Schriftelijke vragen : Het bericht ’Koopkrachtplaatje middeninkomens klopt niet’
Vragen van de leden Leijten en Jasper vanDijk (beiden SP) aan de Minister van Financiën over het bericht «Koopkrachtplaatje middeninkomens klopt niet» (ingezonden 22 november 2018).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitspraak van voorzitter Reinier Castelein van vakbond De
Unie dat de koopkrachtplaatjes «voor geen meter» kloppen? Kunt u uw antwoord toelichten?1
Vraag 2
Klopt het volgens u dat de uitgaven voor middeninkomens vanuit allerlei hoeken stijgen
en zij er uiteindelijk op achteruit gaan in plaats van op vooruit? Zo neen, waarom
niet?
Vraag 3
Hebt u een beeld van de ontwikkeling van de lokale lasten, die volgens de heer Castelein
een oorzaak zijn van het feit dat middeninkomens amper hebben geprofiteerd van het
economisch herstel? Zo neen, bent u bereid dit te onderzoeken teneinde een goed beeld
te kunnen vormen van de besteedbare inkomens van huishoudens?
Vraag 4
Hoe heeft het besteedbare inkomen van Nederlandse huishoudens zich ontwikkeld in de
periode 2008–2018? Hoe heeft het besteedbare inkomen van huishoudens in andere EU-lidstaten
zich ontwikkeld? Kunt u een totaaloverzicht verschaffen?
Vraag 5
Zegt het gegeven dat veel mensen die bij de voedselbank komen tot de zogenaamde middengroep
behoren u ook dat de koopkracht van deze huishoudens hoognodig toe is aan een forse
stijging? Zo neen, waarom niet?
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat de ontwikkeling van het inkomen, volgens het Centraal Planbureau
(CPB), bijna 13%-punt is achtergebleven bij de ontwikkeling van de economie? Welke
verklaring hebt u daarvoor? Hoe gaat u ervoor zorgen dat een groter deel van de groei
naar huishoudens gaat?2
Vraag 7
Hebt u kennisgenomen van het artikel «Acht redenen waarom de lonen achterblijven»?3 Kunt u aangeven of u dezelfde oorzaken ziet voor de achterblijvende lonen?
Vraag 8
Welke verklaring hebt u voor het feit dat de gemiddelde reële loonsverhoging in 2019
slechts 0,7% bedraagt en daarmee nog onder die van 2018 komt te liggen?4
Vraag 9
Kunt u aangeven welke loonstijging het CPB raamde ten tijde van de Macro Economische
Verkenning (MEV) 2019? In hoeverre klopt deze veronderstelling nog?5
Vraag 10
Gaat het kabinet zich net zo hard inzetten voor een forse verhoging van de besteedbare
inkomens van gewone huishoudens als voor de enorme verlaging van de winstbelasting
voor multinationals? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 11
Hoe verklaart u dat in de periode 2002–2017, terwijl het bbp fors steeg, het reëel
beschikbaar inkomen per capita daalde? Heeft dit te maken met een eenzijdige blik
op verlaging van de staatsschuld en belastingverlagingen voor multinationals of liggen
hier andere oorzaken aan ten grondslag? Kunt u uw antwoord toelichten?6
Vraag 12
Wat gaat u doen om de trend, zoals beschreven in vraag 11, te keren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.