Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over het bericht dat Nederland Shell aan gaswinst helpt in straatarm Mozambique
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat er Nederland Shell aan gaswinst helpt in straatarm Mozambique (ingezonden 6 november 2018).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 6 december 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht dat Nederland Shell aan gaswinst helpt in staatarm Mozambique?1 Wat is uw reactie daarop?
Antwoord 1
Ja. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is door de journalisten om een reactie gevraagd
op het artikel «Nederland helpt Shell aan gaswinst in straatarm Mozambique». Deze
reactie is onderaan het artikel te lezen. In aanvulling daarop benadrukt het kabinet
dat er geen Nederlands ontwikkelingsgeld ten goede is gekomen aan Shell's activiteiten
in Mozambique.
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten welke ontwikkelingshulp Nederland Mozambique geeft en om welke
bedragen het gaat?
Antwoord 2
In de afgelopen jaren werd jaarlijks ongeveer € 30 miljoen aan gedelegeerde middelen
via de Nederlandse ambassade in Mozambique ingezet (2017: € 32,4 mln.; 2016: € 29,3
mln.) op drie speerpunten: voedselzekerheid, water en seksuele en reproductieve gezondheid
en rechten (SRGR). Daarnaast is ook geïnvesteerd in de dwarsdoorsnijdende thema’s,
zoals vrouwenrechten en gendergelijkheid, versterking van het maatschappelijk middenveld
en klimaat. Ook werd bijgedragen aan programma’s om transparantie en accountability
te bevorderen en om het investeringsklimaat en de lokale private sector te verbeteren.
Vraag 3
Kunt u uiteenzetten welke hulp Nederland geeft aan Nederlandse bedrijven die in Mozambique
willen investeren, en om welke bedragen het gaat?
Antwoord 3
Economische diplomatie is een belangrijke pijler van het buitenlands beleid. Dat betekent
ondersteuning van het Nederlands bedrijfsleven en programma’s om het investeringsklimaat
en de lokale private sector te verbeteren.
De ondersteuning van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen is onder te verdelen
in vier categorieën: het overdragen van kennis en informatie, het ter beschikking
stellen van netwerken en contacten, het verstrekken van financiering en het behartigen
van de belangen van Nederlandse bedrijven. Concreet gaat het dan bijvoorbeeld om het
signaleren van kansen, informeren over de manier van zakendoen, het identificeren
van lokale partners, (financiële) ondersteuning bij het verkennen van de markt of
het wegnemen van drempels, zoals beperkende officiële procedures, bij het internationaal
zakendoen.
In 2018 worden via diverse centraal beheerde programma’s een aantal Nederlandse bedrijven
ondersteund bij investeringen in Mozambique. In totaal is hier ongeveer € 6,5 miljoen
mee gemoeid, waarbij een aantal programma’s een meerjarige looptijd heeft. De meeste
programma’s vinden plaats in de watersector en hebben, onder andere, betrekking op
geïntegreerd waterbeheer, havenontwikkeling en opleidingen daarbinnen.
Vraag 4
Hoe verhoudt de steun van Nederland aan Shell in Mozambique zich tot de klimaatdoelen
van de regering «de toegang tot duurzame energie in ontwikkelingslanden vergroten»,
aangezien gas niet duurzaam is?
Antwoord 4
De Nederlandse economische diplomatie zet zich ook in voor het Nederlands bedrijfsleven
dat actief is in de fossiele energiesector in het buitenland. Tegelijkertijd zet Nederland
zich actief in om het aandeel van duurzame energie wereldwijd te vergroten. Het Kabinet
heeft de ambitie om het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen in lijn met
de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs.
Vraag 5
Klopt het dat de internationale gasindustrie vijftig miljard dollar aan investeringen
in Mozambique heeft gepland om het gas op te pompen, terwijl het bruto binnenlands
product van Mozambique in 2016 slechts 12 miljard dollar was? Deelt u de mening dat
deze verhouding ontzettend scheef is en de buitenproportionele macht van de gasindustrie
aantoont?
Antwoord 5
De orde van grootte van genoemde bedragen is juist. Hoewel het om forse bedragen gaat
betekent dit niet per se een scheve verhouding, omdat de investeringen een meerjarig
karakter hebben en het bruto binnenlands product eenjarig is. De regering van Mozambique
stelt zelf de voorwaarden vast voor de verlening van concessies en vergunningen die
de internationale gasindustrie nodig heeft om de gasvoorraden te mogen exploreren
en exploiteren. Deze concessies en vergunningen worden door middel van internationale
aanbestedingen verleend.
Vraag 6, 7
Wat is uw reactie op het verhaal van de inwoner van het dorp Quitunde die stelt dat
de medewerkers van Shell langskomen maar nauwelijks de dialoog aan gaan? Deelt u de
mening dat dit voorbeeld erop lijkt dat de medewerkers slechts een checklist afwerken
maar niet daadwerkelijk in gesprek gaan met de inwoners van de gebieden waar zij willen
investeren? Begrijpt u de wens van transparantie van inwoners van Mozambique?
Waarom acht u een dermate nauwe samenwerking met Shell in Mozambique gerechtvaardigd
als niet gegarandeerd kan worden dat Shell geen landrechten schendt en niet gegarandeerd
kan worden dat de opbrengsten ook ten goede komen van Mozambique, terwijl bekend is
dat dit vaak niet het geval is en andere gas- en oliebedrijven wel landrechten schenden
in Mozambique?2
Antwoord 6, 7
Het kabinet is niet bekend met het specifieke verhaal van de inwoner van dit dorp.
Wel is het duidelijk dat er het nodige valt te verbeteren in de communicatie en coördinatie
rondom ontwikkelingen in de regio waarin dit dorp ligt. De ontwikkelingen in het noorden
van Mozambique, waar de gasvondsten zijn gedaan, bieden zowel kansen voor groei als
risico’s dat slechts een beperkt deel van de bevolking hiervan profiteert. Om die
reden is tijdens het bezoek van de Mozambikaanse president aan Nederland, in mei 2017,
gesproken over inclusieve en duurzame economische ontwikkeling van de regio rondom
de havenstad Palma (de plek van de gasvondsten in de provincie Cabo Delgado). Dit
is ook de reden om in het Nederlands beleid voor Mozambique de provincie Cabo Delgado
tot één van de geografische aandachtsgebieden te benoemen.
De Nederlandse overheid verwacht van Nederlandse bedrijven die in het buitenland investeren
dat zij de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen onderschrijven en naleven.
Nederland spreekt hen hier actief op aan. Indien overtredingen van deze normen worden
geconstateerd, kan dit tot gevolg hebben dat het betreffende bedrijf wordt uitgesloten
van ondersteuning door de overheid. Er zijn geen aanwijzingen dat Shell in Mozambique
handelt in strijd met de OESO-richtlijnen en landrechten geschonden worden.
Vraag 8
Klopt het dat lokale ontvangers van Nederlands ontwikkelingsgeld gevraagd wordt een
goed woordje te doen voor de Nederlandse gassector bij de Mozambikaanse publieke gassector?
Zo ja, op welke manier wordt dit gevraagd en deelt u de mening dat dit een volstrekt
ongelijke machtsverhouding is, waardoor de lokale ontvangers moeilijk zullen kunnen
weigeren?
Antwoord 8
De in het artikel genoemde samenwerking tussen het Nederlandse Vitens Evides International
(VEI) en het publieke Mozambikaanse drinkwaterbedrijf FIPAG richt zich sinds 2003
op capaciteitsversterking en verbetering van de drinkwatervoorziening aan Mozambikaanse
burgers. Dit partnerschap heeft inmiddels voor minstens 2,1 miljoen Mozambikanen toegang
tot schoon drinkwater opgeleverd en heeft de bedrijfsvoering van het publieke nutsbedrijf
FIPAG sterk verbeterd. De Wereldbank beschouwt dit als een van de succesvolste partnerschappen
op het gebied van publieke drinkwatervoorziening in Afrika. Het toont aan dat – ook
in Afrika – aanzienlijke performance-verbetering mogelijk is in een publiek nutsbedrijf.
Binnen het departement van Buitenlandse Zaken is geopperd om deze samenwerking als
voorbeeld te laten dienen voor andere sectoren. Uiteindelijk is dit idee niet in praktijk
gebracht. Het is dus niet zo dat lokale ontvangers van Nederlands ontwikkelingsgeld
is gevraagd een goed woordje te doen voor de Nederlandse gassector.
Vraag 9
Komen Shell en haar toeleveranciers in principe aanmerking voor een exportkredietverzekering?
Antwoord 9
Ja, in beginsel kan elke Nederlandse exporteur in aanmerking komen voor een exportkredietverzekering.
Hiervoor moeten exporteur en de onderliggende transactie wel aan de gestelde voorwaarden
voldoen en wordt er een financiële, milieu en sociale due diligence uitgevoerd.
Vraag 10
Waarom is besloten de informatie over welke steun Nederlandse bedrijven precies krijgen
in ontwikkelingslanden en in de vorm van exportkredietverzekeringen niet vrij te geven?
Deelt u de mening dat als dergelijke zaken met publiek geld worden betaald het volk
het recht heeft op transparantie en te weten wat er precies met dat geld is gebeurd?
Antwoord 10
Ja, het kabinet acht transparantie van groot belang. Om deze reden wordt op de website
van Atradius Dutch State Business altijd gepubliceerd aan welke bedrijven een exportkredietverzekering is verstrekt.
De lijst met afgegeven polissen staat op: https://atradiusdutchstatebusiness.nl/nl/publicaties/afgegeven-polissen…
Vraag 11
Waarom is de diplomatieke lobby voor een bilateraal belastingverdrag met Mozambique
voortgezet, nadat de grote fraudezaak aan het licht was gekomen? Klopt het dat het
Nederlandse bedrijfsleven meerdere malen zijn belangen hierbij hebben aangekaart?
Op welke manier zal een belastingverdrag Mozambique ook bevoordelen en hoe verhoudt
zich dit tot de reputatie die de Nederlandse belastingverdragen hebben met betrekking
tot het faciliteren van internationale belastingfraude?
Antwoord 11
Het kabinet vindt het belangrijk dat zowel (belasting)fraude als belastingontwijking
wordt tegengegaan. De veronderstelling dat internationale belastingontduiking – waarbij
heimelijk wordt gehandeld in strijd met wettelijke of verdragsrechtelijke bepalingen
– door Nederlandse belastingverdragen wordt gefaciliteerd is onjuist. Wat betreft
belastingontwijking vindt het kabinet het onwenselijk dat bijvoorbeeld brievenbusmaatschappijen
op oneigenlijke wijze gebruik maken van (Nederlandse) belastingverdragen. Het kabinet
heeft zich daarom gecommitteerd aan de maatregelen tegen belastingontwijking die internationaal
in het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-project van de G20/OESO zijn afgesproken. Deze maatregelen worden aangeboden
aan landen waarmee Nederland onderhandelt en dus ook aan Mozambique. Daarnaast neemt
Nederland in haar belastingverdragen bepalingen op waardoor belastingautoriteiten
relevante informatie kunnen uitwisselen en bijstand bij invordering kunnen verlenen.
Hiermee worden verdragspartners beter in staat gesteld om met de verkregen informatie
antimisbruikbepalingen toe te passen en belastingontduiking en -ontwijking tegen te
gaan.
Nederland heeft – net als andere ontwikkelde landen – een uitgebreid verdragennetwerk
en onderhandelt voortdurend met andere landen over (nieuwe) belastingverdragen. Welke
landen het betreft is openbaar. Het Ministerie van Financiën publiceert regelmatig
een nieuwsbericht met aankondigingen van voorgenomen onderhandelingen. Belanghebbenden,
waaronder het bedrijfsleven, kunnen het ministerie informeren over aspecten die bij
die onderhandelingen van belang zijn. Uiteraard wordt het hierbij ook op prijs gesteld
als naast het bedrijfsleven ook maatschappelijke organisaties gebruik maken van de
mogelijkheid informatie te geven over aspecten die bij de lopende onderhandelingen
relevant zijn.
Wat betreft de vraag op welke manier een belastingverdrag Mozambique zal bevoordelen
merkt het kabinet op dat een belastingverdrag zorgt voor verbetering van de economische
relatie tussen de betrokken landen en voor een versterking van de administratieve
samenwerking. Belastingverdragen helpen bij het aantrekken van investeringen en stimuleren
van bedrijvigheid, waarmee onder andere de werkgelegenheid kan worden bevorderd. Daarnaast
helpt een belastingverdrag overheden bij de onderlinge samenwerking, bijvoorbeeld
op het gebied van de uitwisseling van fiscale informatie en hulp bij invordering van
belastingschulden. Dit is ook de reden dat veel landen belang hechten aan het sluiten
van belastingverdragen. Het voorkomen van dubbele belasting is volgens het kabinet
wel bedoeld voor economisch reële situaties. Daarom is het belangrijk dat belastingverdragen
– zeker bij ontwikkelingslanden – antimisbruikbepalingen bevatten om oneigenlijk gebruik
van deze verdragen te voorkomen.
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen voor de begrotingsbehandeling Buitenlande Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(in de week van 27–28–29 november 2018) te beantwoorden?
Antwoord 12
De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.