Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht ‘Verloskundigen: er is vaak geen plek in ziekenhuis’
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Verloskundigen: er is vaak geen plek in ziekenhuis» (ingezonden 21 november 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 29 november 2018).
         
Vraag 1
            
Wat is uw reactie op het bericht dat verloskundigen aangeven dat er vaak geen plek
               is in het ziekenhuis voor vrouwen om te bevallen?1
Antwoord 1
            
Voor mij staat voorop dat vrouwen die moeten bevallen, kunnen rekenen op goede verloskundige
               zorg. Uit de berichten blijkt dat verloskundigen meerdere ziekenhuizen moeten bellen
               voordat ze met een zwangere ergens terecht kunnen. Bij de Nederlandse Zorgautoriteit
               (NZa) en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) waren geen signalen dat
               er onvoldoende zorg is ingekocht of dat er een onveilige situatie is ontstaan. Het
               feit dat er geen signalen zijn binnengekomen, betekent nog niet dat er geen probleem
               is. Het is voor verloskundigen niet altijd snel inzichtelijk in welke ziekenhuizen
               plek is, waardoor zij meerdere ziekenhuizen moet bellen. Hierbij speelt ook de krappe
               arbeidsmarkt een rol. Hierdoor moeten ziekenhuizen het schaarse beschikbare personeel
               zo goed mogelijk inzetten en is er weinig ruimte om pieken in het aantal bevallingen
               op te vangen. Dit draagt er mede aan bij dat verloskundigen vaker naar een plek moeten
               zoeken.
            
Vraag 2
            
Kunt u aangeven in welke ziekenhuizen het afgelopen jaar opnamestops zijn afgekondigd
               voor de klinische verloskundeafdeling? Kunt u tevens per ziekenhuis aangeven hoe vaak
               er opnamestops zijn geweest?
            
Antwoord 2
            
Ik heb geen inzicht in welke ziekenhuizen de afgelopen tijd een opnamestop hebben
               afgekondigd. Soms bieden ROAZ-regio’s al inzicht in de verloskundige capaciteit in
               ziekenhuizen, bijvoorbeeld in Amsterdam en Utrecht kunnen eerstelijns verloskundigen
               in het «Acuut Zorgportaal» zien in welk ziekenhuis er op dat moment verloskundige
               capaciteit is. Ik zou het een goede ontwikkeling vinden als in alle ROAZ-regio’s dergelijk
               inzicht gerealiseerd wordt.
            
Wel kan ik aangeven hoeveel afdelingen verloskunde er de afgelopen vijf jaar zijn
               gesloten op basis van rapporten van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
               (RIVM).
            
In 2011, 2014 en 2015 waren er 84 locaties waar 24/7 acute verloskunde werd aangeboden.
               In 2016 werd deze zorg op 81 locaties aangeboden en in 2017 waren dit er 83 (Kamerstuk
               29 247, nr. 246). In 2018 (met peilmoment april 2018) waren er 80 ziekenhuislocaties waar 24/7 acute
               verloskunde werd aangeboden (Kamerstuk 29 247, nr. 260).
            
In het RIVM-rapport uit 2017 staat dat sinds 2014 de volgende vijf ziekenhuislocaties
               geen 24/7 acute verloskunde meer aanboden: de ziekenhuislocaties van het Bravis ziekenhuis
               in Roosendaal, het ZGT Hengelo, het Slotervaart ziekenhuis in Amsterdam, het Alrijne
               ziekenhuis in Leiden en het Zuyderland in Sittard-Geleen (Kamerstuk 29 247, nr. 246). Verder is in Den Haag de afdeling acute verloskunde van het HagaZiekenhuis verplaatst,
               van de locatie Sportlaan naar de locatie Leyweg (Bijlage bij Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 158). De ontwikkelingen met betrekking tot de acute verloskunde van Treant Zorggroep
               en in Lelystad zijn (vanwege het peilmoment) nog niet meegenomen (zie hieronder).
            
In het RIVM-rapport uit 2018 (met peilmoment april 2018) concludeert het RIVM dat
               er een aantal veranderingen in het aanbod is opgetreden ten opzichte van 2017. In
               april 2018 was er één ziekenhuislocatie minder waar acute verloskunde werd aangeboden
               dan in 2017. Het Elizabeth-TweeSteden Ziekenhuis locatie Tweesteden in Tilburg, het
               St. Antonius ziekenhuis in Woerden en de locatie Emmen (Scheper ziekenhuis) van Treant
               boden in april 2018 geen acute verloskunde meer aan. Het St. Antonius ziekenhuis in
               Utrecht en het Refaja Ziekenhuis in Stadskanaal boden op het peilmoment in april 2018
               wel acute verloskunde aan, terwijl ze dat in 2017 niet deden (Kamerstuk 29 247, nr. 260).
            
In aanvulling hierop verwijs ik graag naar mijn brief aan de Tweede Kamer van 1 oktober
               jl. inzake de klinische kindergeneeskunde en klinische verloskunde bij Treant, voor
               wat betreft de ontwikkelingen met betrekking tot de afdelingen acute verloskunde van
               Treant Zorggroep in Emmen, Stadskanaal en Hoogeveen. En ik verwijs u naar mijn brief
               aan de Tweede Kamer van 20 november jl. inzake de acute verloskunde in Lelystad.
            
Verder is het sinds de zomer 2018 niet meer mogelijk om te bevallen in het St. Antonius
               ziekenhuis in Nieuwegein. Er worden daar alleen geplande keizersneden uitgevoerd.
            
Vraag 3
            
Vindt u dat de keuzevrijheid bij bevallingen moet blijven bestaan en dat het dus voor
               vrouwen mogelijk moet blijven om thuis te kunnen bevallen? Zo ja, hoe gaat u dit garanderen?
            
Antwoord 3
            
De keuzevrijheid vind ik een belangrijk goed. In Nederland is het mogelijk om thuis
               te bevallen, poliklinisch te bevalen in een geboortecentrum of in het ziekenhuis.
               Bij een medische indicatie vindt de bevalling plaats in het ziekenhuis onder begeleiding
               van een gynaecoloog. De keuze voor de plaats van bevallen is afhankelijk van de voorkeur
               van de zwangeren en het advies van de verloskundig zorgverlener. Vanwege medische
               redenen kan het mogelijk zijn dat de verloskundig zorgverlener adviseert om in het
               ziekenhuis te bevallen.
            
Door een goede samenwerking in de regio, een goede risico inschatting door de verloskundig
               zorgverleners en beschikbaarheid van acute zorg als dit nodig is, blijft het mogelijk
               om thuis te bevallen als de zwangere en haar partner hier voor kiezen.
            
Vraag 4
            
Welke oorzaken ziet u voor de door de verloskundigen aangekaarte problematiek?
Antwoord 4
            
Het probleem dat verloskundigen aankaarten, is dat ze meerdere ziekenhuizen moeten
               bellen voordat ze een plek hebben waar ze met hun zwangere naar toe kunnen komen.
               Het is voor verloskundigen niet altijd inzichtelijk in welke ziekenhuizen plek is
               waardoor zij meerdere ziekenhuizen moet bellen.
            
Een andere oorzaak kan liggen bij pieken in het aantal vrouwen dat in een bepaalde
               week is uitgerekend. In dit soort gevallen komt het geregeld voor dat een zwangere
               niet kan bevallen in het ziekenhuis of geboortehuis van haar voorkeur.
            
Daarnaast wordt toenemende personeelskrapte genoemd als oorzaak. Dit is ook een van
               de uitkomsten van de enquête van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen
               (KNOV). Door de krappe arbeidsmarkt proberen ziekenhuizen het schaarse personeel zo
               goed mogelijk in te zetten binnen de organisatie. Dat houdt ook in dat er minder ruimte
               overblijft om pieken op te vangen.
            
Vraag 5
            
Hoe gaat u de door de verloskundigen aangekaarte problematiek oplossen?
Antwoord 5
            
Zorgaanbieders en zorgverzekeraars in de regio zijn met elkaar aan zet om de zorg
               beter met elkaar regelen. In Amsterdam en Utrecht heeft het Regionaal Overleg Acute
               Zorg (ROAZ) er bijvoorbeeld voor gezorgd dat eerstelijns verloskundigen in het «Acuut
               Zorgportaal» kunnen zien welk ziekenhuis er op dat moment verloskundige capaciteit
               is. Dit bespaart tijd bij het zoeken naar een plek voor barende vrouwen die in het
               ziekenhuis moeten of willen bevallen. Knelpunt van het portaal is dat het niet altijd
               correct wordt ingevuld waardoor onvoldoende inzichtelijk is in welk ziekenhuis plek
               is. Verder worden plekken in ziekenhuizen buiten de regio van een ROAZ niet meegenomen
               in het systeem. Terwijl hier soms wel naar uitgeweken kan worden. ROAZ werkt daarom
               nog aan de verdere ontwikkeling van het portaal. Het is hoe dan ook een goed voorbeeld
               dat ik graag zou terugzien in alle regio’s.
            
Om te zorgen voor voldoende medisch personeel in ziekenhuizen investeer ik jaarlijks
               fors in opleiden van zowel specialisten als gespecialiseerd verpleegkundig en medisch
               ondersteunend personeel. Dat doe ik via ramingen van het Capaciteitsorgaan voor het
               aantal op te leiden gespecialiseerd verpleegkundigen, medische ondersteuners en medisch
               specialisten. Ik stel een kostendekkende financiering beschikbaar voor het opleiden
               van dit personeel. Daarnaast stel ik jaarlijks € 200 mln. beschikbaar via de Kwaliteitsimpuls
               Personeel Ziekenhuizen voor op-, bij- nascholing van personeel in ziekenhuizen. Ook
               investeer ik via het Stagefonds zorgopleidingen jaarlijks € 112 mln. in voldoende
               en goede stagebegeleiding door werkgevers met als doel voldoende stageplekken in de
               zorg.
            
De arbeidmarktopgave is groot; niet alleen in de verloskunde maar breder in de zorg.
               Denk aan de wijk, de ouderenzorg, de ziekenhuizen en de kraamzorg. Daarom heeft VWS
               begin dit voorjaar een zorgbreed actieprogramma Werken in de Zorg gelanceerd. Het
               zwaartepunt van het actieprogramma ligt in de regio met 28 regionale actieplannen.
               Dit ondersteunen we met de scholingsimpuls SectorplanPlus voor met name nieuwe medewerkers
               (€ 320 mln. verdeeld over vier tijdvakken). Voor het tweede tijdvak heb ik nog eens
               € 10 mln. extra vrij gemaakt. Daarmee zijn alle aanvragen in het tweede tijdvak gehonoreerd.
               Samen met het eerste tijdvak kunnen zo ongeveer 130.000 scholingstrajecten worden
               aangeboden. Een onafhankelijke adviescommissie toetst de plannen en rapporteert daarover
               aan VWS. Op basis van de rapportages van de commissie neemt VWS een besluit over het
               voor de regio beschikbaar komen van de laatste 25% van het budget van het tweede tijdvak.
               Voor het stimuleren van (inter)regionale kennisdeling komt een actie-leernetwerk.
            
Vraag 6
            
Kunt u deze vragen vóór 28 november 2018 17.00 uur beantwoorden?
Antwoord 6
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.