Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ziengs en Lodders over de Regeling ammoniak en veehouderij
Vragen van de leden Ziengs en Lodders (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de Regeling ammoniak en veehouderij (ingezonden 31 oktober 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 5 december
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 737.
Vraag 1
Bent u bekend met de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) die bedoeld is om emissies
en depositie van ammoniak te verminderen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat veehouders, stalbouwers, fabrikanten (van luchtwassers) en ondernemers
(uit andere sectoren) met innovatieve ideeën gebruik moeten kunnen maken van de Rav?
Zo ja, op welke manier enthousiasmeert u veehouders, stalbouwers, fabrikanten (van
luchtwassers) en ondernemers (uit andere sectoren) om te komen met innovatieve ideeën
die de ammoniakemissie kan reduceren?
Antwoord 2
Ja, ik deel de mening dat aanvragers met innovatieve ideeën gebruik moeten kunnen
maken van de Rav. De uitvoering van de Rav door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO.nl) en de advisering van de deskundigen van de Technische Advies Pool (TAP) zijn
primair gericht op de beoordeling van innovatieve technologieën. Daarnaast is RVO.nl
dit jaar begonnen met quick scans, waarbij RVO.nl met name voor nieuwe aanvragers
informatie verschaft over de beoordelingsprocedures, de regelgeving en subsidiemogelijkheden.
Het is daarbij mogelijk een projectidee of plan voor te leggen aan de deskundigen
van de TAP. De ondernemer krijgt dan advies over de verdere ontwikkeling hiervan en
de mogelijke uitwerking tot een aanvraag voor de beoordeling.
Vraag 3
Kunt u aan de hand van een voorbeeldcasus van een ondernemer (een ondernemer, innovatief,
niet werkzaam in de veehouderij heeft een briljant idee waarbij de ammoniakreductie
uit stallen fors gereduceerd kan worden) de procedure doorlopen welke stappen deze
ondernemer moet zetten, welke informatie deze ondernemer moet aanleveren, hoe lang
het duurt voordat een ondernemer duidelijkheid heeft, welke tijd hiermee gemoeid is
en alle andere relevante handelingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Een ondernemer met een idee voor een nieuw systeem, kan met de quick scan (zie antwoord
2) worden geïnformeerd over alle stappen van de beoordeling. Indien de ondernemer
zijn projectidee wil voorleggen aan de TAP dan krijgt hij binnen een maand advies
hierover. De aanvraagprocedures die daarna kunnen volgen, zijn weergegeven in een
schema op de website van RVO.nl1. Als een innovatief stalsysteem nog niet is opgenomen in de Rav kan een ondernemer
een aanvraag indienen voor het verkrijgen van een bijzondere emissiefactor voor een
proefstal. De ondernemer levert daarvoor de volgende informatie aan: een projectplan
met toelichting over de werking van de techniek; een tekening van de stal met overzicht
van de omgeving en een meetplan waarin wordt aangegeven hoe de metingen en rapportage
zullen worden uitgevoerd. De beoordelingsprocedure kent een looptijd van maximaal
20 weken, indien de gevraagde informatie correct en tijdig is aangeleverd.
Vraag 4
Kunt u aangeven of en op welke manier er samenwerking is met andere landen bij het
opnemen van goede concepten op de Rav-lijst die emissies en depositie verminderen?
Antwoord 4
Nederland werkt hiervoor samen met Denemarken, Duitsland en sinds kort ook Vlaanderen
binnen VERA (Verification of Environmental Technologies for Agricultural Production).
Hoofddoel van VERA is het bevorderen van een internationale markt voor agrarische
milieutechnologieën. Voor de beoordeling voor de Rav (ammoniak) levert VERA de eerste
resultaten op. VERA garandeert dat meetresultaten van systemen, die bijvoorbeeld in
Denemarken met behulp van het VERA-protocol zijn getest, ook in Nederland kunnen worden
gebruikt bij de beoordeling voor de Rav-lijst.
Vraag 5
Kunt u aangeven of er een versnelde procedure is voor ondernemers die test- en praktijkervaring
hebben in landen om ons heen? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat alle goede
ideeën met goede resultaten in de praktijk zo snel mogelijk ingezet moeten kunnen
worden om het doel van de Regeling – het verminderen van emissies en depositie – in
de praktijk toe te kunnen passen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De beoordeling van meetrapporten is de basis voor het vaststellen van definitieve
emissiefactoren. Er is geen versnelde beoordelingsprocedure voor aanvragers die in
onze buurlanden test- en praktijkervaring hebben opgedaan. Maar als aanvragers over
meetrapporten beschikken die voldoen aan de Nederlandse eisen voor metingen, dan kan
de beoordeling voor ammoniak relatief snel plaatsvinden. VERA faciliteert dit (zie
antwoord 4).
Vraag 6
Wat kunt u doen om de constatering, dat ondernemers ervaren dat de procedure tot opname
op de Rav-lijst bureaucratisch is, om te buigen naar een werkwijze die ondernemers
stimuleert om met goede ideeën te komen?
Antwoord 6
Zoals ik de Kamer eerder heb gemeld2 is de afgelopen jaren inzet gepleegd om te komen tot een transparanter, effectiever
en efficiënter stelsel van stalbeoordelingen. Voor elke type aanvraag zijn de beoordelingsprocedures
geoptimaliseerd, waarbij de doorlooptijden zijn verkort. In 2017 is een Werkgroep
stalbeoordeling opgericht waarin ook partijen uit het bedrijfsleven zijn vertegenwoordigd.
De werkgroep heeft aangegeven positief te zijn over de verbeteringen in het beoordelingsproject
en over de klankbordgroepen voor fabrikanten, die RVO.nl heeft ingesteld.
Maar ook mij bereiken nog steeds kritische geluiden over de stalbeoordeling, ondanks
deze verbeteringen. Ook in het kader van het innovatiespoor van de sanering en de
verduurzaming van de varkenshouderij3 is een actievere ondersteuning nodig van innovatieve ondernemers. Dat kan hen helpen
de benodigde informatie voor een beoordeling snel en volledig aan te leveren bij RVO.nl.
Ik zie hierbij, op basis van de positieve ervaringen in de fijnstof pilot van de Food
Valley, met name een rol weggelegd voor marktpartijen die aanvragers actief kunnen
ondersteunen en niet voor RVO.nl. Ik zal dit punt inbrengen in overleggen over het
innovatiespoor varkenshouderij.
Vraag 7
Klopt het dat de Rav-lijst uitgaat van alleen concepten en systemen? Zo ja, waarom
is hiervoor gekozen?
Antwoord 7
De bijlage bij de Rav geeft inderdaad huisvestingsystemen en nageschakelde technieken
met de bijbehorende emissiefactor weer. Maar de ammoniakwetgeving gaat niet uit van
technieken, maar is gericht op het voldoen aan maximale emissiewaarden. Hoewel daar
in de praktijk nog niet vaak gebruik van wordt gemaakt, is het inzetten van meerdere
kleine (deel)technieken hierbij mogelijk.
RVO.nl verkent op mijn verzoek op welke wijze de stalbeoordeling kan bijdragen aan
toelating van kleine innovaties op de Rav-lijst.
Vraag 8
Klopt het dat een willekeurig bedrijf, dat een nieuw concept of systeem op de markt
brengt, een omschrijving van het concept of systeem moet overleggen en deze omschrijving
op de Rav-lijst komt te staan? Wat vindt u van het risico dat een ondernemer loopt
dat zijn concept of systeem kan worden nagebouwd zonder de benodigde details? Wat
vindt u van het feit dat deze ondernemer soms jarenlang heeft geïnvesteerd in onderzoek
en ontwikkeling en met het plaatsen op de Rav-lijst iedere willekeurige bouwer van
de betreffende informatie gebruik kan maken en dit na kan bouwen? Op welke manier
wordt dit voorkomen? Kan een ondernemer een ontheffing of een andere manier van rapporteren
aanvragen? Zo nee, waarom niet? Bent u van mening dat door vroegtijdig de details
prijs te moeten geven een ondernemer terughoudend zal zijn om dit soort concepten
of systemen te ontwikkelen? Zo nee, waarop baseert u dit?
Antwoord 8
Het klopt dat van nieuwe technieken, waarvoor een definitieve emissiefactor wordt
vastgesteld, een beschrijving wordt gepubliceerd in de bijlage van de Rav. Ik ben
me er van bewust dat publicatie een risico geeft op het nabouwen van systemen en dat
dit laatste wordt gezien als een belemmering voor innovatie. De beschrijving is bedoeld
voor het bevoegd gezag, ter controle op de juiste uitvoering en werking van het systeem.
Een ontheffing op het publiceren van een beschrijving acht ik daarom niet wenselijk.
Maar de beschikbaarheid van de beschrijving van de techniek wordt in de praktijk al
wel beperkt. Voordat nieuwe stalsystemen zijn bemeten, kunnen ze namelijk met een
voorlopige emissiefactor op de Rav worden opgenomen, voor de duur van maximaal vijf
jaar. De bijbehorende beschrijvingen zijn in dat geval alleen opvraagbaar voor bevoegde
gezagen en zo wordt nabouwen dus tegengegaan. Daarnaast is in de Rav sinds medio 2017
de mogelijkheid opengesteld om een systeem met een certificaat, of een verificatie-verklaring
zoals van VERA, op te nemen. Daarbij worden de prestaties van één bepaald systeem
nadrukkelijk gekoppeld aan één fabrikant. Er zijn echter nog geen fabrikanten geweest
die hier gebruik van hebben gemaakt.
Vraag 9
Deelt u de mening dat juist innovatieve ideeën voldoende kans moeten krijgen en gestimuleerd
zouden moeten worden om de reductie van ammoniakemissie (en of andere stoffen) terug
te dringen? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat de geschetste belemmeringen opgeheven
worden?
Antwoord 9
Ja, ik deel de mening dat innovatieve ideeën van belang zijn voor de reductie van
emissies naar de lucht. Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Kunt u aangeven hoe de Technische Advies Pool (TAP) tot stand is gekomen? Welke functies
zijn in deze TAP belegd? Welke expertise is in deze TAP belegd? Hoe worden mensen
benadert die in deze TAP zitting hebben?
Antwoord 10
Het professionaliseringsproces van de uitvoering van de Rav heeft geresulteerd in
de efficiëntere beoordelingsprocedure waarbij de Technische advies commissie van de
Rav (TacRav) is omgevormd tot de TAP. Alle deskundigen van de TAP zijn in functie
als technische beoordelaar van aanvragen. In de beantwoording van het SO aanpassingen
stalbeoordeling TacRav4 heb ik aangegeven vanuit welke partijen de deskundigen van de TAP afkomstig zijn.
Zij hebben naast de technische kennis die hiervoor nodig is, veelal specifieke kennis
van bepaalde emissies of sectoren, handhaving, innovatie en marktontwikkelingen. Belangrijk
is ook dat zij onafhankelijk zijn en dus geen belang hebben bij de beoordelingen.
De deskundigen waren deels al actief in de TacRav. Daarnaast heeft RVO.nl nieuwe deskundigen
toegevoegd om in de benodigde expertise te kunnen blijven voorzien.
Vraag 11
Kunt u aangeven welke stappen u inmiddels gezet heeft waar de motie-Lodders over belemmeringen
in het testen van stalconcepten (Kamerstuk 28 973, nr. 202) om gevraagd heeft?
Antwoord 11
RVO.nl heeft op mijn verzoek belemmeringen in kaart gebracht die nieuwe bedrijven
of aanvragers uit andere sectoren ondervinden bij het testen van stalconcepten. Belemmeringen
die genoemd zijn: de onbekendheid met de Rav en de proefstalregeling; de mogelijkheid
dat een innovatief systeem wordt nagebouwd; de hoge kosten voor metingen en de vereiste
minimale emissiereductie waardoor «kleine innovaties» (deelsystemen en/of aanvullende
technieken) niet worden ontwikkeld. Eind dit jaar zullen deze belemmeringen en mogelijke
oplossingsrichtingen ook in de Werkgroep stalbeoordeling worden besproken. Ik zal
de Kamer begin volgend jaar informeren over de stappen die ik zal zetten om deze belemmeringen
zo veel mogelijk weg te nemen.
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen één voor één te beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.