Schriftelijke vragen : Het bericht dat de Staat in cassatie gaat in de Klimaatzaak
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat de Staat in cassatie gaat in de Klimaatzaak (ingezonden 22 november 2018).
Vraag 1
            
Kent u de berichten «Urgenda kost burger bakken met geld» en «Staat in cassatie tegen
               uitspraak hof in Urgenda-zaak»?1
               2
Vraag 2
            
Is het waar dat Urgenda slechts een vergoeding van de Staat heeft ontvangen als compensatie
               van de door haar gemaakte juridische kosten ten bedrage van 711,– euro aan griffierechten,
               16.503,– euro aan salaris voor de advocaat in het principaal appel en 8.256,– euro
               aan salaris voor de advocaat in het incidenteel appel? Zo nee, om welke bedragen gaat
               het dan?
            
Vraag 3
            
Kun u aangeven hoeveel de Staat heeft uitgegeven aan de betreffende procedures en
               kunt u die uitgaven specificeren?
            
Vraag 4
            
Is het waar dat de Staat inmiddels 750.000,– euro heeft uitgegeven aan de betreffende
               procedure? Zo nee, welk bedrag dan?
            
Vraag 5
            
Kunt u aangeven of de compensatie die aan Urgenda is betaald redelijkerwijze overeenstemt
               met het bedrag dat deze non-gouvernementele organisatie (NGO) in werkelijkheid heeft
               moeten uitgeven aan juridische ondersteuning? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat het billijk is dat wanneer NGO’s die in een juridische procedure
               winnen van de Staat, zij recht zouden moeten hebben op een vergoeding van de werkelijk
               gemaakte juridische kosten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze
               wilt u hierop actie ondernemen?
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat er sprake is van een ongelijk juridisch speelveld wanneer NGO’s
               die met succes een procedure voeren tegen de Staat, slechts een fractie vergoed krijgen
               van het bedrag dat de Staat zelf uitgeeft aan juridische ondersteuning? Zo nee, waarom
               niet? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u hierin verandering brengen?
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat het te prijzen is dat NGO’s zich sterk maken om het gevoerde
               beleid te toetsen aan overeenkomsten en wetgeving? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 9
            
Kunt u aangeven wat de begrote kosten zijn voor de Staat van het in cassatie gaan
               tegen de uitspraak van het Hof?
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat het in deze principezaak de principes van de Staat zijn die
               zorgen voor de extra uitgaven en niet die van Urgenda?
            
Vraag 11
            
Bent u bereid de eisers die tot tweemaal door de rechter in het gelijk gesteld zijn,
               ruimhartig te compenseren voor de door hen te maken juridische kosten in cassatie?
               Zo nee, waarom niet?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.