Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het niet gebruiken van de digitale meldplicht rondom voetbalwedstrijden
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het niet gebruiken van de digitale meldplicht rondom voetbalwedstrijden (ingezonden 24 oktober 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 november
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 682.
Vraag 1
Herinnert u zich de parlementaire discussie over het invoeren van de digitale meldplicht,
ter versterking va en controle op een opgelegd gebiedsverbod, waarbij uw de verwachting
uitsprak dat dit tot lagere uitvoeringslasten zou leiden bij de organisaties die met
de meldplicht zijn belast en dat dit tot frequenter inzet van het middel van de meldplicht
zou kunnen leiden?1 Hoe staat het nu met de beloofde persoonsgerichte aanpak?
Antwoord 1
Ja, de discussie is mij bekend.
Van augustus 2016 tot juni 2017 is een pilot uitgevoerd tussen het OM, de politie,
de gemeente Amsterdam en Ajax met de integrale persoonsgerichte aanpak (IPGA) voetbal.
De persoonsgerichte aanpak is onderdeel van het traject Toegankelijk, Gastvrij en
Veilig Voetbal (hierna: TGVV). Het Auditteam Voetbal en Veiligheid voert thans een
onderzoek uit naar de stand van zaken van de uitvoering van dit traject. Over de uitkomsten
van dit onderzoek zal ik uw Kamer in het voorjaar van 2019 informeren.
Vraag 2
Wat is de stand van zaken met de aangekondigde beleidsmaatregel dat burgemeesters
er altijd voor zouden moeten zorgen dat een meldplicht aan een gebiedsverbod wordt
verbonden?2
Antwoord 2
In 2015 is in de Gemeentewet de mogelijkheid gecreëerd om een meldplicht in plaats
van fysiek, ook digitaal op te leggen. De burgemeester beschikt over verschillende
mogelijkheden om voetbalvandalisme of ernstige overlast aan te pakken. Het is aan
het lokale gezag om een mix van maatregelen te treffen die passen bij de aard van
de ongeregeldheden.
Vraag 3
Wat is er sinds uw antwoorden op eerdere Kamervragen, dat onder de verantwoordelijkheid
van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) in een eerdere (test)fase een succesvolle
pilot met de digitale meldplicht is uitgevoerd, dat per geval beoordeeld zal worden
of een meldingsplichtige in aanmerking komt voor de digitale meldplicht en dat een
uitgebreidere pilot opgezet zou gaan worden, gebeurd met de doorontwikkeling van de
digitale meldplicht?3
Antwoord 3
In de door u aangehaalde antwoorden op Kamervragen4 heeft mijn ambtsvoorganger onder andere aangegeven dat per geval beoordeeld zal worden
of een meldingsplichtige in aanmerking komt voor de digitale meldplicht en dat in
Amsterdam het OM, politie en KNVB met een uitgebreide pilot starten met betrekking
tot de digitale meldplicht. Daarbij zal ook aandacht zijn voor de beveiligingsaspecten
van de te gebruiken ICT-voorzieningen, aldus mijn ambtsvoorganger. Mij is bekend dat
de betreffende pilot sinds oktober 2016 van kracht is. Deze pilot vloeit voort uit
een samenwerkingsovereenkomst tussen KNVB, G4S Nederland en het Amsterdamse parket.
Uit navraag bij het OM is gebleken dat er in het kader van deze pilot tot op heden
nog geen toepassingen zijn geweest van de digitale meldplicht, omdat er zich sinds
de invoering ervan geen ernstige voetbal gerelateerde ongeregeldheden hebben voorgedaan
in Amsterdam, die inzet van het middel rechtvaardigden. Het OM heeft derhalve sinds
oktober 2016 geen gedragsaanwijzing in het kader van de zogenaamde «Voetbalwet» op
hoeven leggen. Ingeval de digitale meldplicht meermalen wordt opgelegd, zal een evaluatie
plaatsvinden van de pilot. Hierbij zal ook worden gekeken naar de ICT-voorziening
van de digitale meldplicht.
Vraag 4
Klopt het bericht dat de digitale meldplicht niet wordt gebruikt tijdens voetbalwedstrijden?5 Wat is uw reactie hierop? Waaraan of aan wie ligt dit volgens u?
Antwoord 4
De digitale meldplicht kan op grond van artikel 172a, derde lid, van de Gemeentewet
door een burgemeester worden opgelegd. Uit een korte inventarisatie, die via de kenniskring
van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (hierna: CCV) is uitgezet,
blijkt dat het gebruik van de digitale meldplicht in combinatie met een maatregel
op grond van artikel 172a, derde lid van de Gemeentewet beperkt is.
De digitale meldplicht kan tevens op grond van artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering
door een officier van justitie worden opgelegd ingeval hij besluit strafvervolging
in te stellen.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 heeft het OM heeft mij bericht niet bekend
te zijn met gevallen waarbij toepassing van de digitale meldplicht heeft plaatsgevonden.
Ik zal bij een evaluatie, op een nog nader te bepalen moment, van de wettelijke maatregelen
ter bestrijding van voetbalvandalisme aandacht vragen voor de toepassing van de maatregel
digitale meldplicht en de redenen die al dan niet leiden tot inzet van deze maatregel.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het effectief weren van mensen met een gebiedsverbod (zoals
hooligans) er aan bij kan dragen dat het bezoeken van een voetbalwedstrijd een feest
blijft en dat dit feest niet verziekt mag worden door een klein aantal raddraaiers?
Zo ja, op welke wijze kunt u hieraan een bijdrage leveren?
Antwoord 5
Ja, die mening deel ik. Ik werk daarom samen met de KNVB, OM, de politie en alle andere
betrokken partijen in het streven naar toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal 2020.
Over de voortgang van dit traject zal ik u in het voorjaar van 2019 informeren.
Vraag 6
Bent u onder andere bereid te bezien of het middel van de digitale meldplicht vaker
ingezet kan worden? Wat zijn uw ambities, ook op het gebied van technologische vernieuwing,
in relatie tot toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal voor de komende jaren?
Antwoord 6
Zoals dat nu reeds het geval is, breng ik de mogelijkheden die er zijn om voetbalvandalisme
en ernstige overlast aan te pakken, actief onder de aandacht bij betrokken partijen.
Dit gebeurt onder andere via het CCV en het ingesteld netwerk waarin gemeenten, politie
en het OM zijn vertegenwoordigd. Indien nieuwe technologische mogelijkheden voorhanden
komen zal ik die onder de aandacht brengen van de betrokken partijen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.