Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Azarkan over fraude met de dividendbelasting
Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Minister en Staatssecretaris van Financiën over fraude met de dividendbelasting (ingezonden 22 oktober 2018).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) en van Staatssecretaris Snel (Financiën)
(ontvangen 4 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nr. 758.
Vraag 1
Klopt het dat tientallen jaren groepen van bankiers, beurshandelaars, investeerders
en pensioenfondsen met dividendbelasting zouden hebben gefraudeerd?1
Antwoord 1
Wij beschikken over te weinig informatie over de omvang van de schade, de gevolgen
voor betrokken partijen in andere landen en de betrokkenheid van groepen van bankiers,
beurshandelaars, investeerders en pensioenfondsen om daar een uitspraak over te doen.
Vraag 2
Klopt het dat ook de Nederlandse Belastingdienst slachtoffer zou zijn geweest van
fraude met dividendbelasting?
Antwoord 2
Tot 2012 bestond in Duitsland op basis van de nationale wetgeving de mogelijkheid
dat de ene partij dividendbelasting inhoudt zonder deze af te dragen, terwijl de andere
partij de niet afgedragen dividendbelasting kon verrekenen. In Nederland bestond en
bestaat een dergelijke mogelijkheid niet. In Nederland doen zich wel andere situaties
van dividendstripping voor waarbij ook sprake kan zijn van fraude. Zo blijkt bijvoorbeeld
uit een publicatie van het Openbaar Ministerie dat op dit moment een onderzoek plaatsvindt
naar potentiele fraude met betrekking tot de dividendbelasting. Het onderzoek zal
moeten uitwijzen waar en op welke wijze enige belastingdienst uiteindelijk ook daadwerkelijk
is benadeeld.2
Vraag 3, 8, 9, 10
Klopt het dat ABN AMRO en Rabobank hierbij betrokken zouden zijn?
Kunt u aangeven welke Nederlandse banken betrokken waren bij deze fraude?
Klopt het dat ABN AMRO en Rabobank direct betrokken zijn bij deze fraude?
Is het openbaar ministerie (OM) bereid om onderzoek te doen naar ABN AMRO en Rabobank
en hun rol bij deze fraude? Kunt u het OM daartoe verzoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 8, 9, 10
ABN AMRO heeft NLFI en het ministerie in 2015 geïnformeerd dat zij met betrekking
tot deze kwestie in nauw contact staat met de Duitse autoriteiten en constructief
meewerkt aan het onderzoek. Informatie over deze onderzoeken is ook opgenomen in het
prospectus van ABN AMRO en jaarverslagen. Het is ons niet bekend of er een soortgelijk
onderzoek loopt tegen de Rabobank. Eventuele lopende onderzoeken treft u in de jaarverslagen
van individuele instellingen aan.
Indien in Nederland onterecht vermindering, teruggaaf of verrekening van dividendbelasting
heeft plaatsgevonden is het aan de Belastingdienst om dit terug te vorderen. Indien
sprake zou zijn van een criminele activiteit komt het Openbaar Ministerie in beeld.
Het Openbaar Ministerie doet geen uitspraken over individuele onderzoeken. Wel kan
in het algemeen worden gezegd dat het Openbaar Ministerie geen onderzoek doet naar
de naleving van buitenlandse fiscale wet- en regelgeving.
Vraag 4
Bent u bekend met het fenomeen «dividendstrippen», waarbij er twee keer dividendbelasting
van de fiscus wordt teruggevorderd, terwijl er maar eenmaal aanspraak op gemaakt kan
worden (CumEx), of dat er eenmaal wordt teruggevorderd, terwijl er helemaal geen aanspraak
op gemaakt kan worden (CumCum)?
Antwoord 4
Ja, wij zijn bekend met het fenomeen dividendstrippen in samenhang met transacties
rondom het moment dat het dividend wordt vastgesteld. In de aanbiedingsbrief zijn
wij daar op ingegaan.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het niet mogelijk moet zijn om dividendbelasting terug te vorderen,
wanneer daar geen rechtmatige aanspraak op gemaakt kan worden?
Antwoord 5
Indien in strijd met wet en regelgeving een beroep wordt gedaan op vrijstelling, vermindering,
teruggaaf of verrekening van dividendbelasting is dit niet toelaatbaar.
Vraag 6
Kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat banken zolang konden frauderen? Waarom zijn
er geen of onvoldoende (fail-safe) mechanismes in het systeem van de Belastingdienst
verwerkt om fraude te kunnen voorkomen of in een vroegtijdig stadium te signaleren?
Welke mechanismes bestaan er en welke kunt u nog toevoegen?
Antwoord 6
Op de Belastingdienst rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat het (economisch)
belang van de aandelen niet gewijzigd is. Of dividendstripping binnen het bestek van
de huidige regels voldoende kan worden aangepakt, is afhankelijk van het soort gevallen
dat zich in de praktijk voordoet en de invulling die de rechter aan de bewijspositie
van de inspecteur geeft. Over de bewijspositie van de inspecteur wordt in een thans
nog lopende procedure3 mogelijk meer duidelijkheid gegeven. Daarnaast zal in ieder geval moeten worden geïnventariseerd
welke hoofdvormen van dividendstripping zich in de praktijk voordoen. Dit vraagt onderzoek.
Als blijkt dat de huidige regels ontoereikend zouden zijn, kan dit leiden tot aanpassing
van de relevante wetgeving.
Vraag 7, 16
Kunt u aangeven hoeveel geld er uit Nederlandse staatskas is getrokken in de periode
van 2001 en 2016? Welk bedrag aan dividenden is hiermee gemoeid?
Klopt het dat volgens hoofdredacteur Eric Smit van Follow the Money het bedrag veel
hoger zou liggen, namelijk een veelvoud van 152 miljoen euro? Kunt u laten uitzoeken
welk bedrag er daadwerkelijk mee gemoeid is?
Antwoord 7, 16
De Belastingdienst meet niet het verschil tussen werkelijke belastingopbrengsten en
de belastingopbrengsten die zouden binnenkomen bij een juiste naleving van de wet.
Dit geldt ook voor de dividendbelasting.
Vraag 11
Indien blijkt dat deze Nederlandse banken direct betrokken waren bij deze fraude zullen
zij dan, net als ING recentelijk een boete krijgen van 775 miljoen euro of een vergelijkbare
ordegrootte? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
ING heeft een door het Openbaar Ministerie aangeboden transactie van 775 mln euro
betaald vanwege jarenlange en structurele overtreding van de Wet ter voorkoming van
witwassen en financieren van terrorisme en schuldwitwassen uit het Wetboek van Strafrecht.
Het is aan het Openbaar Ministerie om te bepalen of sprake is van strafrechtelijke
feiten. Vervolgens is het aan het Openbaar Ministerie of het overgaat tot vervolging
of, zoals in het recente geval van ING, een transactie aanbiedt.
Vraag 12
Kunt u aangeven wat de huidige stand van zaken is met betrekking tot de samenwerking
tussen Europese belastingdiensten? Zou u deze samenwerking ook kwalificeren als slechte
samenwerking?
Antwoord 12
De samenwerking tussen Europese belastingdiensten zouden wij beslist niet als slecht
willen kwalificeren. Integendeel, de samenwerking op internationaal niveau is de afgelopen
jaren juist sterk verbeterd, omdat belastingontwijking daarmee effectief kan worden
aangepakt. Enkel eenzijdige maatregelen helpen niet en leiden ertoe dat het probleem
van internationale belastingontduiking en -ontwijking zich alleen maar verplaatst.
Nederland heeft de afgelopen jaren daarom eveneens actief meegewerkt aan de bestrijding
van (internationale) belastingontwijking en -ontduiking. Dat geldt bijvoorbeeld voor
het project Addressing Base Erosion & Profit Shifting (BEPS), dat de OESO op verzoek van de G20 heeft uitgevoerd en waarvan de voorgestelde
maatregelen nu op mondiaal en Europees niveau door de aangesloten landen worden geïmplementeerd.
Onder Europees (EU) voorzitterschap van Nederland is de eerste EU-richtlijn ter bestrijding
van belastingontwijking tot stand gekomen en is daarna ook de tweede EU-richtlijn
tegen belastingontwijking aangenomen. Ook zijn verschillende richtlijnen aangenomen
die gericht zijn op meer transparantie. De gezamenlijke belastingdiensten werken in
werkgroepen van de OESO en de EU concreet aan de ontwikkeling van maatregelen op uitvoerend
niveau, zoals de aanpak van internationale fraude, de digitale economie en cryptogeld.
Verder is de fiscale inlichtingenuitwisseling, mede dankzij EU-regelgeving en afspraken
binnen de OESO, de afgelopen jaren sterk uitgebreid. Hierbij kan worden gedacht aan
de zogenoemde Common Reporting Standard (CRS), de uitwisseling van informatie over
rulings, Country by Country Reporting en binnen de EU ook de uitwisseling van informatie
over andere inkomenscategorieën, zoals salarissen, pensioenen, onroerende zaken en
dividendinkomsten. De komende tijd zal de informatie-uitwisseling nog verder worden
geïntensiveerd en vervolmaakt. Deze versterkte samenwerking en inlichtingenuitwisseling
zal een positief effect hebben op de naleving. Naast een preventieve werking richting
belastingplichtigen (compliance bevorderend) worden deze gegevens uiteraard ingezet
in de toezichtprocessen van de Belastingdienst en wordt een deel daarvan op dit moment
gebruikt bij de vooringevulde aangifte voor particulieren.
Vraag 13
Wat zou de Nederlandse Belastingdienst kunnen ondernemen om de complexiteit van de
transacties te versimpelen om in de toekomst fraude te kunnen voorkomen?
Antwoord 13
Transacties vinden plaats in het economisch verkeer. Hierbij is soms sprake van zeer
complexe transacties. Het is aan de Belastingdienst om hier de juiste fiscale gevolgen
aan te verbinden. Indien complexe transacties gepaard gaan met het ontgaan van belasting
of fraude, treedt de Belastingdienst hier tegen op. Hierbij past de kanttekening dat
in situaties waarbij sprake is van dividendstripping op de inspecteur een zware bewijslast
rust.
Vraag 14
Kunt u vertellen op hoeveel strafdossiers, waarbij Nederlandse banken betrokken zijn,
Follow the Money en het internationaal journalistiek onderzoekscollectief The CumExfiles,
de hand wisten te leggen?
Antwoord 14
Wij hebben geen zicht op hoeveel strafdossiers Follow the Money en het internationaal
onderzoekscollectief de hand heeft weten te leggen.
Vraag 15
Klopt het dat de Belastingdienst eerder in een rechtszaak heeft geclaimd dat MorganStanley
onze fiscus voor 152 miljoen euro zou hebben getild? Zo ja, welke acties zijn er ondernomen
tegen MorganStanley? Is er door de fiscus een poging gewaagd het geld terug te vorderen?
Antwoord 15
Artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen staat ons niet toe in te gaan
op fiscale aangelegenheden van individuele belastingplichtigen.
Vraag 17
Is er sprake van belastingontduiking of belastingontwijking of beide? Kunt u even
toelichting Gerven?
Antwoord 17
Bij transacties waar de inhouding, vrijstelling, vermindering, teruggaaf of verrekening
van dividendbelasting een rol speelt gaat het in de meeste gevallen om transacties
waarbij belastingontwijking of belastingontduiking geen rol speelt. In een aantal
situaties wordt gepoogd belasting te ontwijken. Indien daarbij sprake is van fraude,
is sprake van belastingontduiking.
Vraag 18
Kan de Belastingdienst de te veel en onrechtmatig terugbetaalde dividendbelasting
terugvorderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Indien de inspecteur kan aantonen dat sprake is van een terugbetaling die in strijd
is met wet en regelgeving, kan dit bedrag in beginsel worden nageheven. Indien een
onjuiste verrekening heeft plaatsgevonden met de Nederlandse inkomstenbelasting of
vennootschapsbelasting kan dit worden nagevorderd.
Vraag 19, 20
Op welke wijze wordt en werd er toezicht gehouden en hoe konden banken en handelaars
ongehinderd frauderen?
Wat zou er volgens u veranderd moeten worden qua internationale samenwerking en de
wijze waarop er toezicht wordt gehouden?
Antwoord 19, 20
Het prudentiële toezicht is ingericht op Europees niveau. Het is echter niet aan de
prudentiële toezichthouder om naleving van nationale fiscale wet- en regelgeving te
handhaven. Het handhaven van nationale fiscale wet- en regelgeving is aan de nationale
belastingdiensten. Voor de internationale samenwerking tussen belastingdiensten verwijzen
wij u naar ons antwoord op vraag 12.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Snels (GroenLinks)
en Nijboer (PvdA), ingezonden 19 oktober 2018 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 812).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.