Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over doorvoer van militaire goederen via Schiphol en andere Nederlandse havens
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, van Financiën en van Justitie en Veiligheid over doorvoer van militaire goederen via Schiphol en anderen Nederlandse havens (ingezonden 1 oktober 2018).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) mede
namens de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris
van Financiën (ontvangen 10 december 2018).
Vraag 1 en 2
Klopt het dat de afgelopen anderhalf jaar vijf luchtvaartbedrijven op Schiphol zijn
beboet voor het illegaal uit- en vervoeren van strategische goederen: van drones tot
straaljageronderdelen? Zo ja, kunt een overzicht geven van deze gevallen? Zo nee,
hoe zijn dan de feiten? Kunt u een overzicht geven van de veroordelingen sinds 2013
die tegen vervoerbedrijven zijn uitgesproken?1
Kunt u een overzicht geven per jaar van het aantal onderzoeken sinds 2013 dat voor
de rechter is gebracht over doorvoer van strategische goederen (militaire en dual-use
goederen) door het openbaar ministerie (OM)?
Antwoord 1 en 2
Sinds 2013 heeft de rechtbank in een aantal strafzaken veroordelingen uitgesproken
wegens het (medeplegen van) doorvoeren van militaire goederen zonder de vereiste doorvoervergunning
en in dat kader heeft de rechtbank boetes opgelegd. Een drietal uitspraken is door
de rechtbank gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.2 Het is niet mogelijk een overzicht te geven van veroordelingen per branche (zoals
die van vervoersbedrijven) dan wel een overzicht van het aantal onderzoeken per jaar,
omdat het illegaal doorvoeren van militaire goederen niet als zodanig wordt geregistreerd
in de systemen van het OM.
Vraag 3
Hebt u cijfers, van de Douane of andere opsporingsdiensten, van het aantal militaire
of dual-use goederen dat wel degelijk is doorgevoerd in Schiphol of andere (lucht-
of zee) havens zonder de daarvoor benodigde vergunningen? Kunt u deze aan de Kamer
sturen?
Antwoord 3
Vanaf 1 januari 2014 tot heden is ten aanzien van twee zendingen militaire goederen
bekend dat zij via een Nederlandse lucht- dan wel zeehaven zijn doorgevoerd, zonder
dat de daarvoor benodigde vergunning aanwezig was. Het betrof hier in beide gevallen
zendingen naar Saoedi-Arabië. Deze zendingen zijn naar aanleiding van een fysieke
controle niet vrijgegeven voor doorvoer omdat de benodigde vergunning ontbrak. Daarna
zijn deze zendingen toch zonder toestemming van de Douane weggevoerd voor de exporteurs.
Tegen beide exporteurs is de Douane daarna opgetreden (voor een van deze twee zaken,
zie vraag3.
De Douane houdt toezicht op het (EU) grensoverschrijdende goederenverkeer. Met haar
toezichthoudende en controlerende taak handhaaft ze de voor dit verkeer geldende wet-
en regelgeving, waaronder die voor strategische goederen (militaire of dual-use goederen).
De Douane handhaaft risicogericht. Dat wil zeggen dat niet iedere zending fysiek wordt
gecontroleerd, maar alleen die zendingen die op basis van risicoanalyse voor een dergelijke
controle zijn geselecteerd. Bij een controle op strategische goederen kan de Douane
constateren dat het verboden is om de goederen in- uit of door te voeren of dat er
een vergunning ontbreekt of een verplichte melding niet heeft plaatsgevonden. In dat
geval worden de goederen niet vrijgegeven door de Douane.
«Niet vrijgeven» betekent dat de goederen niet mogen worden weggevoerd, in afwachting
van de resultaten van een onderzoek. Dit wil niet zeggen dat de Douane de goederen
onder haar beheer neemt; het betekent dat het verantwoordelijk bedrijf geen toestemming
krijgt tot wegvoering van de goederen. Het verantwoordelijk bedrijf is verplicht ervoor
zorg te dragen dat de goederen niet worden weggevoerd zo lang de Douane hier geen
toestemming heeft gegeven.
Wanneer er ernstige vermoedens of aanwijzingen zijn dat de goederen mogelijk worden
onttrokken aan de stopzetting bestaat de mogelijkheid voor een strafrechtelijk beslag
op de goederen. In dit geval wordt gezorgd dat de goederen aan de macht van de exporteur/aangever
worden onttrokken. Dit is een maatregel die slechts zelden wordt genomen.
Vraag 4
Klopt het dat het OM heeft gekozen voor een hardere aanpak? Wanneer is dat beleid
ingezet, wat was de directe aanleiding? Wat zijn de gevolgen van deze aanpak? Welk
doel hebt u hiermee gesteld?
Antwoord 4
Het is niet zo dat het OM recentelijk heeft gekozen voor een hardere aanpak. De huidige
aanpak is staand beleid sinds 2013. In 2017 zijn de afspraken nog eens bevestigd.
Handhaving van de wetgeving op het gebied van strategische goederen en sancties bestaat
enerzijds uit toezicht door de Douane en anderzijds uit strafrechtelijk optreden.
Bij toezicht door de Douane staat het bevorderen van de naleving in beginsel voorop.
In een aantal gevallen kan de Douane bij geconstateerde onregelmatigheden volstaan
met een schriftelijke waarschuwing namens het OM, bijvoorbeeld in het geval dat er
geen vergunning is aangevraagd, maar wel zou zijn verleend als een aanvraag zou zijn
gedaan. Als sprake is van recidive of opzettelijke overtredingen, wordt het OM betrokken
en volgt in principe een strafrechtelijk onderzoek.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat op 16 juli 2017 militaire goederen, namelijk onderdelen van
het Dagaie-raketafweersysteem, naar Saoedi-Arabië zijn doorgevoerd? Zo ja, hebt u
daarover nog stappen genomen? Zo ja, welke? Hoeveel zendingen aan Saoedi-Arabië zijn
onderschept sinds 2013?
Antwoord 5
Ja dit klopt, dit betrof één van de in vraag 3 bedoelde zendingen. Voor wat betreft
de stappen die vervolgens zijn genomen: na de vaststelling dat deze goederen toch
waren verzonden heeft de betrokken onderneming (in overleg met de Douane) stappen
ondernomen om de goederen vanuit Saoedi-Arabië terug te halen naar Nederland. Vervolgens
zijn deze goederen met een Nederlandse uitvoervergunning geretourneerd naar de exporteur
in Frankrijk. Voor nadere informatie verwijs ik naar de gepubliceerde uitspraak in
de betreffende zaak.4.
Vanaf 1 januari 2014 tot heden zijn negentien zendingen van militaire goederen naar
Saoedi-Arabië in Nederland door de Douane gestopt. In onderstaand overzicht is het
totaal aantal van deze stopzettingen van doorvoerzendingen militaire goederen naar
Saoedi-Arabië weergegeven met daarbij de wijze van afhandeling.
Jaar
Aantal stopzettingen doorvoer
Alsnog vergunning
Niet-vergunning-plichtig
Retour afzender
Wegvoering zonder toestemming
2014
1
0
0
0
1
2015
2
2
0
0
0
2016
6
0
0
6
0
2017
4
0
0
3
1
2018
6
0
3
3
0
In twee gevallen was het mogelijk alsnog een vergunning aan te vragen. In drie gevallen
bleek het niet om militaire goederen te gaan en was er dus achteraf gezien geen sprake
van een vergunningplicht. In de meeste gevallen is desbetreffende zending retour afzender
gegaan.
Uit het overzicht valt aan de stijging van het aantal stopzettingen af te leiden dat
met ingang van 9 juli 2016 het Nederlandse beleid ten aanzien van doorvoer van militaire
goederen van bondgenoten naar Saoedi-Arabië is aangepast. Tot dat moment konden zendingen
van militaire goederen van bondgenoten onder een algemene vergunning worden doorgevoerd.
Voor de eindbestemmingen Saoedi-Arabië, Jemen, Qatar en V.A.E. moet sindsdien een
individuele doorvoervergunning worden aangevraagd. Op deze wijze is het Ministerie
van Buitenlandse Zaken in staat om ook doorvoerzendingen van bondgenoten naar Saoedi-Arabië
zorgvuldig op individuele basis te toetsen en, wanneer strijdig met het strikte Nederlandse
exportcontrolebeleid ten aanzien het conflict in Jemen, de aanvraag voor een doorvoervergunning
af te wijzen.
Vraag 6
Beschikken het OM, de douane dan wel andere relevante diensten over voldoende capaciteit
om illegale doorvoer te voorkomen? Zo nee, wat hebt u nodig?
Antwoord 6
De Douane handhaaft de wet- en regelgeving inzake strategische goederen in opdracht
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en
de Douane maken jaarlijks afspraken over de handhaving. De Douane voert deze handhaving
samen met al haar andere taken uit met de aan haar toegekende middelen op de begroting
van het Ministerie van Financiën.
Het OM beschikt over voldoende capaciteit om in voorkomende gevallen verdachten te
vervolgen. Er is gerichte aandacht en prioriteit voor de problematiek.
Vraag 7
Wat zijn de formele afspraken die de douane heeft met overslagbedrijven?
Antwoord 7
Voor dit soort bedrijven gelden onverkort de formaliteiten van het Douane Wetboek
van de Unie (DWU). De hier bedoelde bedrijven, zoals luchtvaartmaatschappijen, vrachtafhandelaars
(luchtvracht), cargadoors en (container)terminals (zeevracht), zijn «direct of indirect
betrokken bij het vervullen van douaneformaliteiten of douanecontroles», als bedoeld
in artikel 15 DWU. Op grond van dit artikel zijn zij verplicht om, onder andere alle
nodige bijstand te verlenen voor het vervullen van die formaliteiten en controles.
Dit betekent dat als de Douane een zending wil controleren, desbetreffend bedrijf
verplicht is ervoor zorg te dragen dat deze controle verricht kan worden. En ook in
situaties, waarin de Douane geen toestemming geeft tot wegvoeren van de goederen,
is het desbetreffend bedrijf verplicht ervoor zorg te dragen dat de respectievelijke
zending niet weggevoerd wordt.
Vraag 8
Deelt u de vrees van een bevoegde officier van justitie dat het van kwaad tot erger
gaat, uitgedrukt als «straks zitten we hier over een half jaar weer omdat er chemicaliën
naar Syrië zijn uitgevoerd»? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen neemt u
om de taken die bedrijven hebben bij het opsporen van illegale doorvoer te verbeteren?
Kunt u dat toelichten?
Antwoord 8
Nee, deze vrees wordt niet gedeeld. In het artikel in de Groene Amsterdammer wordt
geciteerd uit een requisitoir van de desbetreffende officier van justitie. Deze officier
van justitie heeft in het requisitoir de rechtbank voorgehouden dat als vervoerders
de ladingen niet goed controleren, het risico bestaat dat situaties ontstaan die de
wetgever juist heeft willen voorkomen, zoals het hypothetische voorbeeld van uitvoer
van chemicaliën naar Syrië.
Om het bedrijfsleven op de hoogte te houden van de exportcontroleregelingen geven
het Ministerie van Buitenlandse zaken en de Douane in aanvulling op de officiële bekendmakingen,
regelmatig voorlichting aan bedrijven over hun maatschappelijke verantwoordelijkheid
om illegale export en doorvoer tegen te gaan. Deze voorlichting wordt onder meer gegeven
tijdens reguliere controle-onderzoeken, exportcontroleseminars die voor het bedrijfsleven
worden georganiseerd, tijdens symposia voor de defensie-industrie, via trainingen
voor bedrijven in samenwerking met Fenex-TLN (Nederlandse organisatie voor expeditie-
en logistiek) en door beantwoording van specifieke vragen van bedrijven of personen
over de van toepassing zijnde wetgeving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.