlaging bij de gasbehandeling.
Het aardgascondensaat bevat met name koolwaterstoffen, zoals pentaan, hexaan, cyclohexaan,
benzeen, heptaan, tolueen, octaan, ethylbenzeen, xyleen en ook langere koolwaterstoffen.
Het bevat ook een klein gehalte kwik. Aardgascondensaat is een waardevol product.
Het wordt in een raffinaderij verder verwerkt tot grondstof of brandstof.
Van de 30 m3 gelekte vloeistof is 1 m3 in het rioolstelsel achtergebleven en 29 m3 in het oppervlaktewater terechtgekomen. Het deel dat in het riool is achtergebleven
is weggepompt en verwerkt. Het riool is daarna gereinigd en na toestemming van het
Waterschap en de gemeente Delfzijl op 31 oktober 2018 weer in gebruik genomen. Op
plaatsen waar het rioolstelsel in slechte staat is, wordt onderzocht of de bodem daar
plaatselijk verontreinigd is met aardgascondensaat.
Het deel van het aardgascondensaat dat in het oppervlaktewater terecht is gekomen
is zoveel mogelijk opgeruimd. In de beantwoording van vraag 1 ben ik ingegaan op de
gevolgen voor de volksgezondheid.
Vraag 7
Zijn de aanwezige hulpdiensten die het gif hebben verwijderd en de betrokken inspecteurs
blootgesteld aan kwik, benzeen, tolueen, ethyleen en/of xyleen of zijn zij onderzocht
op blootstelling aan deze stoffen?
Antwoord 7
De brandweer heeft op verzoek van het waterschap de verontreiniging ingedamd met een
drijvende barrière (zogeheten oilbooms). Ook zijn er op verzoek van de gemeente Delfzijl
door de brandweer metingen verricht. Het is niet uit te sluiten dat enkele brandweerlieden
zijn blootgesteld aan giftige stoffen maar uitgaande van de metingen is het een blootstelling
geweest met beperkte doses en beperkte duur. Er hebben zich geen brandweermensen bij
de bedrijfsarts gemeld met klachten. Volgens de brandweer is er geen aanleiding geweest
om haar eigen mensen te onderzoeken naar aanleiding van deze blootstelling. Werknemers
van het Waterschap, gemeente Delfzijl en de Omgevingsdienst Groningen hebben melding
gemaakt van lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid en last van de ogen.
De gemeente Delfzijl heeft besloten om haar medewerkers een preventief bloedonderzoek
aan te bieden.
Vraag 8
Hoeveel incidenten zijn er de afgelopen vier jaar gemeld op het NAM-tankenpark of
bij het transport van stoffen afkomstig van dit park? Op welke data vonden deze incidenten
plaats?
Antwoord 8
Er zijn in de afgelopen vier jaar negen ongewone voorvallen (inclusief de lekkage
van 2 oktober 2018) gemeld aan SodM, zie de onderstaande tabel.
Melding
Datum melding SodM
Datum voorval
1
Vallend object
4 juni 2014
3 juni 2015
2
Stroomstoring
24 juli 2015
24 juli 2015
3
(oude) dieselverontreiniging waargenomen
24 oktober 2016
31 maart 2016
4
Lekkage bluswatersysteem
16 augustus 2016
16 augustus 2016
5
Aantreffen asbest pakkingen
30 september 20161
22 september 2016
6
Onverwacht afgaan brandalarm (geen brand)
20 november 2016
20 november 2016
7
Lekkage op verladingsboot van derden
9 augustus 2017
9 augustus 2017
8
Gasemissie naar atmosfeer
9 augustus 20181
2 augustus 2018
9
Lekkage via riool naar oppervlaktewater
6 oktober 2018
2 oktober 2018
X Noot
1
Melding aan SodM d.m.v. weekmelding
Vraag 9
Hoe ziet de bemensing op het tankenpark er 24 uur per week uit? Zijn er momenten dat
er niemand aanwezig is bij bijvoorbeeld de lekbakken met condensaat?
Antwoord 9
Het proces op het tankenpark wordt 24 uur per dag bestuurd en bewaakt vanuit de controlekamer
van de NAM in Hoogezand. Voor het incident van 2 oktober 2018 werd het tankenpark
van maandag tot vrijdag van 07:45 tot 16:15 uur bemenst.
De lekkage van 2 oktober 2018 is voor SodM de aanleiding geweest om extra veiligheidsvoorzieningen
te eisen. Een van deze voorzieningen is de continue (24 uur per dag en zeven dagen
per week) bemensing van het tankenpark. Na afronding van het bestuursrechtelijk onderzoek
zal besloten worden of deze maatregel permanent van toepassing wordt.
Vraag 10
Heeft de NAM een noodscenario wanneer blijkt dat het tankenpark langdurig stilgelegd
moet worden en de gaswinning dus moet stoppen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 10
De NAM heeft een noodplan indien door onvoorziene omstandigheden het tankenpark niet
beschikbaar is. De scenario’s in dit plan betreffen onder andere het niet beschikbaar
zijn van de controlekamer, de jetty en de losstraten. In de beschreven scenario’s
hoeft de gaswinning niet gestopt te worden.
Vraag 11
Houdt de lekkage verband met het recent aanleggen van een nieuwe aardgascondensaatleiding
of de aanwezigheid van oude niet meer in gebruik zijnde leidingen onder het terrein?
Antwoord 11
Nee, de lekkage is niet afkomstig uit oude leidingen. De nieuwe aardgascondensaatleiding
speelt ook geen rol in dit incident. Deze nieuwe leiding is nog niet op het systeem
aangesloten.
Vraag 12
Hoe groot was de condensaatstroom de afgelopen jaren? Hoeveel condensaat verwacht
de NAM nog in het tankenpark te verwerken tot de gaswinning is beëindigd?
Antwoord 12
Het aardgascondensaat dat wordt verwerkt en opgeslagen in het tankenpark is afkomstig
van het Groningen gasveld, de zogenoemde kleine gasvelden en de ondergrondse gasopslagen.
In de periode begin 2011 tot oktober 2018 betrof de aardgascondensaatstroom circa
838.823 m3. De NAM heeft aangegeven dat men tot aan het einde van de door de NAM bedreven gaswinning
op land (Groningen gasveld en de overige gasvelden) verwacht nog circa 703.509 m3 aardgascondensaat te verwerken.
Vraag 13
Hoe gaat u de gezondheid van omwonenden in de gaten houden? Wat gaat u voor deze mensen
betekenen?
Antwoord 13
De toezichthouder ziet namens mij toe op de veiligheid van mens en milieu. Aardgascondensaat
is een gevaarlijke stof en lekkages daarvan zijn niet toegestaan. Bedrijven die met
gevaarlijke stoffen werken, moeten de veiligheid waarborgen, zowel voor hun werknemers
als voor de omgeving.
SodM heeft het tankenpark onder verscherpt toezicht gesteld. De NAM heeft maatregelen
opgelegd gekregen over haar werkwijze, systemen en procedures waarmee lekkages moeten
worden voorkomen. SodM ziet erop toe dat de maatregelen geïmplementeerd worden. Op
die manier wordt de kans op een vergelijkbaar incident geminimaliseerd.
De toezichthouder spreekt de NAM ook aan op de samenwerking met de veiligheidsregio,
waterschap en het lokale gezag. In het geval van een incident is adequaat handelen,
het tijdig informeren en samenwerken met de veiligheidsregio, het waterschap en het
lokale gezag van belang om de gezondheid van omwonenden en medewerkers te beschermen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.