Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Nijboer over het bericht dat Nederlandse grootbanken miljarden uitleenden aan bedrijven die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen
Vragen van de leden Van den Hul en Nijboer (beiden PvdA) aan de Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat Nederlandse grootbanken miljarden uitleenden aan bedrijven die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen (ingezonden 12 oktober 2018).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 26 november 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «ABN Amro, ING en Rabobank negeren mensenrechten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat ABN Amro, ING en Rabobank samen 10 miljard euro uitleenden aan bedrijven
die betrokken zijn bij ernstige schendingen van de mensenrechten? Bent u bereid onderzoek
te doen naar de financiering door banken aan bedrijven die mensenrechtenschendingen
plegen?
Antwoord 2
Banken informeren doorgaans geen derde partijen over de omvang en voorwaarden waaronder
zij financiering met individuele klanten overeenkomen. Het kabinet verwacht echter
wel dat zij due diligence (gepaste zorgvuldigheid) toepassen bij hun besluitvormingsprocessen over financiering
en dat zij besluitvorming zo inrichten dat deze in lijn is met de OESO-richtlijnen
voor multinationale ondernemingen. De verantwoordelijkheid om dit op een juiste manier
in te richten en ernstige mensenrechtenschendingen te voorkomen of te mitigeren ligt
bij banken. Wanneer maatschappelijke organisaties van mening zijn dat banken hun due diligence processen bij de financiering van bedrijven niet op orde hebben kunnen zij dit in
eerste instantie via het klachtenmechanisme van de desbetreffende bank kenbaar maken.
Daarnaast heeft het kabinet een onafhankelijk Nationaal Contact Punt (NCP) voor de
OESO-richtlijnen ingesteld voor de behandeling van klachten over de toepassing van
de OESO-richtlijnen door bedrijven, waaronder banken. Als een partij een klacht heeft
over de toepassing van de OESO-richtlijnen door deze banken dan kan deze partij een
melding doen bij het NCP.
Vraag 3
Welke regels gelden er met betrekking tot het financieren van bedrijven die mensenrechtenschendingen
plegen? Wat moeten banken doen om te voorkomen dat zij medeverantwoordelijk zijn voor
mensenrechtenschendingen?
Antwoord 3
Het kabinet verwacht dat wanneer banken financieringsafspraken met bedrijven overeenkomen
ze de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights(UNGP’s) naleven. Hierin zijn voor bedrijven afspraken vastgelegd over het respecteren
van mensenrechten en betrachten van gepaste zorgvuldigheid. Hierbij moeten bedrijven
een procedure hebben om daadwerkelijke en mogelijke impact van hun activiteiten in
kaart te brengen, te voorkomen en te beperken. Ook moeten zij communiceren over de
wijze waarop ze met deze impacts zijn omgegaan.
Vraag 4
Waarom wilden deze banken niet meewerken aan het onderzoek door de Eerlijke Bankwijzer?
Vindt u dat de banken hun verantwoordelijkheid nemen op het gebied van maatschappelijk
verantwoord ondernemen?
Antwoord 4
Het wel of niet meewerken aan de onderzoeken van de Eerlijke Bankwijzer is een keuze
van de banken zelf. Via eigen persberichten en een verklaring van de Nederlandse Vereniging
van Banken (NVB)2 hebben de banken over hun beweegredenen om niet mee te werken gecommuniceerd.
De genoemde banken zijn sinds december 2016 ondertekenaar van het Internationaal Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (IMVO) convenant voor de bancaire sector. De overheid en maatschappelijke
organisaties zijn ook partij bij dit convenant. Met dit convenant hebben de banken
zich gecommitteerd aan het verbeteren van hun processen voor gepaste zorgvuldigheid
met betrekking tot mensenrechten conform de OESO-richtlijnen en UNGPs. Een onafhankelijke
monitoringscommissie en de stuurgroep van het convenant zien toe op de naleving van
de afspraken door banken. De jaarrapportage is openbaar.
Vraag 5
Vindt u dat deze banken hun afwegingen op een juiste manier maken als het gaat om
ethisch verantwoord geld verdienen?
Antwoord 5
Het is algemeen bekend dat de sectoren die volgens het bericht van de Eerlijke Bankwijzer
gefinancierd zijn door deze banken voor grote uitdagingen staan op zowel klimaat-
als mensenrechtengebied. Brede afwegingen die ten grondslag liggen aan de financierings-
en investeringsbeslissingen in bepaalde sectoren hebben deze banken vastgelegd in
publiekelijk toegankelijk duurzaamheidsbeleid. Met de ondertekening van het eerder
vermelde IMVO-convenant hebben deze banken zich gecommitteerd om binnen twee jaar
gepaste zorgvuldigheid op mensenrechten in hun bedrijfsprocessen geïmplementeerd te
hebben. Hierbij wordt verwacht dat zij hoog-risico sectoren identificeren en een dialoog
voeren met bedrijven waarvoor financiering wordt overwogen. Daarbij moeten daadwerkelijke
en mogelijk toekomstige mensenrechtenschendingen waarmee de bank geassocieerd kan
worden in die zakelijke relatie beoordeeld worden. Conform OESO-richtlijnen en UNGPs
behoren banken hun invloed aan te wenden om bedrijven waarmee zij een financieringsrelatie
hebben te bewegen tot het respecteren van mensenrechten. Als een bank geen invloed
kan uitoefenen moet de bank overwegen de financieringsrelatie te beëindigen, dit is
echter een laatste middel. Hierbij moet onderzocht zijn wat de negatieve gevolgen
voor de mensenrechten van een dergelijke stap zouden kunnen zijn.
Vraag 6
Wat gaat u doen om te voorkomen dat banken investeren in bedrijven die zich schuldig
maken aan mensenrechtenschendingen? Bent u bereid om de betrokken banken aan te spreken
op deze praktijken?
Antwoord 6
Zie antwoord vraag 7.
Vraag 7
Welke consequenties worden hieraan verbonden binnen het convenant over internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO-convenant) in de bankensector, waarbij
uzelf ook partij bent?
Antwoord 6 en 7
De overheid is samen met de NVB, vakbonden en maatschappelijke organisaties partij
bij het IMVO-convenant voor de bancaire sector. De partijen rapporteren over de naleving
van de afspraken in een jaarlijkse voortgangsrapportage3, hierbij wordt ook het oordeel van de onafhankelijke monitoringscommissie meegenomen.
In het convenant is afgesproken dat partijen elkaar kunnen aanspreken wanneer er onvoldoende
stappen worden gezet in het behalen van de vastgestelde doelen.
Binnen het convenant werken de partijen samen om de banken te ondersteunen bij hun
due diligence processen. De partijen en banken brengen onder andere in kaart welke ernstige mensenrechtenschendingen
plaatsvinden in waardeketens en formuleren aanbevelingen om deze schendingen te voorkomen
en aan te pakken. Er is een analyse gemaakt over risico’s in de cacaoketen en er wordt
gewerkt aan een analyse van de palmolieketen en de goudketen. Daarna zal een analyse
van de olie- en gasketen van start gaan. Aangezien het onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer
zich richt op bedrijven in de extractieve sector zal de overheid als partij dit onderzoek
inbrengen in de voorbereiding van de laatstgenoemde waardeketenanalyse.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.