Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krol over de coldcase kalender 2018
Vragen van het lid Krol (50PLUS) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de coldcase kalender 2018 (ingezonden 8 oktober 2018).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 28 november 2018). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 441.
Vraag 1
Kent u de coldcase kalender van 2018 die is uitgedeeld in gevangenissen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de kalender aan gedetineerden wordt verstrekt omdat er bij hen
relatief veel kennis aanwezig is over gepleegde strafbare feiten?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de criteria zijn om een onopgeloste zaak tot coldcase te bestempelen,
aangezien niet alle onopgeloste zaken bestempeld worden als coldcase?
Antwoord 3
Een onopgelost levensdelict (moord of doodslag) of een ander zeer ernstig delict waarop
naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld
kan drie jaar na de pleegdatum het kenmerk «cold case» krijgen, als de rechercheofficier
van het Openbaar Ministerie (OM) samen met de eenheidsleiding van de politie daartoe
besluiten. Het gaat dan om een afgesloten en uitgerechercheerd dossier.
Vraag 4
Kunt u aangeven waarom en wanneer de moord op Chris van de Werken, de vermoorde milieuambtenaar
uit Nunspeet, als coldcase is aangemerkt? Was er een nieuw spoor of verwacht men nieuwe
informatie waardoor de zaak als coldcase bestempeld werd?
Antwoord 4
De zaak van de moord op Chris van de Werken voldeed aan de criteria zoals genoemd
bij vraag 3. Ik ga, zoals uw Kamer bekend is, in beginsel niet in op individuele gevallen.
Vraag 5
Kunt u aangeven wat de criteria zijn om een coldcase op te nemen op de coldcase kalender?
Klopt het dat vooral coldcases waarvan de politie verwacht dat nieuw onderzoek kansrijk
is op de kalender worden opgenomen?2
Antwoord 5
De politie legt aan de officier van justitie, die onder andere is belast met cold
case zaken, een zaak voor met het voorstel deze op de kalender te plaatsen. Als de
officier van justitie dit voorstel goedkeurt, wordt vervolgens contact opgenomen met
de nabestaanden. Als ook zij instemmen wordt de zaak geplaatst op de cold case kalender.
Het plaatsen van een zaak op de cold case kalender gebeurt altijd in de hoop dat informatie
beschikbaar komt die mogelijk tot een oplossing van de betreffende zaak leidt.
Vraag 6
Kunt u aangeven waarom de moord op Chris van de Werken is opgenomen op de kalender
van 2018? Klopt het dat er geen getuigen waren van deze moord en dat gedetineerden
dus ook geen getuigen kunnen zijn geweest? Op grond waarvan is nu de verwachting dat
gedetineerden informatie kunnen geven die mogelijk kan leiden tot het opsporen van
de dader? Waren er ten tijde van de moord op Chris van de Werken verdachten die niet
vervolgd zijn voor de moord, maar die later wel voor een soortgelijk delict veroordeeld
zijn tot een gevangenisstraf? Is het denkbaar dat er binnen de gevangenismuren informatie
gehoord of gezien is over de moord op Chris van de Werken?
Antwoord 6
De zaak van de moord op Chris van de Werken voldeed aan de criteria zoals genoemd
bij vraag 5. Zoals ook aangegeven in de beantwoording bij vraag 4 ga ik niet in op
individuele gevallen.
Vraag 7
In hoeverre wordt of is bij coldcase zaken ook aanvullend onderzoek uitgevoerd met
behulp van nieuwe technieken, in het bijzonder DNA opsporingstechnieken?
Antwoord 7
Zoals ik in de beantwoording op Kamervragen van de leden Van Oosten en Arno Rutte
(beiden VVD) heb gesteld kunnen nieuwe of verbeterde (forensische) technieken in de
toekomst een bijdrage leveren aan het oplossen van cold case zaken.3 Op dit moment wordt, als daar aanleiding toe is, nieuwe en verbeterde techniek gebruikt
om nieuwe inzichten binnen een cold case te verkrijgen. Zo leiden bijvoorbeeld verbeterde
DNA-technieken er toe dat van meer sporen DNA-profielen kunnen worden gemaakt dan
voorheen. Aan uw Kamer is toegezegd om in het kader van de evaluatie van de Wet DNA-V
in beeld te brengen wat hierbinnen haalbaar is en wat dat op zou kunnen leveren. De
resultaten hiervan zullen tegelijkertijd met het evaluatierapport van de Wet DNA-V
aan uw Kamer worden aangeboden. Naar verwachting zal dit in het vroege voorjaar van
2019 zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.