Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Akerboom over de pilot omgevingsmanagement gericht op de aardgaswinning onder de Waddenzee bij Ternaard
Vragen van de leden Wassenberg en Akerboom (beiden PvdD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de pilot omgevingsmanagement gericht op de aardgaswinning onder de Waddenzee bij Ternaard (ingezonden 19 oktober 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 27 november
2018).
Vraag 1 en 2
Klopt het dat u een pilot «omgevingsmanagement» bent gestart die gericht is op het
betrekken van lokale belanghebbenden bij besluiten over fossiele mijnbouw?
Klopt het dat u voor deze pilot de voorgenomen gaswinning onder de Waddenzee vanuit
het dorp Ternaard heeft geselecteerd?
Antwoord 1 en 2
Mijn ambtsvoorganger is in 2016 met een aantal pilots begonnen met het oog op het
beter betrekken van omwonenden en andere lokale belangengroepen bij energieprojecten
die vallen onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Doel van deze pilots is om te
experimenteren met instrumenten uit de nieuwe Omgevingswet, in het bijzonder de instrumenten
die gericht zijn op participatie. Hierbij worden omwonenden en andere belanghebbenden
gericht geïnformeerd en betrokken in de voorbereiding van de besluitvorming. Deze
inbreng komt als een expliciet en herkenbaar onderdeel terug in de besluitvorming.
In de brief over omgevingsmanagement van 23 januari 2017 (Kamerstuk 31 239, nr. 211) wordt een overzicht gegeven van deze pilots, en is gemeld dat een van deze pilots
gaat over de voorgenomen gaswinning rondom Ternaard. De andere projecten zijn Windpark
Zeewolde en de netverbinding Hollandse Kust-Zuid. Op deze manier ontstaat er een goed
beeld van de uitdagingen bij verschillende energieprojecten en kunnen er tegelijkertijd
over en weer lessen geleerd worden.
Vraag 3
Klopt het dat bij deze pilot de colleges van burgemeester en wethouders van de eilandgemeenten
niet zijn betrokken? Waarom is dat niet gebeurd? Zullen deze colleges van burgemeester
en wethouders alsnog betrokken worden bij de pilot? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op
welke wijze?
Antwoord 3
Bij de start van de pilot in Ternaard in 2016 is er een uitnodiging uitgegaan naar
de gemeentebesturen in het verwachte effectgebied, met de vraag om deel te nemen en
bij te dragen aan de pilot. Het is een afweging van de lokale besturen geweest om
wel of niet deel te nemen. De gemeente Ameland heeft gekozen om niet aan de pilot
deel te nemen. Er is geregeld contact met alle bij de winning betrokken lokale besturen.
Momenteel zijn mij geen signalen bekend dat eilandgemeenten deel zouden willen nemen
aan het bestuurlijk overleg. Indien die wens er wel is, dan is daar alle mogelijkheid
toe.
Vraag 4
Waarom heeft u voor een pilot die gericht is op lokaal draagvlak juist een internationaal
erkend UNESCO werelderfgoed uitgekozen?
Antwoord 4
De gaswinning in Ternaard is uitgekozen als pilot voor omgevingsmanagement omdat juist
bij projecten van nationaal en internationaal belang, het lokale belang een zichtbaar
en herkenbaar onderdeel van de bestuurlijke afweging moet zijn. Dit onderdeel loopt
anders het risico ondergesneeuwd te raken, terwijl het gaat om de mensen die het meest
direct leven in en rond het gebied in kwestie.
Vraag 5 en 6
Kunt u aangeven hoe het nationale en internationale belang van het behoud van de Waddenzee
worden meegewogen in deze pilot?
Bent u bekend met de waarschuwingen van de Deltacommisaris en het Wetterskip Fryslân
dat het wad zal verdwijnen als gevolg van de steeds verdere stijging van de zeespiegel?
Op welke manier worden deze waarschuwingen meegewogen in de pilot?
Antwoord 5 en 6
Natuur en milieu is, naast kosten en techniek en omgeving, één van de pijlers voor
besluitvorming over de gaswinning bij Ternaard. De effecten op natuur en milieu komen
in de besluitvorming terug door het laten uitvoeren van een uitgebreide Milieueffect
Rapportage (MER), waar ook het huidige beleid met betrekking tot de Waddenzee onderdeel
van is.
Gaswinning onder de Waddenzee vindt plaats met toepassing van het «Hand aan de Kraan»-principe.
Dit houdt in dat ik de gaswinning zal beperken of stoppen als dat nodig is om de natuur
in het gebied te beschermen. Uitgangspunt is dat de natuurlijke zandtoevoer (sedimentatie)
de door de gaswinning veroorzaakte bodemdaling en de zeespiegelstijging kan bijhouden,
en dat de natuurlijke kenmerken van de Waddenzee niet worden aangetast.
Als onderdeel van het «Hand aan de Kraan»-principe wordt de beschikbare gebruiksruimte
elke vijf jaar aangepast op basis van een geactualiseerd beleidsscenario voor de zeespiegelstijging.
In dit beleidsscenario wordt, op basis van de meest recente meetresultaten en de laatst
beschikbare klimaatmodellen, steeds een nieuwe inschatting gemaakt voor de zeespiegelstijging
voor de periode van de delfstofwinning.
Vraag 7
Vindt u lokaal draagvlak voldoende voor het doorzetten van een mijnbouwproject onder
een natuurgebied dat van groot nationaal en internationaal belang is?
Antwoord 7
Het lokaal draagvlak moet blijken aan het eind van het proces, op het moment dat alle
plannen en afspraken, waaronder de gaswinning, in samenhang gepresenteerd worden.
Hierbij hebben zowel de initiatiefnemer als het ministerie een open houding ten aanzien
van eventuele bezwaren of te stellen beperkingen aan de gaswinning.
Vraag 8
Kunnen nationale en internationale belangen uw beslissing over het mijnbouwproject
nog doen veranderen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
De randvoorwaarden uit de Structuurvisie Waddenzee – aangevuld met de beperkingen
voor mijnbouwwerken zoals opgenomen in artikel 7a van de Mijnbouwwet – vormen het
kader voor mijn afweging. Ik neem daarbij de aanbevelingen uit het bestuurlijk overleg
met de mede-overheden in het gebied nadrukkelijk mee in mijn afweging.
Vraag 9
Kan het ontbreken van lokaal draagvlak er toe leiden dat de gaswinning onder de Waddenzee
via Ternaard wordt gestopt? Zo ja, bent u bereid de gaswinning te stoppen bij het
ontbreken van lokaal draagvlak? Zo nee, welk doel dient de pilot?
Antwoord 9
Bij het vaststellen van lokaal draagvlak gaat het niet om een eenvoudig ja of nee
met betrekking tot de voorgestelde gaswinning. Het omgevingsproces is erop gericht
vast te stellen welke ontwikkelingen in het gebied voorzien zijn en in hoeverre de
gaswinning deze ontwikkelingen in de weg staat, of ontwikkelingen elkaar kunnen versterken,
of dat ontwikkelingen plaatsvinden waar gaswinning geen onderdeel van uitmaakt. Deze
informatie betrek ik bij mijn uiteindelijk te maken afweging. Het is onder andere
deze benadering die Ternaard een pilot maakt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.